December 2017. De laatste blog van dit jaar. Tijd om ook
terug te kijken. Veel ervaringen liggen achter ons. Samen met mijn collega`s
hebben we veel mooie dingen gezien. Maar misschien nog veel meer verdrietige
dingen. Dingen die je soms persoonlijk erg kunnen raken. Die ene melding die je
nooit zal vergeten. Iedere hulpverlener heeft wel 1 of meerdere van deze
meldingen. Ondertussen stroomt het emmertje met ervaringsleed steeds voller.
Lukt het om af en toe een beetje over te laten hevelen zodat hij niet gaat
overstromen? Of gaat dat emmertje overlopen binnen mijn carrièretijd? En dan?
Gelukkig zien we ook mooie dingen in dit vak! Ook ga je dingen vergeten. Soms
schrijf ik wel eens een aantekening van een gebeurtenis. Als ik deze later
lees, kan ik soms de details niet eens goed voor me halen. Maar goed ook denk
ik. Ik wil geen sentimenteel verhaal ophangen, maar met alles wat je ziet,
schieten soms wel eens dingen door je hoofd. Dan rijden we door de stad en is
hier die plek waar dit gebeurd is en daar heb ik dat gedaan. Hoe zou het zijn
met die mijnheer? En die andere dame die ik heb weggebracht naar het
ziekenhuis? Hoe gaat het met die kinderen in dat gezin waar ik een `veilig
thuis` melding van gemaakt heb? En die dame die thuis woonde maar eigenlijk in
een verzorgingshuis thuis hoort? Als ambulancedienst ben je een kleine schakel
in een groot systeem. Je ziet mensen maar even. Soms val je midden in het privéleven
van een wildvreemd iemand. De meeste van deze mensen ben je een uur later al
weer kwijt. Een enkeling kom je later nog wel eens tegen.
Ik begin mijn dienst op een morgen en word naar een adres
gestuurd waar een dame is gevallen en niet meer overeind kan. Het is vroeg in
de morgen. Om 6.30 ben ik begonnen met mijn dienst. Voor mij betekent dit
midden in de nacht. Ik ben niet zo van de dagdiensten en al helemaal niet om
die tijd. Maar goed, we gaan onderweg en komen in een huis waar een dame is
gevallen. Ze is wakker geworden en wilde naar het toilet. Ongelukkigerwijs
greep ze mis bij de deur en kwam ze ten val. Ze heeft enorm veel pijn in haar
bovenbeen en kan deze niet meer bewegen. Van ons krijgt ze pijnstilling en gaat
ze mee naar het ziekenhuis. De foto laat een lelijke breuk zien waar ze lang
zoet mee zal zijn.
Een andere melding betreft op de begraafplaats. Een merkwaardige
melding, omdat het eigenlijk nog te vroeg is voor een uitvaartdienst. Onderweg worden
we bijgepraat. Er is iemand gevallen en kan niet meer lopen. We gaan ter
plaatse en treffen een man aan zittend op een grafsteen. Hij wilde even langs
het graf van zijn recent overleden vader. Het is koud en glad buiten. Op de
plaats waar hij zijn overleden ouders bezoekt is hij gevallen en heeft pijn in
zijn heup. Hij heeft zich van het pad weten te slepen en een buurman gebeld.
Ook deze man krijgt pijnstilling en nemen we mee naar het ziekenhuis op
verdenking van een breuk. Heb ik een leven gered? Nee zeker niet! Maar wel
iemand kunnen helpen waarbij zelfzorg op dat moment te kort schiet. Voor mij
maakt mijn werk leuk dat ik op alle plaatsen kom. Daarbij soms geholpen door
andere disciplines.
Soms is comfort bieden genoeg. Als ik een dame moet
overplaatsen van de huisarts naar het ziekenhuis zie ik bij binnenkomst een
dame kronkelen op de onderzoekstafel. Pijnscore 10. De huisarts krijg ik niet
te spreken, maar van de assistente krijg ik een briefje met overdracht en de mededeling
dat pijnstilling al even geleden is gegeven. Daar is echter weinig van te
merken. Aangezien het 20 minuten rijden is naar het ziekenhuis, besluit ik wat
meer pijnstilling te geven. Ik zeg tegen de dame dat ze op de brancard moet
gaan liggen en dat ik een infuus ga prikken waarbij ze meer pijnstilling krijg.
Dit hoort de huisarts (die blijkbaar toch aanwezig was). Deze komst met grote
stappen aanlopen en zegt tegen mij: ik hoor dat je fentanyl gaat geven? Dat is
niet de bedoeling want ze moeten de buik beoordelen in het ziekenhuis en als ze
geen pijn heeft kan dat niet. Een rare redenatie vind ik. Ik geef aan dat we
een stuk moeten rijden en de vrouw verre van comfortabel is. De huisarts blijft
bij zijn punt. Ik zeg tegen de dame die inmiddels op de brancard ligt dat we
eerste naar de ambulance gaan en ik daar meer pijnstilling ga geven. Ik ga niet
met iemand met zoveel pijn 20 minuten in de auto zitten. Dat is anno 2017 niet
nodig. Als ze dan de buik niet kunnen onderzoeken, wachten ze in het ziekenhuis
maar tot het is uitgewerkt. De overweging van de huisarts begrijp ik niet en
wil ik ook niet begrijpen. Iemand die ligt te rollen van de pijn heeft absoluut
recht op pijnstilling. Daar kan geen beoordeling tegen op. De dame in kwestie
heeft de rit redelijk comfortabel kunnen maken. Ze is wel wat suf geworden van
het spul, maar dat vind zij (en ik) minder erg dan zoveel pijn. En bij de
overdracht in het ziekenhuis heb ik maar gezegd dat ze even geduld moeten
hebben.
Gevallen mensen komen veel voor in het werk. Ook hier
krijgen we weer een melding dat er een dame is gevallen en niet naar de deur
kan. Ga maar even kijken wat er aan de hand is. Het is net na twaalven in de
nacht van zondag op maandag. Ik denk het meest rustige moment van Rotterdam.
Het is stil buiten. We moeten boven in een grote flat zijn. We bellen een paar
keer aan op het betreffende nummer, maar de deur word niet geopend. Dan maar
bij een buur bellen om de portiekdeur te openen. Al spoedig staan we op de
galerij boven in de flat voor een donker huis. De deur zit dicht en lijkt goed
op slot te zitten. Met een lamp schijn ik naar binnen tussen de lamellen door.
Ik zie 2 benen en heel veel bloed. De benen bewegen gelukkig. Ik wil echter wel
naar binnen, en liefst een beetje snel ook, maar zij kan zelf de deur niet
openen. Ik vraag assistentie van de politie die een speciale sleutel heeft
waarmee elke deur open kan. Het duurt even want deze deur geeft niet bepaald
mee. Met veel gedreun en kabaal word de deur een stukje bij beetje open
gemaakt. In de 2 tegenoverliggende flats gaan steeds meer lichten aan. Ook
komen er steeds meer buren kijken wat er aan de hand is met die herrie. Als ik
binnen kom lijkt het een slagveld. Mevrouw is aanspreekbaar en geeft aan een
drankje gedaan te hebben. Ik vraag hoe laat dat was. Ooh zegt ze, ik ben
vanmiddag om 2 uur naar een restaurant gegaan en daar was het gezellig. Daarna
ben ik met de tram naar huis gegaan en nu lig ik hier. Het is nu 1 uur in de
nacht. Een grote wond aan haar hoofd heeft er voor gezorgd dat de vloer in huis
rood gekleurd is. We nemen haar mee naar het ziekenhuis. Daar blijkt ze diverse
letsels te hebben. Onderweg verontschuldigd ze zich steeds dat wij voor haar
moesten komen. Als ze kon lopen had ze zelf wel naar het ziekenhuis gegaan. Ik
geef aan dat ik geen sorry wil horen en dat het maar goed is dat wij haar
vervoeren. Ik raad haar af om in de spiegel te kijken op dit moment. De kapotte
deur wordt gerepareerd en waarschijnlijk zit er al een nieuwe in voordat zij
uit het ziekenhuis is ontslagen. Wat een contrast bedenk ik me. Hoeveel mensen
bellen een ambulance voor het gemak. En deze dame, die zeker recht op een
ambulance heeft, zit zich steeds te verontschuldigen.
De zorg verandert. De druk op de ambulancediensten wordt
steeds groter. Het aantal ambulanceritten in Rotterdam gaat dit jaar over de
120.000 heen. Aan de andere kant zijn er veel te weinig ambulances beschikbaar
door personeelsgebrek. Veel oorzaken worden gegeven. Heel creatieve oplossingen
worden bedacht. Ik zie het echter als noodsprong. Een aantal dingen wil ik er
wel uitlichten. Ten eerste bellen mensen veel laagdrempeliger een ambulance.
Het is niet overdreven als wij een patiënt moeten ophalen die met zijn jas en
tas klaar staat te wachten. En dan ook nog zonder rood te worden durft te
zeggen dat hij de bus of de taxi te duur vind. Een ambulance zit toch in het
verzekeringspakket? En een taxi moet ik zelf betalen. Iemand die gevallen is en een wondje aan zijn
kin heeft. Daar bel je toch een ambulance voor? Dat de patiënt gewoon
aanspreekbaar is en geen klachten heeft behalve een hechtwond aan zijn kin doet
niet ter zake. Als je dan vertelt dat hij zelf naar de HAP kan is de vraag hoe
hij er moet komen. Nou, heb je geen ouders. (jongeman was 18 jaar). Ja wel, maar
die slapen. Nou dan moet je die maar even wakker bellen denk ik. Ik zal de HAP
bellen dat je er aan komt. Ja, maar mijn moeder gaat dat niet fijn vinden. Tja,
dat is een ander verhaal. Koop morgen maar een bloemetje voor haar.
Zorgverleners dekken zich ook steeds meer in. Hoe vaak word
een ambulance besteld door een huisarts waarbij de ambulance indicatie volledig
gemist word. Algehele malaise is vervelend. Maar als het een week aan de gang is,
alle parameters goed zijn, de patiënt mobiel is, begrijp ik niet waarom iemand
met een ambulance naar het ziekenhuis moet. Soms vraag ik er naar bij de patiënt.
Tja ik wilde wel zelf, maar de dokter bood het zelf aan om een ambulance te
sturen… Natuurlijk waarom ook niet. Mensen, neem je verantwoordelijkheid, een
ambulancedienst is een acute dienst een geen taxibedrijf. Als je pijn in je
buik heb, midden in de nacht, kun je gerust naar de huisarts. Ja maar die is op
vakantie. Ten eerste werken we in Nederland al een jaar of 20 met een
huisartsen post. Daarnaast heeft iedere huisarts een vervanger voor de tijden
dat die er niet is. Ooh u neemt me niet mee naar het ziekenhuis? Nee, op dit
moment zie ik daar geen rede voor.
Een grote toename van het aantal ritten is mijns inziens de
fusie van diverse ziekenhuizen in de regio. Daarbij worden sommige SEH`s
(deels) gesloten. Waar eerst 2 SEH`s waren in 2 ziekenhuizen. Zijn er nu 2
ziekenhuizen met 1 SEH. Het gevolg is dat er een groot aantal van de patiënten
die beoordeeld zijn op een SEH
overgeplaatst moeten worden naar de andere locatie van het ziekenhuis. Kostenbesparing
van het ziekenhuis, maar dat logistieke probleem leggen we gewoon bij de
ambulancedienst. Als patiënten dan lang (lees: uren) moeten wachten omdat er
geen ambulance beschikbaar zijn, is het omdat de ambulances te weinig
capaciteit hebben. Ik denk dat het een afschuiving van een probleem is door
ziekenhuizen naar ambulancediensten.
2017: veel gebeurd in de regio. Ook meldingen waar de
betrokkenheid groot was of heel dichtbij kwam. Maar alles bij elkaar denk ik
toch dat ik de mooiste job ter wereld heb. Ik ga met veel plezier naar mijn
werk en heb een fijne groep collega`s. Samen maken we er ondanks alle onrust en
drukte een mooie baan van. Een beetje onrust hoort ook bij dit werk. Iedereen
die moet werken met de feestdagen, succes. Zelf ben ik aan zet in de nacht
tijdens de jaarwisseling.
Ik wens iedereen goede feestdagen, een goede jaarwisseling
en een gezond en veilig 2018 toe!
Henk