zaterdag 8 februari 2020

Ingebroken en gestolen...

A1 melding. Iemand heeft 112 gebeld omdat hij zich zorgen maakt over zijn broer. Zijn broer had hem gebeld omdat hij zo benauwd was. En omdat de melder zich zorgen maakt, belt hij 112. Wij gaan met deze informatie onderweg en spoeden ons naar het opgegeven adres. Het is midden in de nacht en de straten zijn zelfs voor Rotterdamse begrippen erg leeg. Bij het adres aangekomen zien we door de gordijnen dat er op het opgegeven adres licht brand. Dit zou dan best kunnen kloppen. We pakken onze spullen en bellen aan. We wachten een poosje en bellen nog eens. We gluren door de brievenbus maar zien of horen niets. Geen enkel geluid. Vreemd, denken we beide. Een oproep naar de meldkamer of het adres wel klopt. En ja, dit klopt zeker. Apart, krijgen we te horen, want we hebben mijnheer zelf ook nog aan de telefoon gehad. Hij klonk toen heel erg benauwd. 'We sturen de politie mee om de deur te openen'. (Een deur openen is een handeling die juridisch gezien enkel door de politie gedaan mag worden).
Ik kijk mijn collega aan en we denken allebei hetzelfde. Hier klopt iets niet. We maken zelf die deur open. Ik roep naar de meldkamer dat ik niet op de politie wacht maar dat we het niet vertrouwen en dus zelf de deur maar openen. Aangezien we allebei geen ervaren inbrekers zijn, gaat dit met de nodige herrie. Het verbaast ons dat er geen buurtbewoners komen kijken. Maar als mijn collega een aantal keren zijn schoenen in contact heeft gebracht met de deur, geeft deze op en schiet krakend open. Tegelijkertijd vallen er spullen om die achter de deur stonden opgeslagen. We kunnen die net ontwijken. We lopen naar binnen en de eerste de beste kamer die ik in loop staat een bed. Half op en half naast het bed ligt een man die nergens op reageert. Het gevoel van 'er klopt iets niet' word hier ernstig bevestigd. Want aangezien een hart bij iedereen hoort te kloppen, is het hart van deze man daarmee gestopt. Hij klopt niet... Het delay kan echter niet groot zijn, dus moeten we een reanimatie opstarten. Echter komen we voor het volgende dilemma. De man zit blijkbaar in een verhuizing. Er is in de hele woning geen vierkante meter beschikbaar om een reanimatie op te starten. En aangezien reanimeren op een bed niet effectief is, roep ik naar mijn collega: kom op, we pakken hem op en leggen hem buiten. Dan maar op de stoep reanimeren. Zo gezegd, zo gedaan. Ik roep naar de meldkamer dat we een reanimatie starten en dat ik daarom wat hulp nodig heb van collega's van de ambulance en brandweer. We zijn net een paar minuten bezig met de BLS als de politie aankomt. Die staan even perplex. 'Wij komen om een woning te openen en nu zitten jullie hier te reanimeren op de stoep'. Tja, dat is even schakelen, maar we kunnen je hulp heel goed gebruiken. Tijdens de reanimatie vertel ik dat we het niet vertrouwden en daarom niet gewacht hebben. Ons gevoel is juist gebleken en zodoende is de situatie anders dan verwacht. Er komt inmiddels nog meer hulp van collega hulpverleners. Na een tijdje heeft de patient weer een eigen hartslag en circulatie en we brengen hem met spoed naar het ziekenhuis. Reanimatie geslaagd. Hoe het met de patient gaat weet ik niet. En of de deur al gemaakt is, ik heb geen idee. Een kloppend verhaal wat toch niet klopte.

Oudere mensen kunnen soms je hart stelen. Dat blijkt als we gestuurd worden naar een adres om naar iemand te gaan die niet lekker is. Echter was het verhaal erg warrig, dus als jullie willen gaan kijken. Natuurlijk gaan we een kijkje nemen. Aangekomen op het adres word de deur open gedaan door een dame die nog maar enkele zuchten verwijderd is van de leeftijd van 100. We komen binnen en mevr vertelt dat ze het niet meer weet. Mijn collega (vpk in opleiding) doet een anamnese en ik kijk ondertussen de kamer eens rond. Ik zie enkele tekenen die er op wijzen dat mevr wel eens vaker dingen vergeet en geheugensteuntjes nodig heeft. Mevr vertelt dat ze het niet meer weet en vraagt wat wij komen doen. Verhalen van vroeger komen naar boven afgewisseld met opmerkingen dat ze het niet meer weet. Ze lijkt besef van het hier en nu even kwijt te zijn. Vol vuur vertelt ze over haar vroegere leven en heel enthousiast over haar zoon. Tja, wat moet ik met deze dame. Medisch gezien hoeft ze niet mee. Maar in haar verwarring kan ik haar zo niet achter laten. Wat een schat denk ik. Een enkele keer hebben mensen ongemerkt je hart al gestolen. Deze dame is er 1 van. We leggen contact met de zoon en die belooft direct te komen. En inderdaad is hij na 10 minuten gearriveerd. Vervolgens zie ik een bezorgdheid die me een rilling geeft. Een zoon die enorm veel om zijn moeder geeft. Bijzonder gewoon. Ook moeder reageert heel liefdevol naar de zoon. De schoondochter net zo.
Tja, moeder is oud, woont al haar hele leven jn dit huis. Die wil je toch niet in en verpleeghuis hebben. En ja, ik ben enig kind, het kost heel veel inspanning en tijd. Maar dagelijks komen we minimaal 3x langs. Koken eten voor haar en houden haar in de gaten. Ze heeft een directe telefoonlijn zodat we gelijk kunnen komen als er wat is. Waarom ze nu 112 gebeld heeft is niet helemaal duidelijk.
Ik voel warmte in de moeder-zoon relatie. Ik heb oprecht bewondering en respect voor deze mensen. Als ik dat uitspreek, reageert hij: tja dat is toch normaal, het is je moeder. Ja man, je heb inderdaad gelijk, maar ik moet zeggen dat ik dit heel weinig zie. Natuurlijk weet ik wel dat er heel veel omstandigheden zijn die dit mogelijk moeten maken. Maar nogmaals, respect voor deze man. Moeders bied voor de zoveelste keer haar welgemeende excuses aan voor het onnodig bellen van 112. Maar dit wimpel ik weg. Wat een schat van een vrouw. Zulke ritten vervelen niet. Ze heeft mijn hart gestolen....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten