maandag 17 februari 2020

De foto met de scheur...

Roerloos ligt het op tafel. Alsof het slaapt. oogjes dicht. Mooie krullen. Haar huid wat lichter dan gewoonlijk. Onwerkelijk. Om haar heen allemaal spullen die stil getuigen van de tragedie die zich hier zojuist heeft afgespeeld. De nachtmerrie van elke ouder. De schrik van iedere hulpverlener. De melding waarop iedere chauffeur iets harder gaat rijden. De melding waarbij de adrenaline van de verpleegkundige nog wat hoger zit. Waarbij je 3x vraagt of we er al bijna zijn. En waarbij je vooral hoopt dat het niet waar is. (omdat het gelukkig bij veel van deze meldingen niet waar is en wat anders blijkt te zijn).
Als je pieper gaat, net voordat je dienst afloopt, baal je aanvankelijk. Jammer, weer overwerk. Maar gelijkertijd kraakt de portofoon: jongens, kinderreanimatie. Shit, het zal toch niet, denk je. Het is vlakbij de post en we zijn er dichtbij. De melding in het scherm doet de hoop (dat het misschien iets anders is) vervagen. 
Je denkt niet meer aan tijd. Je denkt niet meer aan overwerk. Je vraagt ja alleen af: wat ga ik aantreffen en wat is er gebeurd? En laten we hopen dat we succes hebben zometeen. 

Als we de straat inrijden pak ik spullen en ren naar de betreffende woning. In de deuropening komt moeder me tegemoed. Op haar armen een (te) slap kindje. In 1 oogopslag zie je, dit is niet goed. De blik in de ogen van die moeder ga ik nooit vergeten. De angst, de wanhoop, maar ook hoop omdat wij er aankwamen. De mensen in het geel en groen die professioneel  zijn. Die weten wat ze moeten doen. Die zo rustig blijven. Ik heb mijn handen vol dus zeg tegen haar: leg het op de eettafel. Daar hebben we ruimte, licht en overzicht. 
We starten een reanimatie op. Bij volwassenen komt dit vaak voor en daar doe je het soms bijna met automatisme. Maar dit is raar. Te klein, het kan niet. We worden al heel snel bijgestaan door collega's van een andere ambulance. Ook andere disciplines (politie, brandweer etc) melden zich en vragen of ze wat kunnen betekenen. Ik ben enorm blij dat ik op een gegeven moment de OVDG (officier van dienst) ter plaatse zie. Deze begeleid de ouders op een hele mooie en nette manier! Voorziet ouders van informatie zonder ze valse hoop te geven. Ik zie een burger die in de buurt woont. Ik herken hem omdat hij als professional in een ziekenhuis werkt. Ik vraag hem te blijven, want zijn kennis kan ik misschien wel gebruiken.  
Ook het MMT komt ter plaatse. Ik ben blij ze te zien. Met z'n allen zijn we bezig. Hard bezig. Er word weinig gepraat, maar des te meer word er gewerkt. Het is bijna stil in de kamer terwijl we bezig zijn. De tijd loopt door. Elke minuut dat we bezig zijn, maakt de kans op succes kleiner. Elke minuut dat we bezig zijn maakt de realiteit harder. We overleggen met elkaar wat we nog kunnen doen, maar we hebben geen opties meer. We zijn een uur bezig en de kans op slagen is nihil.
We komen steeds dichter bij het onvermijdelijke moment. Het liefst stel je dat nog even uit. De ouders die, ondanks dat ze het eigenlijk al weten, hoop hebben. Want we zijn nog bezig. Hun kindje wat alleen maar een griepje had. Die ze gewoon, zoals elke ouder zou doen, in bed gelegd hebben. De ouders die 2 uur later hun kindje overleden in bed hebben aangetroffen. 
We overleggen met elkaar en laten de ouders bij het hoofd zitten op het moment dat we gaan stoppen. Dat moment dat je je spullen neerlegt. Dat je daadwerkelijk stopt met de reanimatie. 
Ik zie 2 volwassenen staan. Nee, ik zie 2 volwassenen breken. Het word me even teveel. Ik doe een stap terug. Ik zie even troebel. De moeder die haar kind bij naam roept en zegt dat het wakker moet worden. Wat zou ik graag willen dat het sliep. Wat zou ik willen dat ik het allemaal verkeerd gezien heb en dat ze haar ogen opent. Dit is het 2e moment die ik niet vergeet. Dat intense verdriet. 
Ik zie het beeld van mijn eigen dochter die de dag ervoor 3 geworden is. Een jaartje ouder als dit kindje. Mijn dochter die trots op haar nieuwe fietsje rondreed. Een lach van oor tot oor. Je moet er toch niet aan denken dat....
We hebben gedaan wat we konden. Daar ben ik van overtuigd. Dat hebben we ook tegen elkaar uitgesproken. Qua hulpverleningen liep het goed. De samenwerking was goed. Maar helaas heeft het allemaal niets uit mogen maken. 
Ik kijk de kamer eens rond. Een grote foto met 2 gelijke kinderen. Een van deze 2 ligt hier op tafel. Een mooi kindje...  
We geven de ouders het kind in de armen. Ze houden het vast. We praten nog met deze mensen. Ik hoor de moeder vragen: waarom?  Aan tijd word niet gedacht. Dat maakt ook niet uit nu. Uiteindelijk moeten er ook wat noodzakelijke procedures afgerond worden. We verlaten het huis en laten de verslagen ouders achter.
Terug naar de post. De ambulance weer in orde maken. We bespreken deze inzet met elkaar. Tja, je bent professional. Maar meldingen als deze hakken er in. Die komt op het lijstje die je nooit vergeet. 
Gelukkig kunnen we er als collega's goed met elkaar over praten. Soms zijn we net familie. Later ook nog met betrokken collega's gesproken. Voor mezelf heel waardevol! Iedereen heeft een 'vergeet-ik-nooit' lijstje. Iedereen weet hoe heftig deze meldingen zijn. 
Thuis gekomen is het al ver na middernacht. Mijn vrouw is wakker. (ik had al kort gemeld dat ik veel later thuis zou zijn en waarom). Ze wacht me op en we praten samen. Wat fijn om op deze manier opgewacht te worden. Ik loop langs mijn kinderen. Nog een knuffel hier, nog een aai daar. Mijn dochter die vredig ligt te slapen. Wat een verschil. Ik luister een poosje naar haar ademhalen. Dat zachte geluid. Dat mistte ik daar. 
Je weet dat je meldingen als deze kunt krijgen met je werk op de ambulance. Niet ik, en niet een andere collega vind deze ritten fijn. Je moet er niet teveel van krijgen. 
Het houd je even bezig. Mijn eigen dochter werd die week ziek. Een gewone griep. Koorts en onrustig. Ze heeft bij mij in bed geslapen. Ik kon het niet, om ze in haar eigen bed te leggen. Dit was enkele dagen na de reanimatie. Op een gegeven moment ga je relativeren. Dan ben je het  kwijt en ga je gewoon weer verder. Je denkt er minder aan en ben er niet meer zo mee bezig. Maar vergeten zal ik het  nooit. 
Enkele weken na deze melding heb ik samen met mijn collega een gesprek gehad met de ouders. Een fijn gesprek. Dat wel. Wat er besproken is doet er niet toe. Maar een ding sprong er uit. Ze wilden ons nog bedanken. Tja, natuurlijk is het fijn om te horen dat de ouders het idee hebben dat je alles heb gedaan. Maar hoe schril klinkt een bedankje tegenover de lege plek in hun gezin.
Ik ga in gedachten even terug naar die grote foto boven de tafel. 2 gelijke kindjes op een grote foto. Een mooie foto, maar nu met een hele grote scheur....

10 opmerkingen:

  1. Het wordt nooitmeerzoals het was. Hun wereld voorgoed verdeeld in een ervoor en erna 😭

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat heftig en zowaar, prachtig dat je deelt het laat de mensen toch weer even stilstaan om niet alles van zelfsprekend te vinden. En dankbaar dat jullie dit mooie moeilijke beroep doen. Heel erg bedankt voor jullie harde werk.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goed om te delen en dan er bij stil te staan dat een ieder dat kan overkomen en ambulance personeel ook mensen zijn HULDE aan jullie

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wow zo mooi geschreven en zo mooi verwoord. Wat een mooi maar soms oh zo moeilijk werk. Respect voor jullie allen. En hoop toch ooit nog in jullie voetsporen te mogen treden als ambulance verpleegkundige

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Heftig verhaal maar zeker ook alle respect voor het ambulance personeel dat zoveel ervaringen moeten doorstaan..... nogmaals Hulde 🙏

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Heel veel respect voor alle hulpverleners. Kanjers zijn jullie

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Zo ontzettend heftig. Een reanimatie pasgeboren gestart en politie/ ambulance medewerkers namen het over. Diep respect.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Het is met dit verhaal of ik in tijd terug ga. Het beeld is mij overbekend. Van de vele reanimaties staan die met kinderen me nog bij omdat ze heel vaak niet lukken en er dan de zorg ter plaatse ingezet moet worden. Een afschuwelijke maar ook noodzakelijke begeleiding. Daarvoor werk je op de ambulance en dat blijft je altijd bij.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Heel veel respect voor alle hulpverleners het zijn allemaal KANJERS>

    BeantwoordenVerwijderen