Dat sommige grenzen heel onduidelijk zijn, is inmiddels wel bekend. Wanneer ben je empatisch en wanneer niet. Ik denk dat dit moeilijk is te formuleren. Je hebt allemaal wel eens een klik met mensen terwijl je bij andere mensen die klik totaal niet heb. Toch heb je met beide mensen te maken. Als professional sta je gedeeltelijk boven emoties. Misschien wel, maar als ik naar mezelf kijk merk ik dat dit makkelijker gezegd dan gedaan is. Vaak hoor je, nou ik heb bewondering voor jullie hoor. Al die (verschrikkelijke) dingen die jullie zien en meemaken. Maar dan is de vraag, wanneer is iets erg en wanneer doet het wat met je. Ga ik het heel zwart/wit zeggen. Een reanimatie van een 75-jarige is voor mij een technische handeling tijdens de reanimatie zelf. Voor familie een emotionele achtbaan. Tijdens een 'normale' reanimatie zijn er zoveel technische handelingen die uitgevoerd moeten worden dat emotie even op de achtergrond staat. Wanneer de handelingen achter de rug zijn is het tijd voor de emotionele afhandeling. Vaak is dit een empatisch stukje hulpverlening. Je toont medeleven en probeert nog even dat laatste stukje zorg te geven aan de omstanders die ook nodig is. Kun je voor de patient niets meer doen, geef je de familie nog zorg. Bij een 'normale' inzet zullen de meeste collegas geen moeite hebben met het handelen met emoties. Wat maakt het dan dat je soms wel even wat meer gevoel heb bij een inzet. Vanuit mezelf gesproken zijn het omgevingsfactoren. Het grootste voordeel in het handlen van situaties is dat je de meeste mensen niet kent. Op de intensive care bouwde je veel meer een band op met patient en diens naasten. Voor je gevoel werd je soms tijdelijk een onderdeel van hun leven. In de acute zorg is dat minder. De eerste patient die ik uit een auto gehaald heb nadat hij door de brandweer was losgeknipt ivm beknelling, kan ik me bijna niet meer herinneren. Het enige wat ik van deze man weet is, dat het een donkere man was. Verder niks meer en minder. Je kende hem niet en ken hem nog steeds niet. Ik weet niet wie zijn partner en of kinderen zijn. Hierdoor kan ik het makkelijk loslaten. Ander voorbeeld. Verhanging van een man van 52. Deze man heb ik samen met mijn collega losgemaakt van het touw. We hebben een reanimatie opgestart en deze beeindigd nadat duidelijk was dat het allemaal geen resultaat had. Wat blijft me bij van deze inzet? Niet de reanimatie, niet de zelfdoding (al is verhanging niet een heel prettig gezicht). Maar toen we de reanimatie gestopt waren heb ik een rondje door de woonkamer gelopen. Daar zag ik een foto van een meisje van een jaar of 7. Een tekening met daarop de tekst: voor mijn lieve papa, van ..... dit geeft lading. Het geeft de patient een gezicht en een familie. Zulke dingen geven mij meer belasting dan de reanimatie zelf... Zijn wij als hulpverleners gevoelloos? Zijn wij naar ellende en verdriet hongerende mensen? Waarom zeggen wij na een groot ongeval dat we lekker gewerkt hebben. Waarom zeggen we in een rustige tijd: kom maar op met die reanimatie? Zijn we dan zulke sadisten? Nee hoor. We zijn zeker wel begaan met onze patienten en zetten ons daar volledig voor in. Maar je kiest dit beroep ook voor een beetje actie. En als iemand dan toch gereanimeerd moet worden of een ongeluk gaat krijgen, doe het dat maar tijdens mijn dienst...
Terug naar empathie. Hoe ver ga je met empatie. Mag ik een mening hebben en zo ja, waar is deze op gebaseerd. Vaak heb je zelf een referentiekader waar je op terug valt. In een nachtdienst is mijn empatie soms ook wat lager. (Ja ik ben ook een mens die af en toe gewoon moe is). Je anticipeert op een actie of beleving van iemand. Die actie plaats je ongemerkt in je eigen referentiekader. Giet er een stukje omgevingsfactoren overheen en hier rolt een reactie uit. Een vrouw van 43 die enorme buikpijn heeft belt een ambulance. In de melding word al weergegeven dat deze dame al de gehele avond op de SEH is geweest met deze klachten. Ze is naar huis gestuurd met pijnstillers, maar deze lijken na een half uur nog niet te werken. (...) Dus bel je gewoon weer 112. Aangekomen loopt er een vrouw door de kamer die op luide manier te kennen geeft dat ze pijn heeft. Ik wil toch graag wat dingen onderzoeken ondanks dat ze een uur geleden nog op een SEH zat. Ze gaat zitten en ik stel wat vragen. In het verleden heeft ze een gastric bypass (maagverkleining) gehad. Daarna wel ook een maagbloeding. Of die verkleining veel heeft geholpen? Ze zou heel goed reclame kunnen lopen voor een bekend autobandenmerk. Ik vraag of ze gegeten heeft. Een paar patatjes. (Op tafel compleet lege mac donalds verpakkingen en een grote fles mayonaise) als ik daar wat over zeg, zegt ze: ik moet toch ook eten. Natuurlijk, maar als je veel buikpijn heb weet ik niet of Mc Donalds een verstandige maaltijdkeuze is. Ik vraag of ze ontlasting heeft gehad en of dat er normaal uit zag. Wat een stomme vraag. Weet ik veel. Ik kijk toch niet achterom? Hoezo stomme vraag. Ik ben geen cassiere bij de Jumbo. Ik ben hulpverlener die jij zelf te hulp heb gevraagd en die er achter probeer te komen wat mijn patient mankeert. Gezien haar maagbloeding in het verleden is vragen naar ontlasting kleur helemaal niet vreemd. Denk ik. Ze geeft aan een pijnscore van 11 te hebben op een schaal van 0 tot 10. Ooh, ok. Das best veel. Ik geeft haar een infuus waarbij ze op heel duidelijke wijze aangeef dat deze prik wel heel verschrikkelijk veel pijn doet. Ik denk bij mezelf. Ooh is dit jouw pijngrens. (Henk, je kan niet oordelen voor een ander. Das waar, maar ik zie wat ik zie en denk er het mijne van. En op denken staat geen straf). Pijn beleeft iedereen op een eigen manier. Maar toch gaat er bij mij een scheutje referentie doorheen bij beoordeling. Ik vraag hoe lang ze thuis is uit het ziekenhuis. Dat kan ze niet zeggen want ze heeft het te druk om op de klok te letten. Heb je paracetamol op? Ja maar 1 stuk want ze kan door alle drukte niet meer verzinnen hie het ook al weer werkt. Ze kon niet in de auto van haar man stappen want die hobbelt zo. (Volvo v40 van 1 jaar oud). Ze gaat er blijkbaar vanuit dat een ambulance heel relaxed is. Nou mensen, geloof me. Als je bent vergeten waar alle hobbeltjes en putjes in de straat liggen, vraag of je een rondje achter in een ambulance mag meemaken. Je voelt werkelijk alles. En dit ligt zeker niet altijd aan de chauffeur. Mevr is overigens redelijk pijnvrij overgebracht naar het ziekenhuis.
Dezelfde dienst kom ik bij een fietser die op zijn racefiets frontaal met een scooter in botsing is gekomen. De fiets ligt in 2 stukken op de grond, finaal door de midden. Bij aankomst is al duidelijk dat zijn schouder gebroken is
Ik zie aan zijn gezicht dat hij pijn heeft. Maar als ik er naar vraag, zegt hij dat het wel gaat. Zijn gezicht zegt wat anders. Zet deze man af tegen die andere patient. Wat een verschil en contrast. Ze hebben beide pijnstilling gekregen. Beide tegen de pijn. Maar tegen mijn referentiekader een heel verschillende schaal...
Wat is erg en wat niet. Ook dat word denk ik vaak beoordeeld tegen het licht van je eigen normaalwaarden. Een man van 89 jaar met verwondingen op zijn armen omdat hij uit de stoel is gevallen. Zijn vrouw probeerde hem tegen te houden en greep zijn armen. Daardoor schraapte ze zijn huid van beide armen af. Normaal bind ze mijnheer vast met een panty aan zijn stoel (een bureaustoel) zodat hij niet kan vallen. Ze was er trots op dat ze hem om deze manier nog kan verzorgen. Maar wat komt in mij op: schrijnend. Een melding waard. Dit maakt wel emotie los.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten