In elk huishouden komt wel eens ruzie of onenigheid voor. Gelukkig
klaart na een tijdje de lucht weer, maar voor sommige mensen geeft dit zoveel
spanning dat ze allerlei somatische afwijkingen laten zien. Soms is dit echt,
maar ook heel vaak is dit gesimuleerd. Door de jaren heen kun je steeds beter
zien wanneer iemand simuleert of wanneer het echt is. Al zijn sommige mensen
heel erg goed in het spelen. Dit heeft er ook wel eens voor gezorgd dat ik
mezelf aardig voor de gek gehouden heb gevoeld. Het was nog tijdens mijn
opleiding en werkte onder begeleiding van een collega. (deze heeft achteraf
vast heel hard gelachen). Dit betrof een dame die een voorraad van een stevige
pijnstilling ingenomen zou hebben. Een van het soort waar je ook erg suf van
kan worden. Bij aankomst zie ik een dame op haar buik op een bed liggen. Om haar
heen liggen veel lege medicatiestrips van het soort pijnstilling die ik al
eerder noemde. Ik draai haar snel op haar rug en ze geeft geen krimp. Gelukkig
is er wel ademhaling en voelbare pols. Mijn collega sluit haar aan de monitor
waarbij alle waardes langzaamaan zichtbaar worden. Ik doe een volledige check
en prik een infuus. Alle waarden die zichtbaar worden zijn goed. Haar pupillen
zijn normaal. Ik spreek ze aan, schud aan haar schouder, maar geen reactie. Dan
wat grover geschut. Ook na een flinke pijnprikkel (en geloof me, dat lukt me
best) geeft ze geen krimp. Iets klopt hier niet. Alle waarden die we meten zijn
goed, maar mevrouw reageert nergens op. Maar goed, als ze daadwerkelijk al deze
tabletten ingenomen heeft is het zaak om snel in het ziekenhuis te komen. Van
de politiecollega`s krijg ik een beeld wat er is voorgevallen. Nergens zijn
echter pillen te vinden (ze zou ze weggegooid kunnen hebben). Dan maar snel weg
hier. Zoals altijd bij zulke meldingen staan we ergens hoog in een gebouw
zonder lift. Maar gelukkig is de brandweer met hoogwerker snel ter plaatse. Ik
bel ondertussen het ziekenhuis met de mededeling dat ik met een intoxicatie met
medicatie naar hun toe kom en dat deze dame neurologisch slecht is. Ze reageert
nergens op. Met dat we de dame op de brancard tillen denk ik te zien dat haar
ogen knipperen, maar ik denk dat ik het me verbeeld. Haar vriend laat ik vast
in de ambulance plaatsnemen, vlak naast de plek waar haar hoofd straks ligt. Met
toeters en bellen rijden we, in de spits, door Rotterdam naar het ziekenhuis.
Echter, 2 straten voor het ziekenhuis word er tegen mijn been getikt. Voor ik
door heb wat er gebeurd, komt de patiënt een stukje omhoog en zegt tegen mij
dat ze geen medicatie heeft geslikt. Van brandend water ga je raar kijken, maar
geloof me, veel gekker dan dit kan niet. Ze zegt dat ze ruzie heeft gehad met
haar vriend, ja, die jongen die aan het hoofdeind zit. Deze heeft haar bedreigd
en ze wilde aangifte doen. Ik vraag waarom ze dat niet in haar huis al heeft
gedaan. Er stond een heel peloton aan politie, maar zij speelt een spelletje. Ik
word erg boos en vertel haar op duidelijke wijze dat ik hier niet erg van
gecharmeerd ben. In het ziekenhuis aangekomen zie ik alleen maar verbazing bij
het personeel. Die patiënt die ik aankondigde met een EMV score van 3 (zeer lage
neurologische score) zit nu pratend op de brancard. Ik ben boos en doe de
overdracht. Daarna ga ik snel weg. Ik voel me in de zeik gezet en beetgenomen…
Nu, na enige jaren op de ambulance heb ik wat meer oog voor
signalen wanneer mensen proberen te simuleren dat ze bewusteloos zijn. Zo ook
op een zondagmiddag. Melding van een onwel wording en medicatie overdosis. Hier
ligt een dame op de bank die ook nergens op reageert. Haar ademhaling lijkt
snurkend en het schuim staat rond de mond. Even denk ik dat ik met een ernstige
situatie heb te maken. Mijn collega kijkt me aan en zegt: zal ik vast de
brancard pakken? Ik zeg, prima, dan geef ik een mayotube (buisje om de luchtweg
vrij te houden) en gaan we heel snel naar het ziekenhuis. Ik verplaats mevrouw
op de rand van de bank zodat we haar makkelijker kunnen oppakken om op de
brancard te leggen. Op het moment dat ik even niet kijk (althans, dat denkt
zij) tilt ze haar billen op en gaat wat verder op de rand liggen zodat ze
langzaam van de bank zal vallen. Een heel bewuste activiteit. Ok, spelen we het
spelletje zo? Ik roep gelijk: Ik vind het prima als u zichzelf op de grond laat
vallen, maar reken er vooral niet op dat ik ook maar enige moeite doe om dit te
voorkomen. Mijn collega zegt dat de brancard klaar staat, maar dat deze niet in
de woonkamer kan komen. Ik zeg, dit hoeft ook niet want ze gaat zometeen zelf
lopen. Hij kijkt me aan en ik zie hem denken, die is gek. (klein beetje gelijk
heeft hij nog ook). Ik geef aan mevrouw aan dat ik alle tijd heb en net zo lang
wacht tot ze vertelt wat er aan de hand is omdat ze gewoon wakker is. Heel langzaam
gaan de ogen open begint ze te praten. Dit duurt wel eventjes, maar ik heb de
tijd en ben absoluut niet van plan om haar spelletje mee te spelen. Uiteindelijk
is ze `helder` en vertelt ze dat ze wel medicatie heeft ingenomen. Daarom
besluit ik haar wel mee te nemen naar het ziekenhuis omdat ze dit blijft
volhouden. Ze is echter wel zelf naar de brancard gelopen. Uiteindelijk blijkt
dat deze dame hoogoplopende ruzie heeft gehad met haar zoon van een jaar of 18.
Dit geeft bij sommige mensen zoveel stress dat ze in een paniekaanval belanden.
Paniekaanvallen kom ik in de meest exotische vormen tegen. Dit is er een van.
Keuzes maken hoort bij ons werk. We beschikken allemaal over
een dik boek met allerlei protocollen en richtlijnen. Binnen deze lijnen moeten
we zelf beslissen. Uiteraard kunnen we met een telefoon wel wat hulp
inschakelen. Zo kom ik wel eens tot een besluit die in eerste instantie vreemd
in de oren klinkt. Als ik zeg dat ik een patiënt met een neurotrauma thuis
gelaten heb en ik vertel niet waarom, zal elke ambulance collega mij voor gek
verklaren. Het betreft echter een dame die onwel geworden is. Ter plaatse
worden we door haar echtgenoot opgevangen. De man vertelt dat zijn vrouw ernstig
ziek is en haar levensverwachting al overtroffen heeft. Elke dag is
reservetijd. Over 3 weken is er weer een bezoek gepland bij haar behandelend
arts, maar dat zal ze wel niet halen verzucht hij. Nu is ze die middag gevallen
en met haar hoofd ergens tegen aangekomen. En nu vanavond reageert ze ineens
nergens meer op. Een snelle check en een aantal controles wijzen al snel uit
dat er in het hoofd iets goed mis is. De huisarts van de huisartsenpost is
inmiddels ook ter plaatse. Die hoort ons verhaal aan en doet zelf nog wat
onderzoeken. Ondertussen bel ik het ziekenhuis om de medische toestand van
mevrouw te verifiëren. Het klopt wat haar echtgenoot heeft aangegeven. Normaal
gesproken wil je met een patiënt met neurologisch letsel heel erg snel naar een
ziekenhuis. Maar met haar medische gegevens in mijn achterhoofd, vraag ik me af
of dat nu wel moet. Ik vraag mijnheer hoe ze gedacht hebben over de laatste
levensfase. Hij geeft aan dat zijn vrouw het liefst thuis wil overlijden. Ik overleg
met de huisarts en vertel dat ze in het ziekenhuis hoogst waarschijnlijk geen
behandeling zullen starten gezien haar ziekte. Omdat mijnheer aangaf dat
mevrouw het liefst thuis wil overlijden, stel ik voor om mevrouw in haar bed in
de woonkamer te leggen en haar een afwachtend beleid aan te bieden. (als ze
naar het ziekenhuis zouden gaan, wordt er een scan gemaakt en wordt ze
opgenomen op een afdeling voor hetzelfde afwachtende beleid). De huisarts deelt
mijn mening en kan zich hier volledig in vinden. Hij zal een overdracht maken
naar de eigen huisarts van mevrouw en ik wacht nog op familie die onderweg is
zodat we nog een en ander kunnen uitleggen. Het geeft een goed gevoel om deze
beslissing te nemen. Het is cru als iemand terminaal ziek is en uiteindelijk
aan iets anders dan de ziekte zelf overlijd. Maar in mijn optiek (en die van
mijn collega’s en die van de huisarts) is dit de beste optie die we kunnen
aanbieden. Gelukkig was er een echtgenoot die haar toestand adequaat kon
weergeven. Soms moeten we het doen met giswerk en weinig tot geen informatie.
Zo worden we geroepen voor een reanimatie van een dame van
60 jaar. We spoeden ons naar het adres en komen aan bij een huis waar een
brandweerman in burger met een reanimatie bezig is. Er loopt nog een andere
dame rond, waar ik op dat moment niet erg wijzer van wordt. Ik neem de
beademing over en op dat moment komt er versterking voor de massage. De dame
die ik net zag blijkt iemand van de thuiszorg te zijn. Thuiszorg..? denk ik, en
waarom dan. Ik zie ook een hoog-laag bed in de woonkamer. OK, deze dame
mankeert iets aan haar gezondheid, maar wat. Van de dame van de thuiszorg word
ik niet wijzer. Ik vraag iemand van de politie om te zoeken naar medicatie of
andere informatie die van belang kan zijn. Ondertussen gaan de reanimatie
gewoon door. Er ligt wel een map van een thuiszorgorganisatie, maar (zoals heel
vaak) is een cryptogram oplossen eenvoudiger dan informatie in deze mappen
zoeken. De tijd gaat verder en we komen aan het einde van ons protocol en
mevrouw heeft nog steeds geen eigen ritme. Ik kijk mijn collega’s aan en vraag
of ze er mee eens zijn dat we de reanimatie beëindigen. Ze zijn het met me eens
en we besluiten dit blok van 2 minuten af te maken om daarna een ritmecheck te
doen en bij uitblijven ritme te stoppen. Maar op dat moment laat de monitor
piepjes horen en zie ik steeds een uitslag in mijn scherm. Jongens, ze heeft
ritme! Ok, klaarmaken voor transport roep ik naar de brandweer. Ik voel in haar
hals en ze heeft een heel duidelijk voelbare hartslag. Dat was op het nippertje
zeg! Het heeft wel lang geduurd. Mijn collega heeft een hele stapel papieren in
de handen en zegt ineens tegen mij: kijk hier eens… In een brief van het ziekenhuis
staat dat mevrouw op medische gronden niet gereanimeerd dient te worden (…) Dit
besluit staat officieel vast en is ondertekend. Tja, hartstikke leuk, maar het
is nu al gebeurd en ze heeft hartslag. Maar eigenlijk zijn we dus bezig geweest
met iets wat niet moest. Waarom stond dit niet (voorin) de map van de
thuiszorg? Waarom wist de dame van de thuiszorg dit niet? Waarom staat dit niet
voorop de map van de thuiszorg? Het is niet de eerste keer dat deze informatie niet
beschikbaar is wanneer het nodig is. Als we een reanimatie starten gaan we niet
eerst allerlei informatie opzoeken. Dat moet direct beschikbaar zijn, anders
starten we altijd. Een dag later hoor ik in het ziekenhuis dat mevrouw is
overleden op de IC. Een reanimatie met een dubbel gevoel. Aan de ene kant blij
dat het op het nippertje toch gelukt was (al is de uitkomst na zo lange tijd
slecht) aan de andere kant teleurgesteld dat dit hele circus niet had gehoeven
als de informatie gewoon beschikbaar was. Natuurlijk is een reanimatie een mooi
stukje werk, maar vergeet niet dat een woonkamer kan veranderen in een slagveld
als er een stuk of 15 hulpverleners binnen stormen.