woensdag 4 december 2019

Een bloedbaan


Soms kom je in situaties waarbij de patiënt veel bloed heeft verloren. Dit ziet er altijd erg dramatisch uit, terwijl het achteraf soms best mee blijkt te vallen. Hier heb ik wel eens eerder wat over geschreven. Echter blijft het altijd een bijzonder aanblik. Ik heb nachtdienst en zit op de bank een beetje ja te knikken. De nacht is nog jong, en ik denk er over na om op standje horizontaal te gaan omdat mijn hoofd toch wel wat zwaar blijkt te worden. Ineens ben ik klaarwakker als het geluid van de portofoon mij terug brengt in de werkelijkheid. Oh ja, ik was aan het werk. A1 naar dit en dit adres. Ik lees de melding en het gaat over een man die zelf gebeld heeft omdat hij een wond aan zijn been heeft en bloed verliest. Tja, zo`n melding kan betekenen dat iemand een schaaf wond heeft, maar ook taferelen richting een amputatie zijn mogelijk. We gaan wel kijken. Door de meldkamer worden we geïnformeerd dat de achterdeur van de woning open is en we daar naar binnen kunnen.

We rijden door de donkere en verlaten straat. Bij de woning aangekomen lijkt er binnen een klein lampje te branden. Ik loop via een stikdonkere achtertuin naar de deur. Als ik deze open doe is het eerste aanblik alsof er een slachting heeft plaatsgevonden. Midden in al dat donkerrode levensvocht staat een oude man. Tranen lopen over zijn wangen en hij verzucht: Help me. Het feit dat de man nog staat is in die zin positief dat hij nog bij kennis is, wat gezien de hoeveelheid bloed al een wonder is. Snel zet ik de man op een stoel en kijk naar zijn been waar bloed uit een heel klein wondje stroomt. Nog geen minuut later zit daar een drukverband op en `staat` de wond. Zo, nu heb ik wat meer tijd om te achterhalen wat er heeft plaatsgevonden. Mijnheer, nog steeds in tranen, vertelt dat hij een leuke dag had. Het is zijn verjaardag en hij heeft visite gehad. Maar deze zijn net weg en hij wilde naar bed gaan. Maar opeens is het wondje (die hij al een poosje heeft) gaan bloeden. En niet zomaar een beetje, de hele keuken ligt vol met bloed. Als ik verder kijk, ligt er in de hal ook nog een hele grote plas bloed. Mijnheer is alleenstaand en al aardig op leeftijd. Ik zeg dat ik hem mee ga nemen naar het ziekenhuis. Ik vraag of ik iemand kan bellen. Bijvoorbeeld de visite die net weg is. Waar wonen die, Vraagt ik. Eeh, in Groningen. En hoe lang zijn ze weg? Tja ze zijn om 8 uur vertrokken. Ooh, die liggen dan al op bed aangezien het nu 01.00 uur is. Dan maar iemand anders.

Ik kijk naar het slachtveld en bedenk dat ik dit ook niet zo achter kan laten. Hij is alleen staand en als dhr. dit morgen moet opruimen is het meeste bloed gestold en is de schoonmaakklus nog groter. Aangezien de wond is verbonden en niet meer bloed, laat ik dhr even zitten. Ik vraag om een dweil, emmer enz. Na een half uurtje samen met mijn collega op onze knieën door de keuken bij deze baas, ziet alles er weer schoon uit. Alleen de vloerbedekking in de hal krijg ik niet meer helemaal in de juiste kleur terug. Maar dat is dan voor later zorg. We nemen dhr mee naar het ziekenhuis waar hij ons nogmaals bedankt. Ik geef aan dat ik het geen moeite vind en dat we het graag gedaan hebben. De man hoeft niet te weten dat ik bij de lucht van zoveel bloed en het opvegen van al die stolsels wat vaker moet slikken en bepaalde neiging moet onderdrukken. Maar allé, dan had ik maar een normaal vak moeten kiezen.

Een andere situatie betreft een man die gevallen is in zijn schuur. Hij heeft een grote hoofdwond. Ook hier krijgen we de melding dat dhr. alleen is en achter in het schuurtje zit. Als ik langs het huis loop hoor ik in de woning een hond tekeer gaan. Ik denk nog, zo die zit gelukkig binnen. Bij de schuur aangekomen treft ik wederom een bebloede omgeving aan. Ook hier heeft het het kaliber van een slachthuis. Snel de wond verbonden en gevraagd wat er aan de hand is. Tja, zegt mijnheer, ik ben gevallen en heb mijn hoofd gestoten ergens tegen aan. Mijn vrouw is de hond aan het uitlaten en is niet thuis. Dus ik heb zelf maar 112 gebeld. Eeh, uw vrouw is de hond uit laten? U woont hier? Zojuist hoorde ik een hond te keer gaan alsof er ingebroken werd. Met dat ik nog even nadenk, komt er ineens een vrouw de schuur in lopen met een enorm geschrokken blik. Bij het zien van al dat bloed, trekt ook bij haar het bloed uit haar gezicht. Mevrouw geeft aan al een uur terug te zijn. Ik moet er wel een beetje om grinniken. Maar ja, hoofdwond, veel bloedverlies en nog wat voorwaarden is al reden genoeg om mijnheer mee te nemen naar het ziekenhuis. En zo geschiedde, ik Adviseer mevrouw eerst de betonnen vloer schoon te maken, omdat ze anders voor goed een aandenken op de vloer heeft die ze zal herinneren aan deze situatie.

Een geheel andere situatie betreft een woningbrand. Op de onderste verdieping van een portiekflat is laat in de nacht een brand geweest. De eigenaar is spoorloos, maar het lijkt er op dat er een pannetje te lang op het vuur heeft gestaan. Daar mensen boven deze woning ook hebben gebeld i.v.m. brandlucht worden alle woningen ontruimd en door de brandweer doorgemeten en gecontroleerd. Als ik ter plaatse kom, word ik opgevangen door politie en brandweer. Brand is onder controle en er zijn geen slachtoffers. Alleen mogen de mensen hun woning nog niet in i.v.m. metingen door de brandweer. De bevelvoerder van de brandweer geeft aan dat er een bewoner is die hoogzwanger is en waarbij zojuist de vliezen zijn gebroken. Ooh, en waar is deze dame nu dan? Die zit in die en die auto. Snel begeef ik me naar het voertuig langs de straat. Op de bijrijders stoel zit een dame verre van comfortabel. Achterin een kindje van een jaar of 2 die met grote ogen naar al die mensen en naar de blauwe lampen wijst en kijkt. Vaders staat naast de auto en vraagt: wat moet ik doen?
Ik ga een gesprek aan met mevrouw en vraagt of tot nu toe alles goed gegaan is. Dat blijkt zo te zijn. Ze zegt dat ze morgen de uitgerekende datum heeft en ook dan ingeleid zal worden in een ziekenhuis in de stad. Zojuist zijn de vliezen gebroken, maar weeën heeft ze niet. Tja, vervelende situatie. Maar aangezien ze niet haar eigen woning in mag, en ze morgen toch gaat bevallen in een ziekenhuis, lijkt het mij een goed idee om ze nu maar vast naar dat ziekenhuis te laten gaan. Ik zeg dat ik wel even met betreffende afdeling ga bellen zodat ze daar naar toe kan. Maar mijn empathie en vindingrijkheid is anders dan die van de assistent gynaecoloog. Als ik betreffende dokter de situatie uitleg en er bij benadruk dat ze niet naar huis mag en ze morgen moet bevallen op zijn afdeling komt er weinig begrip naar boven. Tja, morgen is morgen en niet vandaag. Ze kan gewoon naar de verloskundige, want morgen is ze pas gepland. Even weet ik niet wat ik moet zeggen. Verloskundige?? Vraag ik verbaasd? Hoe dan? Het is nacht, mevr. zit in een auto, vliezen zijn gebroken, mag haar eigen woning niet in i.v.m. brand. En dan moet ik de verloskundige om controle vragen? Ik leg hem nog een keer de hele situatie uit en benadruk nog eens dat thuis geen optie is en mevrouw morgen gaat bevallen op ZIJN afdeling. Een beetje empathie en medewerking lijkt mij, gezien de situatie, wel op zijn plek. Maar hij blijft volhouden dat hij dit geen reden vind. Ik beëindig het gesprek door enkel te antwoorden. Ze komt er nu aan en over een kwartier staat ze op je afdeling. Uit mijn oren komt mogelijk nog meer rook dan uit die brandende woning.

Ik moet nog even wat dingen overleggen met de politie en brandweer. Ik zeg tegen mevrouw dat ik met enkele minuten weer terug ben. Nadat ik wat dingen heb afgehandeld kom ik bij mevrouw terug die met een gelaten blik vertelt dat ze niet naar het ziekenhuis mag. Hoezo niet vraag ik, daar ga je wel heen. Nee, maar terwijl ik in overleg was, heeft de betreffende dokter mevrouw op haar mobiel gebeld en haar te kennen gegeven dat ze niet naar het ziekenhuis mag komen, want er is NU geen indicatie voor. Dit is niet te geloven. Ik sta met stomheid geslagen. Wat denkt dat figuur van een dokter wel? Mevr geeft aan dat ze buikpijn heeft gekregen. Ik zeg tegen haar, blijf in de auto. Rij naar het ziekenhuis. Ik bel de SEH dat je er aan komt. (zwangere vrouwen gaan altijd direct naar een aparte afdeling en hebben met een SEH niets te maken). Als je op de SEH ben, moeten ze je wel in behandeling nemen. Dan gaan we het op deze manier spelen. Wat een schoft om mevrouw in deze situatie aan haar zelf over te laten. Op de SEH is mevrouw wel opgevangen. Hoe het verder is afgelopen weet ik niet, maar ik had zelf ook wat bluswater nodig na deze melding. Mijn dienst zat er op en ik ben naar huis gegaan. Ik vraag me onderweg naar huis af: ben ik soms te goedhartig, is mijn overdracht niet goed of kennen sommige mensen het begrip empathie niet?

vrijdag 4 oktober 2019

Kracht naar kruis




A1, steekpartij in de stad. Politie is ter plaatse en jullie kunnen doorkomen. Bij een melding als deze wacht de ambulance altijd totdat de politie heeft aangegeven dat de omgeving veilig is. Het kan maar zo gebeuren dat de dader naar zijn idee nog niet helemaal klaar is en zijn werk wil voltooien. Dan is het best fijn om collega`s van de politie om je heen te hebben. Nu werk ik sowieso graag samen met de politie, maar dat terzijde.
Onderweg worden we bijgepraat over het slachtoffer. Hij is in zijn been gestoken en het mes zit nog in zijn been. Als we aankomen zien we een man op de grond liggen en daaromheen een hoeveelheid toeschouwers waar een cabaretier jaloers op zou zijn. De man is aanspreekbaar. In zijn bovenbeen zit een gaatje welke veroorzaakt is door het mes wat nu recht in zijn onderbeen staat. Aan het mes te beoordelen bevind het lemmet zich zo`n 15 tot 20 cm in zijn been. Goed, resumé, wat heb ik? Een man die goed aanspreekbaar is. Goede parameters heeft, erg wit ziet, (maar dit kan ook van de schrik komen), en een mes in zijn been heeft. We helpen hem op de brancard en rijden naar het ziekenhuis. Het mes word gefixeerd en deze laat ik zitten. Die mogen de deskundigen in het ziekenhuis verwijderen. (mochten er bloedvaten geraakt zijn, kunnen deze harder gaan bloeden. Daarom word het mes in het ziekenhuis verwijderd). Wij leveren deze man af op een SEH en zijn dan klaar met de rit. Ik denk dat de collega`s van de politie wel iets langer bezig zijn met soortgelijke meldingen.

Een andere keer krijg ik een rit waarbij ik iemand vanaf het politiebureau naar een psychiatrische instelling moet brengen. Het betreft een jongeman die een poging gedaan heeft zichzelf om het leven te brengen. Door de politie is hij meegenomen en tijdelijk op het bureau vastgehouden. Nu word hij, na beoordeling door een psychiater, overgebracht naar een psychiatrische instelling. We worden vooraf bijgepraat over deze man. Via de camera waarmee de cellen in de gaten gehouden worden, zie ik een man op de grond liggen. Hij lijkt rustig. Maar de politie bied aan om met ons mee te gaan omdat er in het verleden bij deze man al diverse keren sprake is geweest van agressie. Nou als de politie het zelf al aanbied, dan ga ik daar maar van uit en geef ik ze graag een plaats in de ambulance.
We gaan de man ophalen uit zijn kamer. Daar ligt hij, naakt op de grond. Een jaar of 25. Als ik hem aanspreek, reageert hij niet. Nu ben ik niet zo van de proclamaties, maar hij is er erg goed in. Een en dezelfde zin wordt snel en continu herhalend opgedreund. Het vervelende is dat ik het niet eens kan verstaan. Ik kom er niet tussendoor. Dan tillen mijn collega en ik hem van de grond en leggen hem op de brancard. Ik heb niet de indruk dat hij op enerlei wijze tot actie aan te sporen is. De rit duurt een half uur. Ik verzeker u, een half uur lang met iemand in een ambulance die de gehele rit hetzelfde zinnetje opzegt, duurt enorm lang. Je negeert het, sluit je er voor af, maar op een of andere manier irriteert het ook wel. Ik ben blij als de ambulance stil staat en ik de patiënt mag overdragen. Hij heeft zich gelukkig rustig gehouden, want ook dat kan wel eens anders.

Een tijd geleden kreeg ik een melding van een dame die flauw gevallen was op straat. Ergens in de stad. Ik kom daar aan met mijn collega en treffen een vrouw aan die niet reageert op ons aanspreken. Ze geeft echter diverse signalen af dat ze niet bewusteloos is. Na indringende woorden word ze toch ineens `wakker`. We geleiden haar naar de ambulance waar ik een rustig gesprek met haar begin. Mevrouw word zelf veel rustiger en zegt dat ze in een familie kwestie is verzeild. Het geeft enorm veel spanning en het word allemaal iets teveel. Na een tijd nemen haar lichamelijke klachten af en is ze rustig geworden. Ik vraag wat ik kan doen voor haar. Maar ze wil niets en hoeft niets. Ze wil heel graag naar huis. Het is echter winter en erg koud en een jas heeft ze niet aan. Ik bied haar aan om haar thuis te brengen. Dat vind ze prima. Ze zit op de stoel en ik sta tegenover haar met mijn rug tegen de monitor. Mijn collega gaat vast voorin zitten om haar naar huis te rijden. Opeens, zonder enige aankondiging, geeft ze een gil, laat zich voorover vallen. Als ik daar niet had gestaan had ze haar hoofd tegen de kastjes gestoten. Alleen, ik stond er wel, en ze valt precies met haar hoofd in het meest gevoelige plekje die een man bezit. Kat in de zak…. Gelijk voel ik me klote(n)…. Vanuit een reflex pak ik ze bij de schouder en duw ze best stevig terug in de stoel. Daar blijft ze gillen en met haar armen zwaaien. Ik moet haar stevig beethouden anders vliegt ze door de auto vrees ik. Mijn collega, die deze liveshow via de spiegel en de camera heeft gezien, loopt blauw aan van het lachen. Gelukkig komt hij wel naar achteren om me een handje te helpen. De vrouw reageert echter nergens meer op en blijft enorm wild. Dan besluit ik om medicatie te geven, want dit gaat nergens heen. Na een injectie van een of ander goedje besluit ze toch te gaan slapen waarna ik ze op een SEH presenteer. Helaas, ik had haar met alle wil van de wereld even thuis willen brengen, maar dat gaat nu even duren vrees ik.

Collega`s helpen. Als je een melding krijg waarbij collega`s betrokken zijn, krijg je altijd net iets meer adrenaline. Rij je net iets harder. Ik heb het de achterliggende jaren al een keer of 10 meegemaakt en ik kun je verzekeren: het is verre van relaxed! Ik heb nachtdienst en ben bijna klaar om naar huis te gaan. Nog geen tien minuten te gaan. Ik sta wat te praten met iemand die mijn dienst gaat overnemen, alleen is zijn collega er nog niet. Dan ineens begint mijn portofoon herrie te maken en roept iemand van de meldkamer dat we naar een melding moeten van een gebouwbrand. Op zich geen vreemde melding, maar wel als er aan toegevoegd word dat er zich een collega in het pand bevind. Tja, dan gaan we zeker hard rijden. We komen ter plaatse en zien rook uit een flatwoning komen. Beneden staat een ambulance met een collega er in. De andere loopt op de galerij. Gelukkig denk ik, ik zie er 2. Ik ren naar boven om van mijn collega een beeld van de situatie te krijgen en of er niemand in het pand is. (voor hetzelfde geld waren ze met z`n drieën). Maar dan geeft hij aan dat de woning dicht is en er niemand meer in is. Maar wat is er dan wel gebeurd?
Hij was daar binnen geweest bij een patiënt die 112 gebeld had. Mijn collega’s zijn daar ter plaatse geweest en vonden nu geen aanleiding om mijnheer naar een ziekenhuis te brengen. Ze laten de patiënt achter, maar als ze naar de auto lopen hoort mijn collega een brandalarm afgaan en kijkt hij om. Dan ziet hij de woning waar ze net vandaan komen vol met rook staan. (zijn vroegere brandweerskills komen boven). Hij trapt de deur in en trekt de patiënt naar buiten. Deze was er niet van gediend dat de ambulance weer weg ging en besloot toen de woning maar in brand te steken. Ik moet zeggen, collega, chapeau voor je optreden! Je bent de brandende woning binnengegaan en heb de patiënt mee naar buiten genomen! En samen met je collega heb je verdere zorg verleend. Petje af voor jullie! Voor ons viel het gelukkig mee en hoefde ik geen medische zorg aan een collega te verlenen. Het verhaal is en blijft bizar.

woensdag 28 augustus 2019

Een geschenk uit de hemel...


Beroepsmatig hulpverlener zijn schept verwachting. Je bent herkenbaar in je uniform. Mensen verwachten iets van je en nemen snel dingen aan. Jij bent immers de professional. Met een collega die er het zelfde uitziet, een auto die herkenbaar is.
Afbeeldingsresultaat voor ongeval a29
Maar wat als je privé betrokken bent bij een incident en daarbij niet als hulpverlener herkenbaar bent. Een tijdje geleden was ik met mijn gezin onderweg voor een familiebezoek. Op de snelweg reden we achterop een ongeval. Het incident had net plaatsgevonden, want we waren de eerste auto die stopte achter het incident. De details zal ik besparen, de afloop was een dodelijk slachtoffer. Deze man leefde nog toen wij kwamen maar is aan zijn ernstige verwondingen ter plaatse overleden. Je staat er bij en kunt niet veel betekenen. Als ik aan het werk ben en een melding als deze krijg, kan ik onderweg aanrijdend vast bedenken wat ik zou kunnen doen. Ik ben in uniform en heb een hele auto aan materialen bij me. Nu werd ik ineens geconfronteerd met het incident. Vanuit het niets en onvoorbereid. Ik ben gekleed in een korte broek en sandalen. Heb totaal geen spullen bij me. Ik heb alleen mijn gezin bij me die met grote ogen toekijkt wat er gebeurd. Mijn dochter zit voorin de auto en wil het niet zien. Ze gaat achterin zitten.

Als ik tijdens mijn werk bij een incident komt, voel ik me zelfverzekerd. Nu denk ik als hulpverlener maar tegelijkertijd loop je tegen alle beperkingen aan omdat je niet als hulpverlener gekleed en inzetbaar bent. Ineens bedenk ik me: Dit maakt dus de `gewone` burger mee in deze situaties. Je wilt wel, maar kunt niet veel. Ik heb wel een goed gevoel overgehouden, wat betreft de dingen en beslissingen die we genomen en gedaan hebben. Samen met andere automobilisten die er ook waren.
Maar ja, het is heel vreemd om op deze manier bij een incident betrokken te raken. Je bent totaal buiten je comfort zone. Je denkt als hulpverlener, maar je handelt als leek (omdat je niets hebt).

Op een rustige middag krijg ik met mijn collega een melding van een vrouw die onwel geworden is in een kapperszaak. We hebben de vrouw nagekeken en ik besluit ze te presenteren in een ziekenhuis. Haar dochter wil mee met de ambulance en vraagt of ze achterin bij haar moeder mag zitten. De situatie is stabiel dus ik vind dit prima. Onderweg stelt ze vragen en is ze erg belangstellend. Dan ineens is daar de vraag: Hoeveel levens heb je al gered? Oeps, he, levens redden? Ik?

Tja, ik zit ruim 5 jaar op de ambulance, maar heb ik levens gered? Zo voelt dat totaal niet. Ik ben professioneel hulpverlener. Ik doe mijn best om zorg te geven aan mensen die dat nodig hebben. Maar dat ik levens heb gered? Ik geef dan ook als antwoord dat ik dat niet weet. Ik voel me geen levensredder. Wanneer iemand acute zorg nodig heeft, krijgt de persoon dat. Wanneer iemand een hartinfarct doormaakt is het zaak om de juiste behandeling te starten en snel naar een ziekenhuis te gaan. Maar heb ik dan een leven gered? Voor mij voelt dat niet zo. Wanneer ik in een weekend 3 reanimaties heb waarbij de ene wel lukt en de andere niet, ben ik dan een levensredder? Ook dan voelt dat niet zo. Ik heb mijn best gedaan waarbij de ene patiënt er wel baat bij heeft en de andere niet.
Nee ik voel me geen levensredder, en als je vraagt of ik levens heb gered, denk ik dat ik voor sommige patiënten alleen een positieve bijdrage heb kunnen leveren aan de behandeling en soms misschien de overlevingskans.

Sommige behandelingen doet mij mijn wenkbrauwen fronsen. Als ik naar een reanimatie moet van een man gaan we zoals gewoonlijk snel ter plaatse. Ik kom als 2e auto aan, net na de eerste ambulance. De reanimatie is opgestart door de collega’s van de brandweer. Met een heel cordon hulpverleners gaan we door. Bij navraag wat er is gebeurd blijkt deze man ziek te zijn. Zo erg dat de behandeling is gestopt en mijnheer naar huis is gebracht om de laatste dagen onder familie te kunnen doorbrengen. Nu is het moment daar dat hij is overleden. Als ik het verhaal hoor, schat ik de kansen uitermate klein in. Maar familie geeft aan dat het de uitdrukkelijke wens is om er alles aan te doen om hem toch hier te kunnen houden. We doen ons best, maar als ik naar mijn collega`s kijk, zeggen als die blikken hetzelfde als wat ik denk. De kans is uitermate klein, danwel nihil. We gaan het niet redden en stoppen met de reanimatie. We verlenen nog laatste zorg. Als ik later de gegevens van deze patiënt krijg, begrijp ik de familie wel. Het was me niet opgevallen, maar de patiënt is een stuk jonger dan ik zelf….

We worden gestuurd naar een truck parking in de havens van Rotterdam. Een vrachtwagenchauffeur heeft 112 gebeld in verband met rugpijn. Tja, rugpijn is nogal algemeen. We gaan ter plaatsen en worden opgevangen door een spaanse dame die ons naar een van de vele vrachtwagens leid op de parkeerplaats. Ze spreekt geen woord nederlands of engels en probeert ons met handgebaren en spaanse zinnen duidelijk te maken wat het probleem is. Ze wijst in de cabine van de vrachtwagen. Ik klim naar boven en zie op het bed achter de zitting een man liggen. Hij geeft aan enorme pijn te hebben en is bekend met een hernia. Hij vraagt of ik een spuit van een betreffende pijnstiller kan geven zodat hij weer verder kan. De betreffende medicatie heb ik niet en zou ik ook niet zomaar geven. Ik zeg dat hij zich dan moet vervoegen bij de huisartsenpost of SEH. (Het is zondagavond). Ik probeer uit te leggen hoe het systeem in Nederland werkt. Hij lijkt het te begrijpen maar geeft aan niet uit zijn cabine te kunnen klimmen. Maar ja, een vrachtwagen canbine is niet zo heel ruim en hij zal toch echt zelf vanuit zijn bed, over de stoelen naar buiten moeten komen. Tja, ik besluit om de man wat fentanyl te geven. Ik zeg er wel nadrukkelijk bij dat hij dan wel mee moet naar het ziekenhuis en vanavond niet meer mag rijden. Tja, dat moet dan maar. Een eerste gift lijkt niet veel te doen. Maar na de 2e en zelfs 3e gift lukt het uiteindelijk om, na heel veel proberen, wachten en zuchten, uit de cabine te komen. Hij heeft wel serieus pijn. Hij drijft van het zweet en ziet er uiterst beroerd uit. Ik zit ongeveer aan de grens van mijn pijnstilling. Ik neem hem mee naar het ziekenhuis waar ze hem verder behandelen. Aan het einde van de avond is de man, met adequate pijnstilling ontslagen. Ik ben zelf toch bijna 2 uur met deze rit bezig geweest…

Soms kun je voor mensen net iets meer doen dan de standaard zorg. Ook is niet alle zorg in protocollen te ondervangen. Ik krijg een melding van een dame die is gevallen. Door medewerkers van een winkel in de buurt is ze overeind geholpen en even naar binnen gehaald. Ik kom als rapid responder ter plaatse. Ik hoor het verhaal aan en onderzoek de patiënt. Ze heeft een klein wondje waar een paar hechtingen in moeten. Die kunst ben ik zelf niet machtig en is voor de huisarts. Ik vraag mevrouw waar ze woont en of ze familie heeft. Haar man is een tijdje geleden overleden en kinderen heeft ze niet. Een kennissenkring is zeer klein of niet in staat auto te rijden. Ik neem contact op met de huisarts en besluit mevrouw zelf even daar te brengen. Bij de huisarts, krijgt mevrouw voorrang en de huisarts bekijkt de wond en zegt dat gelijk even af te handelen. Ik wil weggaan maar mevrouw vraagt mij, hoe kom ik straks thuis. Tja, natuurlijk ben ik geen taxichauffeur. Maar een alleen staande vrouw van bijna 90 jaar kan ik ook niet helemaal aan haar lot over laten. Ik denk even na. Ondertussen is de huisarts al bijna klaar. Mevrouw woont niet heel ver hier vandaan. Dan neem ik een besluit en zegt mevrouw wel even thuis te brengen. Nogmaals, ik ben geen taxichauffeur, maar sommige situaties zijn nu eenmaal zo dat een beetje extra service gewoon even nodig is.
Mevrouw is blij. Onderweg praat ze honderduit. Ze gelooft in engelen in mensengedaanten zegt ze. En ze is er stellig van overtuigd dat ik er daar een van ben. Ik glimlach en zeg dat ik ook wel een andere kant heb hoor. Maar ze is er van overtuigd. Ik zet ze, na een heel kort ritje, thuis af. Je bent een geschenk uit de hemel zegt ze. Ik geef aan dat dit niet zo is. Bliksemstralen gaan ook van boven naar beneden. Ik zeg tegen haar dat ze wel even naar mijn vrouw mag bellen, kijken of die daar ook van overtuigd is… Maar nee dat kan niet zegt ze. Natuurlijk streelt het mijn ego als dat gezegd word tegen me, maar stiekem moet ik ook wel erg lachen.


woensdag 26 juni 2019

Vingerwijzing zonder 112

Bericht aan alle wagens. In verband met een grote telefonie storing zijn 112 en 0900-8844 niet te bereiken. We verzoeken alle voertuigen de straat op te gaan en waar mogelijk te kijken of je wat kunt betekenen. Ik herhaal....

Mijn dienst is net een half uur begonnen en we krijgen dit bericht van de meldkamer. We genoten nog even van de airco op onze post, want het was buiten behoorlijk warm. Maar goed, deze melding verstoort ons momentje maar we gaan de straat op. Zichtbaar voor iedereen, afgestemd met collega's waar we gaan rijden zodat we niet met zn allen op een kluitje rijden. Tja, hoe lang gaat dit duren? Een vraag waar niemand antwoord op weet. Wat we wel weten, is dat het enorm vervelend kan zin als je geen 112 kan bellen. Gezien het aantal meldingen normaal gesproken gaan er best wat mensen in paniek raken.

Door de organisatie word via sociale media en andere kanalen bekend gemaakt hoe de alarmcentrale wel bereikbaar is. Via een oproepsysteem worden collega's thuis gevraag naar het werk te komen. Dit heeft tot gevolg dat er gedurende de storing 70 eenheden paraat zijn in onze regio. Toch iets waar we als collega's best trots op mogen zijn. In welke tak van deze sport iedereen werkzaam is.

Ik verwacht drukte, maar wat me opvalt is alle rust. Hier en daar worden wat ritten uitgegeven. Maar vooralsnog is het rustig. Ik bedenk dat het wel chaos zal worden als alles weer werkt. Maar ook dan blijft alles rustig. Opmerkelijk.

Is de zelfredzaamheid ineens groter geworden nu 112 niet gebeld kan worden?

Gelukkig dat alles rustig is verlopen. Bij mijn weten geen grote missers. Ik vraag me wel af hoe het, anno 2019, kan gebeuren dat er gedurende zo'n lang tijdspanne geen 112 gebeld kan worden? Natuurlijk ben ik nu een stuurman op de wal, maar het zet me wel aan het denken. Alles moet tot in de finesses geregeld worden, en bij een telefoonstoring is er ineens onvoldoende backup. Merkwaardig, laat ik het daar maar op houden. Laat ik in ieder geval niet gaan vingerwijzen. 

Al met al is de avond rustig verlopen. Gelukkig uiteraard. Blijkbaar zijn we als hulpdiensten tot veel in staat. Zoveel collega's en mensen die naar het werk kwamen en zich verantwoordelijk wisten van hun taak.

Het was de bedoeling dat, wanneer mensen hulp nodig hadden, zich konden vervoegen bij een hulpdienst die ze maar zagen. Of het nu blauw, rood of geel was, dat word later onderling wel geregeld.

Sommige mensen weten ons sowieso wel te vinden op straat. Ik ben aan het werk en heb een inwerkverpleegkundige bij me. Deze is bijna klaar met zijn opleiding en al helemaal in staat om alle zorg zelfstandig uit te voeren. We hebben een patiënt in de auto die naar het ziekenhuis moet. De inwerkcollega zit achterin bij de Patiënt en ik vervoeg me voorin bij de chauffeur. We zijn bijna bij het ziekenhuis en staan voor een verkeerslicht te wachten. Het is gezellig en we lijken wel een 'stelletje ouwe wijven'.

Opeens word er op het raam getikt bij de bestuurder. Een man met veel paniek in zijn ogen vraagt het raampje te openen. Mijn collega laat het raam zakken en zodra hij ver genoeg gezakt is, krijgt hij een snoezige doek recht voor zijn neus. Tegelijkertijd begint de man een heel onsamenhangend verhaal waar we niet veel van kunnen maken. Maar dat hij hulp wil is wel duidelijk. Als we nog eens in de doek kijken, ligt er iets wat lijkt op een stukje worst. Paar cm lang, rare kleur met bloed er omheen. Dan zien we dat er een nagel aan zit en trekken we de voorzichtige conclusie dat we tegen een vinger zitten te kijken. Ik stap uit en de man neemt me mee naar zijn auto. Ik ben jullie maar gevolgd, en zodoende sta ik nu achter jullie. Mijn collega heeft zijn vinger er af gezaagd en moet naar het ziekenhuis. Tja, dat denk ik ook wel inderdaad. Ik heb echter 1 probleem en dat is dat ik al een patiënt bij me heb. Achterin is geen plaats voor nog een Patiënt. Het ziekenhuis is hooguit 1 km rijden.

De patiënt in het andere busje met 9,5 vinger ziet enorm bleek en staat op het punt om flauw te vallen. Het bloed niet meer en het restant is netjes verbonden. Ik overleg met mijn collega. Als jij nu doorrijdt naar het ziekenhuis. Dan stap ik wel bij het busje in en laat ik die bestuurder wel achter je aan rijden naar de SEH. Dus zo kan het gebeuren dat ik in mijn geel groene uniform in een busje zit waar met grote letters reclame op staat van een of andere aannemer. Een niet alledaagse vertoning. Onze inwerkcollega vertrouw ik de zorg wel toe van de al aanwezige patiënt. Zo gezegd, zo gedaan. Achter elkaar aan rijden we naar het ziekenhuis. Daar neem ik de gewonde man mee in een rolstoel waar ik hem overdraagt aan het personeel op de SEH.

Helaas was de vinger niet meer te redden begrijp ik achteraf, maar ik denk dat we met deze improvisatie goede zorg hebben verleend. Vingerwijzen gaat de man niet meer kunnen met deze vinger. 
Een 2e ambulance er bij laten komen had voor beide patiënten vertraging betekend.

Nu ben ik best handig en bouw ik rustig de veranda in mijn eigen tuin, maar ik voel me in een ambulance meer thuis dan in een busje van een aannemer.

zaterdag 13 april 2019

Wedloop met de dood


Afbeeldingsresultaat voor niet reanimeren
We rijden op zuid en krijgen een melding van een reanimatie. Een melding waar we er veel van krijgen. Onderweg krijgen we van de meldkamer nog meer informatie. Je bent de eerste wagen, kijk maar wat je kunt doen. Kijk maar wat je kunt doen? De melding is duidelijk toch? Dan vertelt de centralist dat de patiënt iemand betreft van 102 jaar oud. Er is echter ter plaatse geen `niet-reanimatie` beleid aanwezig. Nu heb ik op zich helemaal geen moeite met reanimeren maar als je de leeftijd hoor vraag ik me toch af, waarom? Begrijp me goed, een familielid verliezen is altijd een verdrietig moment. Maar we moeten denk ik op een gegeven moment de dood wel respecteren en iemand moet kunnen overlijden. Ter plaatse worden we snel gevolgd door de politie en even later de brandweer. Een heel circus aan hulpverleners die terecht ingezet worden bij een reanimatie. Eenmaal op het adres (boven in een flatgebouw) worden we opgevangen door een medewerker van de thuiszorg. We starten een reanimatie op (en eerlijk gezegd toch met gemengde gevoelens, maar zolang er geen beleid bekend is, moeten we ten allen tijde starten). Ik vraag snel aan de thuiszorg medewerker wat er is gebeurd en of mijnheer echt geen beleid heeft. Maar dat laatste word ontkend.
Ze vertelt dat mijnheer de deur open heeft gedaan. Daarna naar de kamer teruggelopen is en onderweg in elkaar gezakt is. Mijnheer heeft een gezond leven gehad. Hij gebruikt nagenoeg geen medicatie en is altijd vitaal geweest. We zijn met een reanimatie bezig waarbij heel veel technische handelingen worden uitgevoerd. Ik vraag nogmaals aan de thuiszorg medewerker of er een map aanwezig is. Die is er maar daar zit alleen een formulier in van de apotheek met die paar pilletjes die de patiënt slikt. Verder totaal geen informatie.
De patiënt is inmiddels geïntubeerd (buisje in de luchtpijp) als ik opeens een telefoon voor mijn gezicht krijg. Het blijkt een digitaal dossier te zijn van de thuiszorg instelling. Er staat duidelijk dat het de wens is van de patiënt dat deze niet gereanimeerd wenst te worden. Helaas en erg jammer. Ik vraag nogmaals, is dit het dossier? Ja klopt, allemaal digitaal he tegenwoordig.
We stoppen de reanimatie en leggen mijnheer netjes op zijn bed. Familie is inmiddels gebeld. Een mevrouw komt binnen met een rollator. Tja, als je 102 bent zijn je kinderen ook al aardig op leeftijd. Mevrouw is heel realistisch, het is goed zo. Een reanimatie moet wel tot een doel leiden. Ik kan dat alleen maar bevestigen. En wat is het doel van een reanimatie als je al 102 bent? Wat verwachten we. Maar goed, deze patiënt had de wens echter wel kenbaar gemaakt, alleen was deze informatie helaas niet beschikbaar op het moment dat hij overleed.
Een gemiste kans van de thuiszorgorganisatie. Een digitaal dossier is volkomen van deze tijd. Echter heeft de ambulancedienst daar geen inzage in. En als er dan toch een map is waar medicatiebladen in zitten, hoe moeilijk is het om aan de voorkant van deze map een duidelijke sticker te plakken met de wens wel of niet gereanimeerd te willen worden.
Nu is iemand overleden en worden er aan het lichaam allerlei technische interventies uitgevoerd, terwijl deze patiënt op bed gelegd had kunnen worden waarbij de patiënt en de dood gerespecteerd worden. Helaas…

Een andere dag rij ik met een andere collega en horen we onze pieper overgaan. We lopen naar de auto en kijken in het scherm wat de melding is. De melding blijkt uit een andere hoek van Nederland te komen. De melder maakt zich zorgen over iemand die in onze regio woont en die te veel gedronken zou hebben en waar ze nu geen contact mee krijgt.
We gaan er naar toe en houden alle opties open. De politie word op voorhand (om diverse redenen) meegestuurd. Ter plaatse is de politie al aanwezig en zijn met de hevig emotionele man in gesprek. Van afstand is duidelijk dat deze man te veel heeft gedronken. Hij word over een paar dagen opgenomen in een kliniek maar heeft zich nu niet in de hand. Hij word gestalkt door een vriendin. Dit blijkt de melder te zijn…. Hij is haar zat en neemt daarom zijn telefoon niet meer op. Tja, hij is goed aanspreekbaar alleen heel erg dronken. Maar ja, je mag dronken zijn in je eigen huis. Voor zowel de politie als de ambulance niet direct een reden om iemand mee te nemen. We gaan met de man in huis, op straat krijgen we teveel bekijks en kan vervelend zijn voor de persoon in kwestie. In zijn kamer staan enorm veel lege blikken bier.
Hij wil opgenomen worden, maar geen idee waar. Ik denk even na welke opties ik heb. De huisarts, gaat hier acuut niets kunnen betekenen. De SEH laat hem zo weer gaan. De acute dienst psychiatrie gaat deze man niet beoordelen omdat hij onder invloed is. Ik vraag of hij familie in de buurt heeft. Dat bevestigd hij en hij komt er naar eigen zeggen dagelijks. Maar nu heeft hij daar blijkbaar geen zin in. Hij doet allerlei pogingen om met de ambulance mee te kunnen. Hij heeft veel, nee, heel veel gedronken. Ik vraag hoeveel hij op heeft. IN een tijdsbestek van 20 uur heeft hij het gepresteerd om 56 (!) halve liter weg te werken. Een prestatie op zich. Ik ben verbaasd dat hij nog loopt. Maar gezien het gemak waarmee hij de laatste 3 in mijn bijzijn naar binnen gooit, moet ik hem wel geloven. Ook het aantal lege blikken laat niets aan verbeelding over. Ik leg hem uit dat ik niet echt weet wat ik kan doen en dat ik wat overweeg. In een moment van woede gooit hij alle blikken, asbakken etc door de kamer. Hij beukt op een raam om deze in te slaan, maar een streng woord houd hem toch tegen. Dan komt hij naar me toe en vertelt dat hij zeker wel naar het ziekenhuis moet. Hij heeft veel alcohol gedronken en van alcohol droog je uit. Tja, blijkbaar is er over deze redenatie nagedacht. Maar ik zeg hem dat hij misschien een punt heeft maar dat hij met 28 liter bier in zijn lichaam zeker niet uitgedroogd is. Dan word mijnheer boos en rent naar de keuken. Uit een messenblok trekt hij het grootste mes en snijd in zijn arm. Dan pakt een van de blauwe collega`s het busje pepperspray en geeft de man een gezichtsbehandeling. Het duurt maar heel even of het met licht op de grond en de patiënt is volledig gedesoriënteerd door het vuurwater in zijn gezicht. Nu neemt de politie hem mee naar het bureau.
Ik heb in middels wel bewondering voor pepperspray gekregen. Mijn collega en ik stonden zeker niet in de vuurlinie maar voelen wel alle irritaties die er bij horen. Als we buiten zijn neemt dit gelukkig snel af. Het zal bet heel beroerd voelen als je dat recht in je gezicht krijg. Ik heb hier genoeg gezien. We wensen de collega`s van de politie succes en rijden (met raam open) terug naar de post.

donderdag 28 februari 2019

Ontspoort


Afbeeldingsresultaat voor uit de bochtDat wij met ons werk te maken hebben met ongevallen mag duidelijk zijn. Soms heb ik zelfs het idee dat mensen denken dat we niets anders doen dan reanimeren en mensen uit verkreukelde auto`s halen. Dit is echter totaal niet het geval. Natuurlijk hebben we met ongevallen te maken, maar dit betreft maar een klein gedeelte van ons werk.
Wanneer je echter geroepen word bij een ongeval blijf je je soms verbazen over de uitkomst. Soms lijkt er niet veel schade, maar als je de patiënt dan onderzoekt heeft deze toch meer letsel dan je zou vermoeden. Andersom is ook regelmatig het geval.

Nu hebben we geen strenge winter gehad dit jaar, maar er zijn toch enkele momenten geweest dat het glad was op de weg. Ik heb dienst en de temperatuur ligt net boven het vriespunt. De lucht die aan het begin van de dienst zo helder was, trekt dicht en het word mistig. Mist in combinatie met deze temperaturen is een gevaarlijk fenomeen.
We krijgen een melding dat er ergens in de regio een auto uit de bocht is gevlogen. Een niet geheel onverwachte melding. We gaan zo snel als de omstandigheden het toelaten ter plaatse. Daar aangekomen lopen wat mensen en ligt er naast een dijkje een auto die een betere staat heeft gekend. Het is donker, dus geheel overzichtelijk is het nog niet. Er komen wat mensen naar ons toelopen. Een van deze mensen blijkt de bestuurder te zijn. Hij vertelt het verhaal dat hij op deze dijk reed, en niet eens zo hard. Maar opeens was hij de grip kwijt en raakte naast de weg. Gezien het eerste aanblik van de auto moet deze persoon onderzocht worden. Ik laat hem plaats nemen in de ambulance en voer een volledig onderzoek uit. Maar wat ik ook meet of vraag, er zijn geen afwijkingen. Prima zou je denken. Als ik klaar ben vraag ik hem even te blijven zitten zodat dat ik ondertussen even naar zijn auto kan kijken. Dit geeft me een idee van de impact waarmee het ongeval heeft plaats gevonden.

Nu heb ik de tijd om de auto ook van de voorzijde te bekijken. Als ik dat zie krijg ik toch het idee dat het sneller gegaan is dan vermoed. Het motorblok van deze auto ligt een aantal meter voor de auto. De voorkant is volledig weggeslagen. Dit is hard gegaan. Ik maak wat foto’s om deze te laten zien aan de arts in het ziekenhuis. Want deze man mag dan wel geen klachten hebben, op basis van de impact neem ik hem toch mee voor een volledig onderzoek. (de kans bestaat dat er inwendig toch wat problemen zijn die zich nu nog niet laten zien).

Onderweg naar het ziekenhuis laat ik de foto’s aan de jongeman zelf zien. Hij word even stil en zegt dan: Ik geloof dat ik wel bewaard gebleven ben. Tja, en deze opmerking kan ik alleen maar beamen. Dit had heel anders af kunnen lopen. Ons lichaam is niet bestand tegen krachten van deze grootte.

Een andere melding betreft een aanrijding met een auto versus voetganger. Ik rij als Rapid Responder. Er is een voetganger aangereden en deze is niet meer aanspreekbaar. Dit laatste is geen goed teken. Ik ga zo snel mogelijk ter plaatse. Aangekomen ligt er een man op de grond. Zijn hele hoofd is bebloed en hij lijkt inderdaad niet te reageren. Omstanders hebben gezien dat hij zomaar overstak en daarbij is aangereden door een passerende auto. Als ik de man aanraak reageert hij wel. Wat me opvalt is dat er een enorme alcohollucht boven hem hangt. Echter een gesprek is (door verschillende factoren) niet te voeren. De andere ambulance die ter plaatse komt gaat deze man vervoeren. Met elkaar immobiliseren we deze man zodat hij veilig op transport kan. Ook hier ga ik de auto bekijken. De auto die deze man aangereden heeft ziet er uit alsof hij tegen een dikke boom gereden is. De voorruit is volledig kapot. De motorkap is verkreukeld en 50 cm korter geworden. Het slachtoffer heeft er alle recht op om veel letsel te hebben.

0Later wordt ik gebeld door de collega van de ambulance die hem heeft vervoerd. Het enige letsel bij deze man is een hersenschudding en een gat in zijn hoofd. Tja, ook dit had heel anders kunnen aflopen als we een inschatting maken op basis van de impact.
Soms kom je in situaties die je niet geheel in de hand hebt of die ineens heel anders verlopen waar je bij staat. Ik krijg een melding van een vrouw die aan het doordraaien is. Ze is bij haar ouders en gedraagt zich raar. Dan agressief en dan ineens rustig. De familie heeft al gebeld met de acute dienst psychiatrie maar die is nog met een andere melding bezig aan de andere kant van de regio. Het gaat dus nog wel even duren. De familie is bang dat het uit de hand gaat lopen en heeft 112 gebeld. We gaan er naar toe met collega’s van de politie.

Ter plaatse worden we door een ouder echtpaar opgewacht. Dit blijken de ouders te zijn. Ze vertellen ons dat het `s middags al niet goed ging. Haar stemming veranderde en ze werd soms om niets heel boos. We gaan naar binnen en horen haar schreeuwen. Ze is in een aparte kamer met een broer die haar nog enigszins weet te kalmeren. De ouders zijn bang. We overleggen met de collega’s van de politie en maken een plan. Ik trek uit voorzorg wat medicatie op. We maken een plan A, B en C. We wachten eerst op nog andere collega’s van de politie zodat we wat meer mensen hebben. Mensen in een psychose zijn nogal onberekenbaar en je wilt niet dat het volledig uit de hand loopt.

Eerst ga ik met de ouders praten. Ik vertel dat we gaan proberen haar te kalmeren en dan de situatie bekijken. Als het echter niet lukt zoals we wensen kan het zijn dat ze overmeesterd moet worden. Dit ziet er niet fijn uit. Echter zijn de ouders begripvol. Ze willen maar een ding en dat is dat deze situatie voorbij is. Ik ga met mijn collega de kamer in waar mevrouw zich bevind. De politie blijft in de kamer ernaast maar wel in het zicht. Mevr. reageert direct enorm afwijzend naar ons en reageert dan agressief en dan weer rustig. Op een gegeven moment gaat ze op bed liggen. Ik probeer een gesprek om de situatie en haar stemming in te schatten. Er komt een enorm onsamenhangend verhaal naar voren wat niets heeft te maken met het hier en nu. Er is geen touw aan vast te knopen. Opeens springt ze op. Schreeuwt hard en rent door de kamer. Bij het raam haalt ze uit en slaat het raam kapot. Ze heeft wat kleine verwondingen aan de hand. Ze schrikt hier zelf van en lijkt wat tot zichzelf te komen. Ze is 5 minuten rustig. Dan springt ze ineens weer op, rent naar het raam en neemt een snoekduik. Het gaat zo snel dat ik het niet helemaal kan volgen. Wat er achter het raam stond weet ik niet, maar iets heeft haar sprong geremd. Hier ben ik enorm blij mee aangezien we op de 1e verdieping staan. Alleen haar hoofd is door het raam gegaan. Hevig bloedend schreeuwt ze en rent ze door de kamer. Ik geef aan de collega’s van de politie een sein dat we deze dame moeten overmeesteren. De wond bloed hevig en voordat er nog meer gebeurd moet dit veranderen. Voordat ze zichzelf nog meer schade toebrengt moet er ingegrepen worden. De politie overmeesterd haar en ik geef haar medicatie zodat ze rustig word. De wond word verzorgd en ze gaat mee naar het ziekenhuis.

IN situaties als deze ben ik enorm blij met intercollegiale hulp. Met elkaar kun je deze situatie aan. Je probeert het op de meest rustige manier te doen, echter gaat het niet altijd zoals je zou willen. Dat ik een enorm bloedende patiënt in de auto heb, had ik vooraf niet voorzien. Als mevrouw slaapt door de medicatie praat ik even snel de ouders bij die enerzijds blij zijn, maar aan de andere kant wel geschrokken zijn van deze heftige situatie. Ik wens ze sterkte en breng mevrouw dan naar het ziekenhuis.
Het is triest om te zien wat er gebeurd als het in het hoofd niet meer gaat zoals het zou moeten. Een psychose, iedereen kan het overkomen. Je totaal in een andere wereld bevinden. Beheerst worden door angsten en andere emoties. Zo erg dat je een bedreiging vormt voor jezelf en je omgeving. Op dit gebied valt er in Nederland nog enorm veel winst te behalen qua zorg en opvang. Nu lijkt de zorg te verbrokkelen, maar in de psychiatrie is deze aftakeling het grootst denk ik.


woensdag 23 januari 2019

Oud en Nieuw


Oud en nieuw is een van de drukste diensten op de ambulance. Vaak is het een gekkenhuis en rijd je van de ene naar de andere melding. Zo ook deze keer. Een rustig begin, maar toen het eenmaal middernacht was geweest liep het storm. Vuurwerkslachtoffers? Ja die zijn er, al heb ik ze in deze dienst niet gezien. (en mijn vorige oud en nieuw diensten ook niet). Er wordt heel veel gewaarschuwd voor de gevaren van vuurwerk. Maar het zou goed zijn als ze dat  ook doen voor alcohol. Er vallen meer slachtoffers als gevolg van overmatig alcoholgebruik dan van vuurwerk. Maar ja, dat is een politiek issue, ik denk dat alcohol de samenleving ook meer kost dan de vuurwerkslachtoffers.

Het was onrustig in de stad. Net na middernacht al een melding van een geweldsincident. Een mooi begin van het jaar met een steekwond in je voorhoofd. Tja, meestal begin ik het jaar anders. Gelukkig was het allemaal oppervlakkig en komt het slachtoffer er goed van af. Later in de nacht nog een incident waarbij een slachtoffer is neergestoken. En dan nog de andere meldingen in de stad waar collega`s bij geweest zijn. De sfeer is apart. Onrustiger dan voorgaande jaren.

Vechtpartij in een discotheek. Prima, we zijn al onderweg. Aangekomen worden we opgevangen door een portier. Die laat ons voor de deur wachten en zal het slachtoffer binnen gaan halen. Even later blijkt de jongeman al naar buiten te zijn gegaan. Dan worden we geroepen naar een paar jongens waarvan een van het slachtoffer blijkt te zijn. Hij heeft flinke tikken gehad getuige al het bloed op zijn hoofd en gezicht. Ook mist hij een voortand. Terwijl we aan het praten zijn komt een andere groep naar ons toe die blijkbaar de tegenpartij is. Met veel geschreeuw en lawaai komen ze naar ons toe en uit alle bewoordingen blijkt wel dat het bepaald niet zijn vrienden zijn. De sfeer is grimmig. 20 man duidelijk onder invloed van veel alcohol die nog even revanche komt halen. Ik ga hier niet op wachten. Snel die ambulance in, zeg ik tegen het slachtoffer. Tegen de chauffeur zeg ik dat hij maar even 2 straten verder moet gaan staan voordat het hier uit de hand loopt. Daar kijk ik de jongeman nog even na en blijken de verwondingen mee te vallen. Hij is naar de stad gegaan om een feestje te vieren. Dat zal hij zich herinneren. Hij had speciaal een nieuw pak gekocht voor dit feest. (ik begrijp niet waarom je een nieuw pak koopt als je naar een discotheek gaat). Hier maakt hij zich nogal druk om, want er zit bloed en drank op zijn kostuum. Hij heeft zijn ouders gebeld en die komen hem ophalen. Hij is bang geweest. Nee, dat heeft hij niet gezegd. Maar er verspreid zich in de ambulance een lucht die alleen maar kan komen doordat je kringspier van angst even niet meer goed sluit. Als hij gaat staan, geeft een aanblik op de stoel bevestiging. Tja, daar ga je met je nieuwe pak. Bedankt kerel, voor het bevuilen van de ambulance. De rest van de dienst zijn we aan je herinnerd.

Een andere jongen is volledig van de kaart door het overmatig alcohol gebruik. Maar goed, op zich geen reden om door een ambulance mee genomen te worden. Hij mankeert verder niets en is goed wekbaar. Dat je jezelf helemaal onderkotst is niet mijn probleem. Ik neem hem mee naar een taxi, en zegt dat hij die maar moet nemen naar huis. Eerst weigert de chauffeur (wat ik snap als er iemand met een volledige maaginhoud op zijn kleding mee wil), maar zijn vriend bied een geldbedrag en ineens draait de chauffeur om. Hij pakt hem beet, legt hem achterin de taxi en scheurt weg. Tja, als je 6x een uurloon word geboden kijk je niet zo krap blijkbaar.

Een andere dienst werk ik als rapid responder. Of ik wil gaan naar die en die weg. Daar staat een auto aan de kant met een dame die last heeft van pijn op de borst. Ik ga er heen en tref een klein autootje aan waar 2 mensen inzitten tussen heel veel goederen. Maar de betreffende dame zit in een camper die er achter staat en toevallig ter plaatse was. De bestuurder van deze camper was zo vriendelijk deze dame even in te laten stappen. Ik kijk mevrouw na en ontdek geen afwijkingen. Ze is erg gespannen. Dan komt het hele verhaal er uit. Ze verhuizen vandaag en dat geeft zoveel stress dat ze is gaan hyperventileren. Dit heeft ze vaker. Ze verhuizen naar de andere kant van Nederland, want waar ze tot nu toe heeft gewoond is haar slecht bevallen. Terug naar haar geboortegrond. Maar er zijn nogal wat problemen in haar leven. Manlief komt op de fiets ter plaatse. Ik zeg dat hij mooi verder kan rijden, maar hij heeft geen rijbewijs. Pfff, en nu. Dan komt de verhuiswagen langs. Na een stoelendans is uiteindelijk toch iedereen op weg naar de nieuwe bestemming. Aan mevrouw wat adviezen gegeven en gezegd vooral vooruit te kijken.

Melding reanimatie. Ik ga zo snel mogelijk ter plaatse. Ik ben als rapid de eerste ambulance eenheid en word opgevangen door de brandweer. In een bovenwoning word een man van 82 gereanimeerd. We gaan door met de reanimatie en proberen zo goed als mogelijk het hart weer op gang te krijgen. Deze man woont samen met zijn vrouw. De vrouw is echter dementerend en heeft geen idee wat er zich afspeelt. Wat een sneu verhaal bedenk ik me. Ondanks al onze inspanning lukt het niet om het hart weer op gang te brengen en besluiten we te moeten stoppen met de reanimatie. Dat gebeurt wel vaker en is gebaseerd op protocollen. Ik ga naar mevrouw toe en leg haar uit wat er is gebeurd en dat haar man is overleden. Het komt niet helemaal binnen. Waar is dat dan gebeurd? Gewoon thuis? Ooh, echt joh? Ik vraag of ze familie heeft. Ze heeft een zoon, maar waar die woont heeft ze geen idee van. Aan de foto`s in huis te zien moet er inderdaad een zoon zijn. Gelukkig weet de politie deze gegevens te achterhalen. De zoon word gebeld met de mededeling dat zijn vader is gereanimeerd maar dat het niet heeft mogen baten. Hij zegt zo snel mogelijk te komen. De huisarts komt ter plaatse voor officiële zaken. Ik laat de zorg aan de huisarts over. Onderweg naar de post denk ik nog even over de situatie na. Wat een triest verhaal eigenlijk. Al een hele lange tijd bij elkaar. Je man overlijd plotseling, word gereanimeerd. Mevrouw heeft geen idee wat er allemaal aan de hand is, laat staan dat ze beseft dat haar man zo juist is overleden. Daarbij komt dat deze vrouw waarschijnlijk volledig door haar man werd verzorgd. Ze kan ook niet meer zelfstandig thuis wonen. Triest. Hopelijk weet de huisarts met de zoon een snelle en goede oplossing te vinden.HtHte