zondag 18 december 2016

Geduld

Soms is een hulpverlener volledig overbodig. Althans, dat gevoel krijg ik soms. Dan vraag ik mezelf direct af waarom dan toch onze hulp word gevraagd. Zolang je dan bevestigt wat mensen zelf denken, vind iedereen het prima. Maar als je met een andere diagnose komt dan wat mensen zelf bedacht hebben zie je soms de twijfel op de gezichten komen. Vooral als ze al op internet gekeken hebben wat hun probleem is. Vaak komen er door mensen zelf ook nog argumenten en opmerkingen bij om aan mij te laten zien dat de situatie toch wel heel erg is. Uiteraard zijn daar voorbeelden van te noemen. Als iemand zegt pijn te hebben, zeggen bepaalde factoren altijd in welke mate pijn wel of niet vervelend is. Al ben ik voorzichtig met opmerkingen over pijn omdat ik het niet voel, krijg je soms toch het idee dat de werkelijkheid anders is dan word voorgesteld. Vrij regelmatig hoor je al snel de opmerking: hij heeft echt een hoge pijngrens hoor... Wanneer deze (veelgehoorde) opmerking geplaatst word denk ik altijd: we zullen zien. Als iemand zeg heel veel pijn te hebben en vervolgens bijna tegen het plafond springt als hij een infuusnaald krijgt heb ik wel een beeld van de pijngrens. Of iemand die enorm pijn heeft en niet kan lopen maar wel nog even zijn telefoon kan pakken voor dat hij mee gaat in de ambulance... Voor bloeddruk geldt soms hetzelfde. Je meet een bloeddruk van een patient. Deze is voor iedereen zichtbaar. Als deze iets afwijkt van de waarden die als normaal word aangeleerd, krijg je al snel te horen: dit is hoog voor hem want normaal heeft hij een lage bloeddruk. Of andersom. Een andere interessant ontwikkeling is de dalende prijs van bloeddrukmeters en saturatiemeters. Niet zelden hebben mensen deze gebruikt en word een ambulance gebeld als waarden ineens iets afwijkend zijn. Terwijl er legio oorzaken zijn waardoor waarden zouden afwijken. Mij is ooit geleerd dat we patienten behandelen en geen cijfers. Maar dit staat volgens mij niet in de gebruiksaanwijzing van genoemde apparaten. Soms vraag ik me serieus welke verwachting mensen hebben van ambulancepersoneel. Kom je bij een melding, is het eerste wat gezegd word: ik ga niet mee hoor... maar waarom bel je dan vraag ik me af. Als je geen hulp wil moet je ook niet bellen. Of men verwacht ineens alles van een hulpverlener. Kom je bij een familie waarvan de vrouw des huises niet lekker is. Deze melding krijg je in de nacht van zondag op maandag rond half 6. Als je de patient probeer te beoordelen, vraag je ook hoe lang de klachten bestaan. Dan krijg je als antwoord dat het al sinds donderdag is. Ik vraag dan serieus wat je van me verwacht. Je gaat niet vrijdag naar je eigen huisarts. Je belt niet zaterdag de huisartsenpost. Nee, je wacht tot maandagmorgen half 6 en belt dan 112. Ik vraag me dan serieus af wat je denkt dat ik kan doen. Kun je dan ook niet wachten tot de eigen huisarts zijn praktijk opent om 8 uur? Mensen die zelf een diagnose stellen zijn ook bijzonder. Zo kom ik bij een man van middelbare leeftijd. We komen binnen en het eerste wat dhr tegen mij zegt: ik heb een hartinfarct. Nu is dat altijd mogelijk maar wil toch eerst wat zekerheid. Maar als ik wat onderzoek wil doen en vragen stel word gevraagd of ik hem niet geloof. Ik zeg dat ik geloof dat hij niet lekker is, maar voor een diagnose "infarct" heb ik wat meer nodig. Alle vragen die ik stel zijn stom en belachelijk. Maar hoe meer vragen ik stel, hoe minder ik geloof dat mijnheer een infarct heeft. Pijn op de borst kan inderdaad wijzen op een hartinfarct. Maar kan ook heel goed iets anders zijn. Als ik een ECG (hartfilmpje) heb gemaakt zie ik daar geen verontrustende dingen op. Als ik dat tegen mijnheer zeg, krijg ik van zijn vrouw als antwoord dat de cardioloog pas gezegd had dat ambulancemedewerkers geen verstand van hartfilmpjes hebben. Even tot 10 tellen Henk....  Dan zeg ik dat ik inderdaad geen cardioloog ben, maar ik wel zeker ben van mezelf dat ik een infarct herken op het ECG. Daarbij denk ik dat mijnheer helemaal geen infarct heeft omdat alle klachten a-specifiek zijn. En aangezien het ECG ook geen infarct laat zien ben ik er redelijk zeker van dat deze klachten niet van het hart zijn. De mensen zijn hier duidelijk niet mee eens. De vorige keer dit en de vorige keer dat. En je ben maar van de ambulance. Ik geef toe, in de nacht is mijn geduld een beetje minder. Maar als je zo graag midden in de nacht naar het ziekenhuis wil neem ik je mee en ga je daar maar wakker liggen. Dan prikken ze bloed en weet je het zeker. Ik geef hem een infuus en leg hem op de brancard. Onderweg leg ik nog een keer uit waarom ik denk dat het niet cardiaal is. Ik krijg als antwoord dat die cardioloog gelijk heeft. Ik vraag wat hij bedoelt. Ja, die cardioloog zei toch dat ambulancemedewerkers geen verstand van hartfilmpjes hadden. Nou, ik geloof helemaal dat die gelijk heeft. In het ziekenhuis draag ik over. Daar blijkt dhr al vaker met deze klachten ingestuurd te zijn dan wordt er bloed afgenomen en kan hij weer gaan. Als ik mijnheer nog een hand geef kan ik niet laten om te zeggen dat het maar goed is dat hij in het ziekenhuis is. Daar zijn tenminste mensen die wel verstand van hartfilmpjes hebben...
Een andere keer krijg je een reanimatiemelding bij de huisarts. Binnen een aantal minuten staan er politie, brandweer en ambulancemedewerkers in de kleine praktijk. Op het onderzoeksbed ligt een man met een ernstig bleke huidskleur. Zijn borstkas gaat op en neer. Gelukkig denk ik bij binnenkomst: hij doet het. Ernaast een jonge huisarts met rode konen. Ze is enorm opgelucht dat we er zijn laat ze weten. Mijnheer heeft al 2 dagen van pijn op de borst en was nu naar de huisarts gegaan. Daar aangekomen ging hij op de onderzoekstafel liggen. Vervolgens reageerde hij niet meer en stopte hij met ademen. De huisarts is begonnen met reanimeren. Nadat de AED was aangesloten heeft deze een keer een stroomstoot gegeven en kreeg mijnheer weer eigen ritme en bloedflow. Dat is het moment dat wij binnenkomen. Als de huisarts het verhaal doet en ik daarbij naar mijnheer kijkt denk ik: dit zou wel eens een infarct kunnen zijn. Het ECG wat we maken bevestigt mijn vermoeden. Met behulp van de brandweer weten we mijnheer buiten te krijgen. (Praktijk was op de 1e etage). Snel naar het ziekenhuis waar hij een hartcatetheristatie heeft ondergaan. De huisarts is erg opgelucht. Voor haar was het de eerste keer dat ze een reanimatie had buiten het ziekenhuis. Tja dan staat de adrenaline tot boven je oren.
Soms word er gewoon een beroep gedaan op je geduld. En merkwaardig genoeg blijk ik dat af en toe nog te hebben ook. Of we een dame op kunnen halen die een gedwongen psychiatrische opname krijgt. Dit heeft ze vaker gehad en meestal gaat het niet zonder slag of stoot. Daarom zijn collega's van de politie meegestuurd. Het is zomer en erg warm. Mevrouw zit op de zolder waar het nog warmer is. Maar dit lijkt haar eigen wereldje te zijn waar ze helemaal woont. Er zijn diverse aanwijzingen dat ze zelfs voor een toiletbezoek niet naar beneden komt. Als we tegen mevrouw zeggen wat we komen doen en wat het plan is, wil ze eerst het papier zien waarop staat dat ze moet worden opgenomen. Als ze het in handen heeft begint ze deze heel langzaam hardop te lezen. Ik sta voor een open raam waardoor het redelijk is uit te houden. Zon, open raam en een briesje. De agenten staan ergens anders in de kamer waardoor zijn mikpunt zijn van andere geurtjes. De ene agent laat toch wel weten dat dit wel erg lang duurt. Maar mevr zegt dat ze dit eerst zal lezen. Als er inderdaad staat dat ze opgenomen moet worden zal ze meegaan. Maar ook absoluut niet voordat ze het epistel heeft gelezen. Helemaal! Werkelijk iedere punt word gelezen. Geen komma overgeslagen. Tja denk ik. Weet ik ook eens wat er in zo'n artikel staat. Uiteindelijk is ze klaar en gaat ze mee. Maar eerst moeten er nog een aantal tassen mee. Niet 1, niet 2 maar 5 tassen. Met heel erg veel medicijnen en sigaretten. Ik laat het maar. Het heeft lang genoeg geduurd. Dat probleem mogen ze bij de psychiatrie oplossen. Geduld is een schone zaak, maar rekbaar en eindig!

donderdag 1 december 2016

Bloedserieus

Dat je op de ambulance regelmatig te maken heb met bloed, mag duidelijk zijn. Iedereen heeft het in zijn lichaam, dus bij het minste gaatje, sneetje of welke verwonding ook, komt er wel wat van dat vocht vrij. Natuurlijk schrik je daar niet van als we dat tegen komen. Wij hebben immers een sterke maag en kunnen het aanzien van bloed met de daarbij behorende geur gewoon verdragen. Soms roept het vragen op. Een oude dame belt 112 en zegt dat ze veel bloed verliest. Zo bij de tijd als ze nog is zegt ze er bij dat de buren ook een sleutel van haar huis hebben. Natuurlijk wordt er een ambulance naar deze dame gestuurd. Laat ik nu net de gelukkige zijn om bij deze dame te kijken. Als we aankomen op het aangegeven adres en aanbellen wordt er niet open gedaan. Echter, omdat mevrouw al expliciet had aangegeven dat de buren ook een sleutel hebben gaan we al snel naar de buren om deze op te halen. We komen binnen en treffen mevrouw op de slaapkamer. Ze is niet aanspreekbaar. Op de slaapkamer is het een grote bende. overal kledingstukken, de kast staat open en het nachtkastje licht ondersteboven. Maar wat me nog het meest zorgen baard: Werkelijk de hele slaapkamer zit onder het bloed. dat wil zeggen: de vloer, de muren, het bed, kleding en mevrouw zelf. Ik zeg tegen mijn collega dat we hier wel politie bij nodig hebben. Want het eerste wat bij mij opkomt is dat er iemand binnen is geweest en het op het geld of de sieraden van deze dame had gemunt. Terwijl hij via de meldkamer de politie oproept doe ik vast wat onderzoek bij deze dame. Een nauwelijks voelbare pols bij een ijzig witte dame. Snel geef ik een infuus om in ieder geval de bloeddruk wat omhoog te krijgen. Ik heb werkelijk geen idee waar al dat bloed vandaan komt. Ik zie niets stromen. Ik zie geen wonden. heel opmerkelijk. Het infuus loopt in waarop de bloeddruk stijgt en mevrouw bij komt. De politie is inmiddels ook binnen gekomen. Het lijkt er op dat mevrouw weer redelijk helder is. Omdat de waardes (bloeddruk etc) nu goed blijven, wil ik mevrouw een heel klein beetje schoonmaken voordat we haar meenemen. We poetsen haar een beetje op. Als ik een doekje over haar benen haal, spuit ineens het bloed eruit. Ik schrik, maar druk dit wondje gelijk af. Ondertussen is mevrouw zo wakker dat ze kan vertellen wat er gebeurd is.  De door de politie gealarmeerde dochter is inmiddels ook ter plaatse. Mevrouw vertelt dat ze spataderen heeft. Toen ze naar bed wilde, stootte ze haar been tegen een stoel en vervolgens is er een spatader open gesprongen. Deze begon heel erg hard te spuiten. ze wilde eerst naar de badkamer om daar een doek te pakken. toen dat niet lukte wilde ze iemand bellen en is ze dus met een spuitende spatader naar haar bed gelopen om de telefoon van het nachtkastje te halen. In haar haast is ze gestruikeld en toen ze zichzelf wilde optrekken is het nachtkastje omgevallen. Al met al verklaart het wel dat de hele kamer onder het bloed zit en het nachtkastje omgevallen is. Zo blijkt dat er achteraf toch wat anders aan de hand is dan we in eerste instantie vermoedden. Ik bedank de collega`s van de politie en achteraf kunnen we er nog best om glimlachen.eigenlijk zijn we gewoon opgelucht dat het niet is wat we eerder vermoed hebben. En gelukkig is dit goed afgelopen. Soms moet je niet denken: wat, als....
Nu het toch over bloed gaat: melding steekpartij. Tijd voor actie. wat gaan we aantreffen en wat is er gebeurd. Is het ernstig of valt het mee. Rare meldingen eigenlijk. Blijkbaar vinden sommige mensen het nog steeds nodig om een gaatje in een medemens te prikken. Al is niet iedereen daar heel bedreven in. Dit als meevaller voor het slachtoffer. Maar goed, we gaan naar de melding waar een aantal mensen ruzie hebben gehad. Als we aankomen is er al veel politie ter plaatse. Buiten staan 2 agenten met een man die wat bloed aan zijn handen heeft. Deze man is onder invloed van alcohol en nog wat geest verhelderend spul. Als ik naar zijn hand kijk, denk ik dat het nogal meevalt. 2 wondjes waar wel wat bloed uit stroomt, maar niet heel spectaculair. Volgens de politie is dit het enige slachtoffer. Ik neem hem mee in de ambulance waar ik hem nakijk. Ik krijg weinig zinnige antwoorden van deze man als ik vraag wat er is gebeurd en waar hij is verwond. `alleen in mijn poot`: krijg ik als antwoord. Ik doe er een verbandje om. Aan zijn onderbeen zit nog wat bloed, dus ik stroop zijn broek omhoog om te kijken of daar nog een wondje zit. blijkbaar komt het bloed van zijn hand. Ik zeg tegen de politie dat ik hem meeneem om het wondje op zijn hand te laten hechten. Dan komt er een andere agent aan en die zegt dat er heel veel bloed in huis ligt dus of ik zeker weet dat het de enige verwondingen zijn. Bovendien is in het trappenhuis een mes gevonden wat mogelijk het wapen is. Ik zeg dat ik verder geen verwondingen en/of bloed heb gezien. De agent zegt nogmaals dat er echt veel bloed ligt. Tegen mijn collega zeg ik: Natuurlijk een agent ziet een beetje bloed en die is gelijk van het padje. Niks gewend die gast. Maar om toch die man tevreden te stellen (en eigenlijk ben ik gewoon hartstikke nieuwsgierig)  loop ik met hem mee. Beneden denk ik: zie je wel een paar spatjes, niks veel bloed. Maar 2 etages hoger ligt er inderdaad een serieuze hoeveelheid op de grond en tegen de muur. Maar zegt collega agent. Dit valt nog wel mee, binnen is het nog erger. Ik ga binnen even kijken en het ziet er uit alsof er een rituele slachting heeft plaatsgevonden. Wat een bloedbad. Ik vraag aan de agent of er niet nog iemand binnen is. Mijn patiënt had enkel 2 wondjes aan zijn hand. Daar kan al dit bloed niet van zijn. De agent zegt dat het hele huis is doorzocht en er verder niemand is aangetroffen. Van de andere mensen die buiten stonden is ook niemand gewond. Ik vraag me af of  ik niets over het hoofd heb gezien, Snel ga ik terug naar de ambulance. Ik onderwerp mijn patiënt nog een keer aan een onderzoek. Al zijn kleding gaat uit want ik begin toch wel een beetje te twijfelen. Maar als ik hem nog een keer heb nagekeken komt ik nog steeds niet verder dan die 2 wondjes op zijn hand. Merkwaardig kun je het noemen. Of er is nog een slachtoffer geweest die al weg was voordat de politie arriveerde. Maar dan had ik toch meer bloed moeten zien op de straat denk ik dan. Zou er in de hand een slagader zijn geraakt? Geen idee: het bloeden was gestopt toen ik kwam. Allerminst vreemd zou ik het allemaal willen noemen. Soms zijn dingen duidelijk, andere dingen blijven vaag en onverklaard. Bij dat laatste hoort ook deze situatie. Word je daar dan niet bloednerveus van hoor ik dan mensen vragen? Nee hoor, dit zijn juist situaties die het ambulancebloed sneller laten stromen....Niet bepaald bloedstollend dus....