Bent u op uw achterhoofd gevallen? Je zult denken: wat een rare vraag. Het behoeft enige uitleg. Normaal gesproken vraag je dit als je twijfelt of iemand wel goed snik is. Maar nu was er een duidelijke reden voor. We zijn onderweg naar een man die in de tuin gevallen is. Bij aankomst zit er een man op de grond voor de deur. Een theedoek verberg heel veel bloed in zijn gezicht. Dat zijn gezicht beschadigd is, is wel duidelijk. Maar dan vraag ik vanuit mijn onschuld: bent u ook op uw achterhoofd gevallen? Ik krijg een antwoord waar ik op dat moment niet op gerekend heb. Nee, natuurlijk niet, ik weet heus wel wat ik doe hoor. Ik mag dan oud zijn, maar ben nog helder genoeg. En dan vraag jij of ik op mijn achterhoofd gevallen ben? Je bent zelf niet goed snik. OK mijnheer, ik snap hem. Maar eerlijk gezegd bedoel ik dat niet. Ik zie bloed op uw gezicht en ik vraag me af of uw achterhoofd ook wonden heeft. Vandaar mijn vraag. Ooh sorry, zegt hij. Maar ik moet er best wel om lachen. Wat is er dan wel gebeurd? Ach weet je, ik was in de tuin aan het werk. Ik struikelde en viel voorover. Omdat ik me tegen wilde houden liep ik voorover maar ging steeds sneller. Uiteindelijk ben ik met mijn gezicht precies op de drempel van de deur terecht gekomen. Ik bekijk zijn gezicht en zie een erg lelijke scheur tussen neus en ogen. In combinatie met de bloedverdunners alle reden om de mijnheer mee te nemen. In het ziekenhuis lachen we samen nog even om de spraakverwarring.
Een andere keer begrijpt een mevrouw mij niet. (Toegegeven dat dit wel vaker voorkomt). Haar echtgenoot wordt door ons meegenomen naar het ziekenhuis. Mevrouw wil meerijden wat uiteraard oké is. We lopen met z'n allen richting de lift omdat we bovenin een flat staan. Met een beetje passen en meten passen we er precies in. Mevrouw stapt als laatste in en staat bij het bedieningspaneel. Ik vraag aan mevrouw: heeft u gedrukt? Het is even stil en mevrouw kijkt mij raar aan. Dan volgt het antwoord: eehm, ja, vanmorgen hoezo? Het duurt een moment voor ik het begrijp. Maar dat moet ik toch even hard lachen. Ik zeg tegen de dame, sorry mevrouw, maar ik bedoelde of u op het knopje van de lift heeft gedrukt. Mevrouw word eerst rood, maar moet dan toch hard lachen. Ook dit heb ik nog even een keer herhaald nadat ik haar man had overgedragen op de SEH.
Lachen doen we genoeg op de ambulance. Leuke, merkwaardige, grappige en humoristische dingen komen we dagelijks tegen. Maar ook schrijnende gevallen.
Het is midden in de nacht als we gestuurd worden naar een adres. De buren hebben 112 gebeld omdat ze de (oude) buurvrouw horen gillen. Als wij ter plaatse komen is het stil. De politie is er ook. Die krijgt te horen dat de andere buren een sleutel hebben. Daar aangebeld komt er een slaperig hoofd van een vrouw naar buiten. Is het weer zo ver? Vraagt ze. (...) Hier is de sleutel. We gaan naar binnen en treffen een dame ver op leeftijd aan op het toilet die volledig overstuur is. Ze wil naar huis en naar haar man. Ze vraag of wij ze willen brengen. We leggen de dame eerst op bed en proberen een inschatting te maken van de situatie. Ik kom een dossier tegen van de thuiszorg. Daarin lees ik dat mevrouw erg dementerend is en vaak gedesoriënteerd is plaats en tijd. Waarom woont deze dame nog alleen als ze in dit stadium is? Uiteindelijk wordt mevrouw rustig en valt ze in slaap. Ik maak een aantekening in haar zorgdossier over dit voorval. De rest van de nacht blijft het rustig. De volgende nacht heb ik weer dienst. Halverwege de nacht krijg ik een melding. Ik lees de melding en het adres en lijkt een kopie van de nacht ervoor. Weer gaan we ter plaatse. Zelfde adres, zelfde situatie, zelfde mevrouw. (Alleen nu een kribbige buurvrouw). Mevrouw word weer gerustgesteld en valt weer in slaap. De hele situatie zit me niet lekker. Ik kijk in het dossier of er iets met mijn verhaal is gedaan. Maar ik lees er niets van terug. Wel staat er dat mevrouw overdag opgehaald zou worden door een taxi voor de dagbesteding. Maar de chauffeur is weggereden omdat mevrouw de deur niet open deed (...). Ik moet hier iets mee bedenk ik. Van de politie hoor ik dat wij (ambulance en politie) deze maand al meerdere keren in de nacht en met dezelfde reden hier zijn geweest. Het is nu nacht, wat ga ik hier nu mee doen? Ik zie een contact telefoonnummer en besluit die te bellen. Maar na 4 pogingen heb ik nog steeds niemand aan telefoon. Dan maar het spoednummer van de thuiszorgorganisatie. Ik krijg te horen dat de medewerker niet over deze cliënt gaat. Maar toch zet ik door en geef aan dat er iets moet gebeuren hier. Dat mensen thuis wonen is mooi en kan ik alleen maar aanmoedigen. Maar als mensen mentaal zover achteruit zijn gegaan dat dit niet verantwoord is, moet er wel naar een oplossing worden gekeken. Ze maakt er een aantekening van en belooft haar collega op de hoogte te stellen. Dan bel ik ook maar naar de HAP. Via die lijn wordt er automatisch een bericht naar de eigen huisarts van de patiënt gestuurd. Ik hoop dat het effectief is geweest. Mooi dat mevrouw thuis woont, maar elke nacht geheel overstuur de weg kwijt zijn zodat allerlei hulpdiensten daar moeten komen, lijkt me niet de bedoeling. Schrijnend en triest, deze woorden komen in mij op als ik nog even terug denk aan deze mevrouw.
Een andere keer begrijpt een mevrouw mij niet. (Toegegeven dat dit wel vaker voorkomt). Haar echtgenoot wordt door ons meegenomen naar het ziekenhuis. Mevrouw wil meerijden wat uiteraard oké is. We lopen met z'n allen richting de lift omdat we bovenin een flat staan. Met een beetje passen en meten passen we er precies in. Mevrouw stapt als laatste in en staat bij het bedieningspaneel. Ik vraag aan mevrouw: heeft u gedrukt? Het is even stil en mevrouw kijkt mij raar aan. Dan volgt het antwoord: eehm, ja, vanmorgen hoezo? Het duurt een moment voor ik het begrijp. Maar dat moet ik toch even hard lachen. Ik zeg tegen de dame, sorry mevrouw, maar ik bedoelde of u op het knopje van de lift heeft gedrukt. Mevrouw word eerst rood, maar moet dan toch hard lachen. Ook dit heb ik nog even een keer herhaald nadat ik haar man had overgedragen op de SEH.
Lachen doen we genoeg op de ambulance. Leuke, merkwaardige, grappige en humoristische dingen komen we dagelijks tegen. Maar ook schrijnende gevallen.
Het is midden in de nacht als we gestuurd worden naar een adres. De buren hebben 112 gebeld omdat ze de (oude) buurvrouw horen gillen. Als wij ter plaatse komen is het stil. De politie is er ook. Die krijgt te horen dat de andere buren een sleutel hebben. Daar aangebeld komt er een slaperig hoofd van een vrouw naar buiten. Is het weer zo ver? Vraagt ze. (...) Hier is de sleutel. We gaan naar binnen en treffen een dame ver op leeftijd aan op het toilet die volledig overstuur is. Ze wil naar huis en naar haar man. Ze vraag of wij ze willen brengen. We leggen de dame eerst op bed en proberen een inschatting te maken van de situatie. Ik kom een dossier tegen van de thuiszorg. Daarin lees ik dat mevrouw erg dementerend is en vaak gedesoriënteerd is plaats en tijd. Waarom woont deze dame nog alleen als ze in dit stadium is? Uiteindelijk wordt mevrouw rustig en valt ze in slaap. Ik maak een aantekening in haar zorgdossier over dit voorval. De rest van de nacht blijft het rustig. De volgende nacht heb ik weer dienst. Halverwege de nacht krijg ik een melding. Ik lees de melding en het adres en lijkt een kopie van de nacht ervoor. Weer gaan we ter plaatse. Zelfde adres, zelfde situatie, zelfde mevrouw. (Alleen nu een kribbige buurvrouw). Mevrouw word weer gerustgesteld en valt weer in slaap. De hele situatie zit me niet lekker. Ik kijk in het dossier of er iets met mijn verhaal is gedaan. Maar ik lees er niets van terug. Wel staat er dat mevrouw overdag opgehaald zou worden door een taxi voor de dagbesteding. Maar de chauffeur is weggereden omdat mevrouw de deur niet open deed (...). Ik moet hier iets mee bedenk ik. Van de politie hoor ik dat wij (ambulance en politie) deze maand al meerdere keren in de nacht en met dezelfde reden hier zijn geweest. Het is nu nacht, wat ga ik hier nu mee doen? Ik zie een contact telefoonnummer en besluit die te bellen. Maar na 4 pogingen heb ik nog steeds niemand aan telefoon. Dan maar het spoednummer van de thuiszorgorganisatie. Ik krijg te horen dat de medewerker niet over deze cliënt gaat. Maar toch zet ik door en geef aan dat er iets moet gebeuren hier. Dat mensen thuis wonen is mooi en kan ik alleen maar aanmoedigen. Maar als mensen mentaal zover achteruit zijn gegaan dat dit niet verantwoord is, moet er wel naar een oplossing worden gekeken. Ze maakt er een aantekening van en belooft haar collega op de hoogte te stellen. Dan bel ik ook maar naar de HAP. Via die lijn wordt er automatisch een bericht naar de eigen huisarts van de patiënt gestuurd. Ik hoop dat het effectief is geweest. Mooi dat mevrouw thuis woont, maar elke nacht geheel overstuur de weg kwijt zijn zodat allerlei hulpdiensten daar moeten komen, lijkt me niet de bedoeling. Schrijnend en triest, deze woorden komen in mij op als ik nog even terug denk aan deze mevrouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten