zaterdag 21 oktober 2017

Tijd heelt wonden

Mijn vorige blog stond in het teken van het ongeval van een collega waarbij ikzelf betrokken ben geweest. Veel stof gehad tot nadenken. Het heeft een litteken gevormd welke blijft. Deze melding zal ik nooit vergeten. Maar door alle drukte en andere dingen die je meemaakt ben je er niet meer dagelijks mee bezig. Het praten met collega`s en andere mensen, evenals alle reacties hebben geholpen alles een plekje te geven. Waarvoor enorm bedankt! Soms heb je met collega`s net even een wat langer gesprek over sommige situaties.
Als voorbeeld zat ik tijdens een dienst met een collega op de bank. Op een gegeven moment zei hij tegen mij: wat een bizar werk hebben wij eigenlijk. Dingen die voor andere mensen traumatisch zijn of op zijn minst grote impact hebben, lijken voor ons normaal te zijn. Bij een `gewone` reanimatie ben je anderhalf uur later vaak al weer met iets anders bezig. Dit wil niet zeggen dat situaties helemaal niets met ons doen. Echter komt het spreekwoord: `tijd heelt alle wonden` ook hier om de hoek. We zaten samen wat situaties op te noemen die we meegemaakt hebben. Ik betrapte me zelf er op, dat ik af en toe zei: Ooh ja, bizar, dat heb ik ook nog gehad inderdaad. Dan gaat het over situaties waarvan je denkt dat je ze nooit vergeet. Maar als je een jaar verder bent, je niet eens alle details weet te herinneren. Nu is het echt niet zo dat je op de ambulance alleen maar `erge` dingen meemaakt. Ik probeer me desondanks altijd in te leven in de situatie van de patiënt. Soms moet ik me daar bewust toe zetten. Als iemand een ongeval heeft met de auto, waarbij de schade alleen materieel is, moet je wel eens oppassen om niet te bagatelliseren. Voor het slachtoffer kan dit wel enorme impact hebben.
Waarom sommige situaties wel blijven hangen in het brein? Een casuïstiek met kinderen heeft vaak veel impact waardoor je er best wel even van slag van kan zijn. Vaak is de situatie er omheen bepalend waarom iets blijft hangen.
Ik rij met mijn collega door de regio als we een melding krijgen van een reanimatie. Al rijdend krijgen we meer informatie. Collega’s zijn al aanwezig dus je bent 2e auto. Het betreft een zelfdoding. Slachtoffer is 15 jaar. Shit (…) Wat is daar aan de hand? Ter plaatse komen we terecht op een zolder waar onze collega`s een reanimatie zijn gestart van een persoon van 15 jaar. De reanimatie gaat technisch gezien goed, waardoor we kunnen doen wat nodig is. Beetje bij beetje komt het verhaal naar boven wat er is gebeurd. Uit school gekomen, huiswerk gaan maken, tegen etenstijd door de vader aangetroffen op zijn kamer. Helaas heeft al onze inspanning niet het gewenste resultaat en is het slachtoffer overleden. We worden terug gehaald naar de post om even een kop koffie te drinken. Even een moment om alles op jezelf te laten inwerken. Tijdens de reanimatie ben je zo technisch bezig dat je jezelf afsluit voor emoties. Maar later spelen er vragen door mijn hoofd. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat voor leven heeft deze tiener gehad? Wat is er allemaal gebeurd om tot deze daad te komen? Hoe wanhopig moet je zijn geweest om zo ver te komen? Zelfdoding komt veel voor. Maar zeker een tiener hoort daar helemaal niet mee bezig te zijn. Een voorbeeld van een situatie die je niet vergeet maar wel slijt door de tijd. Ik ben niet dagelijks met deze dingen bezig, anders zou ik dit werk niet kunnen doen. Ik heb mooi werk, leuk werk en het vooral erg naar mijn zin. Maar hoe bizar zijn sommige situaties.
Een ander voorbeeld die ik al weer bijna vergat. Ergens in de havens van Rotterdam zitten op een rustige avond 2 mensen te vissen. Het is weekend, dus een paar uurtjes ergens in de Botlek zitten op een doodlopende weg moet het ultieme gevoel van rust geven. De weg is doodlopend en stopt 20 meter voor het water met een rotonde. Deze 2 heren zitten rustig naar hun dobber te turen als een auto aan komt rijden. De auto heeft hoge snelheid en lijkt geen vaart te minderen. In de auto zit een bestuurder en zijn bijrijder. De auto klapt zonder te remmen op de stoeprand, vliegt door de lucht om een meter of 30 verder in de Maas te belanden. De vissers hebben het allemaal zien gebeuren en als ze van de eerste schrik zijn bekomen bellen ze 112. De auto verdwijnt al snel onder water met de inzittenden er in. De hulpverlening wordt groots opgezet en al snel krioelt het van brandweer, politie en ambulances. Ik begin net aan mijn dienst als ik er ook naar toe gestuurd word. Als ik ter plaatse kom, hebben de duikers van de brandweer het eerste slachtoffer bijna uit de auto. Op de wal staat alles klaar voor een reanimatie. Uiteindelijk worden beide slachtoffers uit de auto gehaald en beide gereanimeerd. Het ene slachtoffer leek nog baat te hebben bij de reanimatie maar uiteindelijk zijn ze beide overleden. Met je collega`s praat je even bij. Waarom rijdt een auto zonder te remmen het water in? Vragen die niet beantwoord worden. Maar wel een bepaald beeld geven.
Een andere melding van zelfdoding betreft een mijnheer op het station. Een man op hogere leeftijd die geraakt is door een langsstormende intercity. Getuigen hebben verklaard dat deze man vanuit het niets over het perron rende en tegen de zijkant van de trein gesprongen is. Wat is de reden dat hij tegen de trein sprong? Een halve seconde eerder en hij had voor de trein op de rails gelegen. Was dat zijn oorspronkelijke bedoeling? Een intercity die met 140km/h langs komt stormen. Deze man is er slecht aan toe. Hij word nog wel naar het ziekenhuis gebracht met hartslag en ademhaling. Maar de wonden aan zijn hoofd zijn weinig hoopgevend. Later blijkt dat deze man is overleden aan zijn verwondingen.
Enkele voorbeelden van situaties die heftig zijn. En waar je nog even over praat met collega`s. Echter, wanneer je een jaar verder ben, kun je deze situaties niet eens altijd meer voor de geest halen. Terugkomend op het gesprek met mijn collega. We maken inderdaad rare en heftige dingen mee. Zijn wij supermensen? Zeker niet! Zijn wij anders dan anderen? Ook dat niet. Ook wij hebben gewoon een thuissituatie met een partner, gezin of welke privé situaties dan ook. Thuis ben ik gewoon de vader van mijn drie kinderen. Sta ik `s morgens op het schoolplein om mijn kinderen weg te brengen, diezelfde middag sta ik bij iemand in de woonkamer, slaapkamer op kantoor of waar dan ook. Dat maakt het werk zo mooi. De afwisseling. De ene keer fysiek heel druk bezig. De andere keer een luisterend oor. Een zeker zo belangrijk aspect van het vak. Ik voel me geen held, ik wil ook helemaal niet de held uithangen. Ik krijg ook gewoon betaald voor mijn werk wat ik zelf heb gekozen. En wees eerlijk: als je op de ambulance zit, hou je ook van een dosis sensatie. Om de humor niet te vergeten. We hebben ontzettend veel lol met elkaar en soms ook met de patiënt. Ooit heb ik in het ziekenhuis een lezing gevolgd met als thema: humor als verpleegkundige interventie. Ik ben voor! Het breekt de spanning. Natuurlijk moet de situatie zich daarvoor lenen, maar dat voel je snel genoeg aan.

Soms ie het ook gewoon fijn om een slachtoffer in je ambulance te kunnen nakijken met gesloten deuren. Zonder (nieuwsgierig) publiek, zonder camera`s en zonder de beste adviezen. Ik heb bewondering voor mijn collega`s op de zorgambulance. Ze komen (bijna) niet bij reanimaties, ze komen niet bij ongevallen. Maar ze zijn wel een luisterend oor voor al die mensen die ze moeten vervoeren. Al die patiënten die hun verhaal kwijt moeten na het bezoek aan de dokter, na de bestraling of na een andere behandeling. Meestal in het teken van een ziekte of thuissituatie. Ja, dat is heftiger dan een gebroken onderbeen of een pols…