Dat wij met ons werk te maken hebben met ongevallen mag
duidelijk zijn. Soms heb ik zelfs het idee dat mensen denken dat we niets
anders doen dan reanimeren en mensen uit verkreukelde auto`s halen. Dit is
echter totaal niet het geval. Natuurlijk hebben we met ongevallen te maken,
maar dit betreft maar een klein gedeelte van ons werk.
Wanneer je echter geroepen word bij een ongeval blijf je je
soms verbazen over de uitkomst. Soms lijkt er niet veel schade, maar als je de patiënt
dan onderzoekt heeft deze toch meer letsel dan je zou vermoeden. Andersom is
ook regelmatig het geval.
Nu hebben we geen strenge winter gehad dit jaar, maar er
zijn toch enkele momenten geweest dat het glad was op de weg. Ik heb dienst en
de temperatuur ligt net boven het vriespunt. De lucht die aan het begin van de
dienst zo helder was, trekt dicht en het word mistig. Mist in combinatie met
deze temperaturen is een gevaarlijk fenomeen.
We krijgen een melding dat er ergens in de regio een auto
uit de bocht is gevlogen. Een niet geheel onverwachte melding. We gaan zo snel
als de omstandigheden het toelaten ter plaatse. Daar aangekomen lopen wat
mensen en ligt er naast een dijkje een auto die een betere staat heeft gekend.
Het is donker, dus geheel overzichtelijk is het nog niet. Er komen wat mensen
naar ons toelopen. Een van deze mensen blijkt de bestuurder te zijn. Hij
vertelt het verhaal dat hij op deze dijk reed, en niet eens zo hard. Maar
opeens was hij de grip kwijt en raakte naast de weg. Gezien het eerste aanblik
van de auto moet deze persoon onderzocht worden. Ik laat hem plaats nemen in de
ambulance en voer een volledig onderzoek uit. Maar wat ik ook meet of vraag, er
zijn geen afwijkingen. Prima zou je denken. Als ik klaar ben vraag ik hem even
te blijven zitten zodat dat ik ondertussen even naar zijn auto kan kijken. Dit
geeft me een idee van de impact waarmee het ongeval heeft plaats gevonden.
Nu heb ik de tijd om de auto ook van de voorzijde te
bekijken. Als ik dat zie krijg ik toch het idee dat het sneller gegaan is dan
vermoed. Het motorblok van deze auto ligt een aantal meter voor de auto. De voorkant
is volledig weggeslagen. Dit is hard gegaan. Ik maak wat foto’s om deze te
laten zien aan de arts in het ziekenhuis. Want deze man mag dan wel geen
klachten hebben, op basis van de impact neem ik hem toch mee voor een volledig
onderzoek. (de kans bestaat dat er inwendig toch wat problemen zijn die zich nu
nog niet laten zien).
Onderweg naar het ziekenhuis laat ik de foto’s aan de jongeman
zelf zien. Hij word even stil en zegt dan: Ik geloof dat ik wel bewaard
gebleven ben. Tja, en deze opmerking kan ik alleen maar beamen. Dit had heel
anders af kunnen lopen. Ons lichaam is niet bestand tegen krachten van deze
grootte.
Een andere melding betreft een aanrijding met een auto versus
voetganger. Ik rij als Rapid Responder. Er is een voetganger aangereden en deze
is niet meer aanspreekbaar. Dit laatste is geen goed teken. Ik ga zo snel
mogelijk ter plaatse. Aangekomen ligt er een man op de grond. Zijn hele hoofd
is bebloed en hij lijkt inderdaad niet te reageren. Omstanders hebben gezien
dat hij zomaar overstak en daarbij is aangereden door een passerende auto. Als
ik de man aanraak reageert hij wel. Wat me opvalt is dat er een enorme alcohollucht
boven hem hangt. Echter een gesprek is (door verschillende factoren) niet te
voeren. De andere ambulance die ter plaatse komt gaat deze man vervoeren. Met
elkaar immobiliseren we deze man zodat hij veilig op transport kan. Ook hier ga
ik de auto bekijken. De auto die deze man aangereden heeft ziet er uit alsof
hij tegen een dikke boom gereden is. De voorruit is volledig kapot. De motorkap
is verkreukeld en 50 cm korter geworden. Het slachtoffer heeft er alle recht op
om veel letsel te hebben.
0Later wordt ik gebeld door de collega van de ambulance die
hem heeft vervoerd. Het enige letsel bij deze man is een hersenschudding en een
gat in zijn hoofd. Tja, ook dit had heel anders kunnen aflopen als we een
inschatting maken op basis van de impact.
Soms kom je in situaties die je niet geheel in de hand hebt
of die ineens heel anders verlopen waar je bij staat. Ik krijg een melding van
een vrouw die aan het doordraaien is. Ze is bij haar ouders en gedraagt zich
raar. Dan agressief en dan ineens rustig. De familie heeft al gebeld met de
acute dienst psychiatrie maar die is nog met een andere melding bezig aan de
andere kant van de regio. Het gaat dus nog wel even duren. De familie is bang
dat het uit de hand gaat lopen en heeft 112 gebeld. We gaan er naar toe met collega’s
van de politie.
Ter plaatse worden we door een ouder echtpaar opgewacht. Dit
blijken de ouders te zijn. Ze vertellen ons dat het `s middags al niet goed
ging. Haar stemming veranderde en ze werd soms om niets heel boos. We gaan naar
binnen en horen haar schreeuwen. Ze is in een aparte kamer met een broer die
haar nog enigszins weet te kalmeren. De ouders zijn bang. We overleggen met de collega’s
van de politie en maken een plan. Ik trek uit voorzorg wat medicatie op. We
maken een plan A, B en C. We wachten eerst op nog andere collega’s van de
politie zodat we wat meer mensen hebben. Mensen in een psychose zijn nogal
onberekenbaar en je wilt niet dat het volledig uit de hand loopt.
Eerst ga ik met de ouders praten. Ik vertel dat we gaan
proberen haar te kalmeren en dan de situatie bekijken. Als het echter niet lukt
zoals we wensen kan het zijn dat ze overmeesterd moet worden. Dit ziet er niet
fijn uit. Echter zijn de ouders begripvol. Ze willen maar een ding en dat is
dat deze situatie voorbij is. Ik ga met mijn collega de kamer in waar mevrouw
zich bevind. De politie blijft in de kamer ernaast maar wel in het zicht. Mevr.
reageert direct enorm afwijzend naar ons en reageert dan agressief en dan weer
rustig. Op een gegeven moment gaat ze op bed liggen. Ik probeer een gesprek om
de situatie en haar stemming in te schatten. Er komt een enorm onsamenhangend
verhaal naar voren wat niets heeft te maken met het hier en nu. Er is geen touw
aan vast te knopen. Opeens springt ze op. Schreeuwt hard en rent door de kamer.
Bij het raam haalt ze uit en slaat het raam kapot. Ze heeft wat kleine
verwondingen aan de hand. Ze schrikt hier zelf van en lijkt wat tot zichzelf te komen. Ze is 5 minuten rustig. Dan springt ze ineens weer op, rent naar het
raam en neemt een snoekduik. Het gaat zo snel dat ik het niet helemaal kan
volgen. Wat er achter het raam stond weet ik niet, maar iets heeft haar sprong
geremd. Hier ben ik enorm blij mee aangezien we op de 1e verdieping
staan. Alleen haar hoofd is door het raam gegaan. Hevig bloedend schreeuwt ze
en rent ze door de kamer. Ik geef aan de collega’s van de politie een sein dat
we deze dame moeten overmeesteren. De wond bloed hevig en voordat er nog meer gebeurd
moet dit veranderen. Voordat ze zichzelf nog meer schade toebrengt moet er ingegrepen
worden. De politie overmeesterd haar en ik geef haar medicatie zodat ze rustig
word. De wond word verzorgd en ze gaat mee naar het ziekenhuis.
IN situaties als deze ben ik enorm blij met intercollegiale
hulp. Met elkaar kun je deze situatie aan. Je probeert het op de meest rustige
manier te doen, echter gaat het niet altijd zoals je zou willen. Dat ik een
enorm bloedende patiënt in de auto heb, had ik vooraf niet voorzien. Als
mevrouw slaapt door de medicatie praat ik even snel de ouders bij die enerzijds
blij zijn, maar aan de andere kant wel geschrokken zijn van deze heftige
situatie. Ik wens ze sterkte en breng mevrouw dan naar het ziekenhuis.
Het is triest om te zien wat er gebeurd als het in het hoofd
niet meer gaat zoals het zou moeten. Een psychose, iedereen kan het overkomen.
Je totaal in een andere wereld bevinden. Beheerst worden door angsten en andere
emoties. Zo erg dat je een bedreiging vormt voor jezelf en je omgeving. Op dit
gebied valt er in Nederland nog enorm veel winst te behalen qua zorg en opvang.
Nu lijkt de zorg te verbrokkelen, maar in de psychiatrie is deze aftakeling het
grootst denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten