woensdag 28 december 2022

Onbegrepen einde

De laatste blog van dit jaar. Veel is gepasseerd in een jaar tijd. Corona lijkt al weer een tijd geleden al komen we af en toe nog wel een patiënt tegen. Veel gelachen, maar ook veel verdriet gezien. Schrijnende situaties. Boze patiënten, lachende patiënten, dankbare patiënten, patiënten die we niet geheel tevreden hebben kunnen stellen. Maar dat hoort bij deze job. De gemiddelde lijn is qua werkplezier absoluut positief! Ja, ook heb ik soms in situaties gestaan waar ik niet zoveel raad mee wist. Gelukkig zijn er veel mensen om me heen in het werk en thuis die dan de juiste aandacht geven. De volgende situaties geven wat contrasten weer.



Alcohol heeft soms zijn voordelen. Ja, je leest het goed. Ik zeg dat alcohol soms best voordelen heeft. Nu bedoel ik niet dat iedereen direct een fles moet opentrekken. Maar in de volgende situatie heb ik er best om gelachen. 

Het is zondag laat in de avond. Samen met een collega word ik geroepen naar een man die gevallen is en niet meer kan staan. Volgens de melding komt er bloed uit zijn been. Tja, een melding waar ik op voorhand niet zo veel mee kan. Waarom kan de man niet staan? En waar komt het bloed vandaan en hoeveel?

Eenmaal ter plaatse worden we opgevangen door de melder. Deze leidt ons via een lange en hele steile trap naar een bovenkamer in een oud pand. In enkele seconden overzie ik de situatie. Lege drankverpakkingen, een jongeman die op de grond ligt maar wel aanspreekbaar is. Een klein beetje bloed (op het eerste gezicht) en een onderbeen die een wat afwijkende hoek heeft. Maar deze zal ik verder moeten beoordelen want door de lange broekspijpen kan ik daar geen juist oordeel over geven. De patiënt zelf is druk aan het praten en geeft non-verbale tekenen van pijn. Communiceren gaat met enkele gebrekkige engelse termen en voor de rest via google translate. Dhr wil geen pijnstilling en denkt dat het wel mee valt. Ik geef een korte beschrijving van mijn plan. Ze broekspijp wordt opengeknipt en daar zie ik de bron van het bloed wat op de grond ligt. Een wond in het onderbeen en daaruit steekt een stuk wit bot. Het is voor iedereen al duidelijk dat dit bot (been) gebroken is. De wond dekken we af en dan maak ik een plan. De man moet naar beneden via dat hele smalle en steile trapje. Ik geef de man een infuus, maar pijnstilling wil hij niet. Ik probeer uit te leggen dat dit preventief is, want ik vermoed dat hij de komende uren wel wat pijn gaat ervaren. Maar nee hij is niet te overtuigen. Door het effect van de alcohol ervaart hij nu geen pijn. Sterker nog, hij geeft aan dat hij zal gaan staan en naar beneden zal lopen. Ik moet glimlachen, want een ding weet ik heel zeker: op dat been gaat hij niet staan. Maar hij blijft er van overtuigd dat het gaat lukken. Hij is niet te overtuigen, tja en dan moet je  het maar gewoon ervaren. Ik zeg tegen hem:  ga je gang ik blijf in de buurt. Maar nog sneller als hij overeind gaat, gaat hij ook weer naar de grond, met een van pijn doordrongen gezicht. Ik heb je gewaarschuwd vriend. Nu hoef ik niet zo lang meer aan te dringen om wat pijnmedicatie te accepteren. Zonder verdere discussie en middels acrobatische toeren komen we beneden bij de brancard en leveren we hem wat later af in het ziekenhuis. Tja, door de alcohol ervaart hij veel minder pijn en dat is wel weer een voordeel. Maar diezelfde alcohol is wellicht ook de oorzaak van zijn val…


Kort hebben we kunnen genieten van de vorst en bijbehorende ijspret. Ziekenhuizen lagen overvol door allerlei breuken en letsel. Straten die veranderd waren in ijsbanen zorgden er voor dat mensen bij bosjes uitgleden. Het leek wel of mensen vorst helemaal niet meer gewend waren. As je de zoveelste patiënt wil aankondigen in het ziekenhuis met een fractuur krijg je te horen: we zijn vol. Tja, dat weet ik, maar andere ziekenhuizen liggen ook vol, dus we komen toch naar je toe.

Bekijks heb je wel wanneer je met brancard en alle spullen over het ijs gaat om een patiënt op te halen die een stuk verder is gevallen en niet meer kan bewegen.


Het valt me op dat er de laatste tijd veel meldingen zijn van suïcidale mensen. Zelf heb ik afgelopen maanden diverse meldingen gehad van mensen die een poging deze tot zelfdoding en waarbij er een aantal gelukt zijn. Hoe schrijnend zijn deze situaties soms. Veel mensen zijn jong maar ook een enkele oudere. Is het de maatschappij? Is het de persoonlijke situatie? Soms zul je het nooit weten. 


Ik krijg een melding van een dame die zichzelf het leven ontnomen heeft. Gevonden door 2 buurvrouwen. Allen zijn al dik over de 80 jaar. 3 alleenstaande vrouwen die met elkaar afgesproken hadden elkaar in de gaten te houden. Toen deze morgen bij een van de dames de gordijnen niet werden geopend zijn de andere 2 gaan kijken. Ze troffen niemand aan in de woning totdat een van de vrouwen boven ging kijken. Ze trof daar mevrouw aan en heeft alarm geslagen. Toen we aankwamen was al snel duidelijk dat hulp niet mocht baten. Mijn functie eist dat ik in ieder geval moet controleren of er nog iets aan te doen is. Maar het omgevallen krukje, de zolderbalk en andere tekenen wijzen erop dat hier hulp niet meer nodig is. Het is verder aan de politie om dit af te handelen omdat het een niet natuurlijke dood betreft.

Ik neem de buurvrouwen mee naar een van hun woningen. Daar ga ik met hen in gesprek. Ze zijn beide ontdaan. Op deze leeftijd en dan je vriendin/buurvrouw op deze manier vinden. Hoe kom je tot die daad? De grote gemene deler in deze situaties is altijd de vraag; Waarom? Ik laat de vrouwen hun verhaal doen. Praten is belangrijk. Ik bied de beide vrouwen hulp aan en geef ze wat adviezen zo ver op dit moment mogelijk is. Ik heb met hen te doen. Nadat er familie is gearriveerd laat ik deze buurvrouwen achter. 


Een andere melding betreft een melding van een jong persoon die door een suïcidepoging in een reanimatie terecht gekomen is. Ter plaatse is het druk. De brandweer is al in grote getale aanwezig en ook aan omstanders ontbreekt het niet. Ik kom in een woning waar brandweer collega's met een reanimatie bezig zijn. Ik neem de leiding over en handel snel om de patiënt alle kansen te bieden. De 2e ambulance komt direct met ons ter plaatse en even later is ook het MMT gearriveerd. Wanneer alle medisch technische handelingen zijn uitgevoerd blijven we in het reanimatieprotocol van 2 minuten blokken doorgaan. Ik heb heel even de tijd om rond te kijken. Een nette woning, duidelijk van een jong gezin. Een melding als deze is altijd schrijnend, maar omdat je best druk ben, heb je op dat moment niet veel tijd om stil te staan bij de persoonlijke situatie van de patiënt. Ik kijk even naar buiten en zie ineens een bekende staan. Een collega waar ik vaak en graag mee werk. Ik ken hem niet als iemand die sensatie zoekt in zijn vrije tijd, dus tegelijkertijd besef ik dat hij daar niet voor niets staat. Ik zeg mijn eigen collega van dat moment hem binnen te halen. Als hij binnenkomt geeft hij aan dat de patiënt familie van hem is. Later geeft hij aan dat hij aan mijn gezicht al direct zag dat ik weinig hoop op slagen had. Maar zolang we doorgaan is er hoop. Dan komt op een gegeven moment het punt dat we moeten zeggen dat we stoppen met de behandeling omdat verder gaan geen zin heeft. Dit is een lastig moment. Omdat er een bekende bij betrokken is, schommel je ineens tussen emotie en realiteit. Het verdriet van familieleden en van je collega valt nu meer op. Het komt harder aan. 

Je ziet emoties van bekenden. Je ziet mensen breken. Normaal kun je daar vanuit je professie prima mee handelen, maar nu lijkt het anders te zijn. Ik weet niet wat ik moet zeggen. We vallen elkaar om de nek en ik voel het verdriet, het ongeloof en emotie van een bekende. Iemand waar ik heel graag mee werk, moet ik nu teleurstellen. Je ziet wat het met hem doet. Ik heb veel gesproken met hem de dagen erna. Het past niet om hier verder in te gaan op oorzaak of aanleiding. Dat doet er ook niet toe, maar het is een totaal onvoorziene en onverwachte situatie. Ik heb hem eerlijk gezegd dat het verdriet van hem mij meer raakt dan de situatie zelf. De patiënt is voor mij onbekend, maar hij is op dit moment de verbinding naar de emotie. Normaal kun je je verbergen in je professionele masker. Maar die lijkt nu aan alle kanten beschadigd. Uiteindelijk zijn ook wij maar gewoon mensen. Op momenten als deze merk je hoe belangrijk het is om goede collega`s om je heen te hebben en een goed thuisfront. Ook vanuit het bedrijf is de opvang bij ons goed geregeld. 


Inmiddels zijn de kerstdagen net achter ons. Dagen waarbij in den lande trieste gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. (denk aan de ongevallen in Oss en in Rotterdam).


Nog enkele dagen en 2022 ligt achter ons. Wat 2023 ons gaat brengen weten we niet. Ik wens iedereen van mijn kant alle goeds en vooral gezondheid toe!


woensdag 23 november 2022

Daar zit een luchtje aan...

Ik heb weer dienst als Rapid Responder. Ik ben dan alleen op pad met een auto. Als solist kun je praktisch hetzelfde als op de ambulance, alleen ben je alleen en kun je geen mensen vervoeren. Wanneer vervoer geïndiceerd is, zal er een andere ambulance bij moeten komen. Het leuke aan deze tak van sport is dat wat meer moet improviseren. (en ik vind autorijden met toeters en bellen ook wel erg leuk). Soms is het even aanpoten als je in een situatie komt die je niet verwacht of toch ernstiger blijkt dan ingeschat. Anderzijds kun je soms net iets meer tijd geven aan de patiënten. 

Ritten worden aan de hand van een protocol ingedeeld naar ernst. Dit bepaald dat je de ene keer wel met toeters en bellen rijd en de andere keer niet. Hierdoor kom je soms met loeiende sirene bij patiënten waar dat niet nodig blijkt en andersom wat rustiger bij patiënten waarbij je denkt: nou dit had best met iets meer snelheid gemogen. Maar ook wij kunnen niet alles vooraf weten.


Ik ben onderweg naar een melding van iemand met bloed bij de ontlasting. (rectaal bloedverlies). In de melding staat dat deze dame ook bloedverdunners gebruikt. Dit in combinatie met rectaal bloedverlies kan een behoorlijk ernstige gevolg hebben. Om deze reden spoed ik met met toeters en bellen van het ene eind van de stad naar het andere eind van de stad. Ter plaatse sleep ik tas, monitor en zuurstof mee naar de voordeur. Ik moet 3 hoog zijn en als ik dan terug moet om spullen te halen die ik niet bij me had, zou veel tijd kosten. Onderweg heb ik nagedacht wat ik kan verwachten. Is het een spoortje bloed, of zit het hele sanitair onder het bloed. Beide is mogelijk en ben ik ook al tegengekomen in mijn werk. Ik ga maar gewoon kijken en anticiperen op de dingen die ik tegenkom.

Ik bel aan en de deur word open gedaan door een mevrouw met een jas aan. De deur moet echter nog van het slot gehaald worden. (jammer, want de meldkamer geeft juist instructie om die vast open te zetten om snelle hulpverlening te bevorderen).

Ik word naar binnen gelaten, maar wel met de opmerking, we kunnen beter maar gelijk gaan. Ik ben absoluut voor een snelle behandeling, maar wil wel eerst weten wat ik behandel. Dus ik loop met mevrouw mee naar de woonkamer. Hier valt me op dat de laatste keer opruimen en schoonmaken waarschijnlijk een jaar of 4 geleden is. Ik vraag wat er aan de hand is. Mevrouw verteld haar verhaal. Hieruit komt naar voren dat ze al weken last van bloed bij ontlasting heeft. Hier ook al diverse keren voor bij de huisarts en in het ziekenhuis is geweest. Maar nu weer geschrokken is van het bloed. Tot nu toe heb ik geen spoortje bloed gezien. Als ik dat opmerk, wijst ze naar het toilet. Ik ga kijken, (en het voordeel van een ouderwetse toiletpot is, dat alles keurig tentoongesteld ligt). Als ik in de pot kijk zie ik een bolus waar ze in mijn eigen provincie bijna jaloers op worden. Ook de aroma`s worden me niet bespaard. Ik zal alle details bewaren, maar ik zie geen enkele afwijkingen. Mevrouw is het daar toch niet mee eens want zij ziet duidelijk bloed. Ik doe wat metingen bij haar en zie niets afwijkends. Maar mevrouw geeft aan dat ze al die apparatuur niet vertrouwt en dat altijd alles goed is ondanks haar klachten. Ik heb toch wel enig vertrouwen in mijn apparatuur en ik dat wel meeneem in mijn overwegingen. 

Een ander belangrijk onderdeel van mijn overweging is de antistolling. Ik vraag er naar bij haar. Maar ze geeft aan al een maand geen medicatie te gebruiken. Ik vraag dat nogmaals, maar ook dan geeft ze aan hiermee gestopt te zijn. Los van het feit dat je daar zelf mee stopt, neem ik mee dat haar bloed nu wellicht niet zo dun is als dat de bedoeling van die medicatie is. 

Ik geef aan haar niet mee te nemen. Ik leg contact met de huisarts. Terwijl ik met de huisarts in gesprek ben, roept ze er van alles tussendoor dat die haar ook niet vertrouwt etc. Dan begint ze aan mijn apparatuur te rommelen. Hier houd ik niet van en geef dat aan. Ze heeft de volgende dag al een afspraak bij de huisarts staan en deze kan blijven staan en een andere afspraak is niet nodig. 

Dan zegt ze vanuit het niets: ik zal een potje pakken en daar een beetje ontlasting in doen. Dan moet jij die maar even in het ziekenhuis brengen. (....). Ooh ja, zeker doe ik dat.... niet. Op de vraag wat we daarmee gaan bereiken geeft ze aan. Dan kunnen ze zien dat ik gelijk heb. En naar welk ziekenhuis denkt u dat te willen hebben, want ziekenhuizen in de omgeving vertrouwt u niet. Die zijn allemaal omgekocht volgens mevrouw. Maar ja, ik geef aan dat ik sowieso niet op haar voorstel in ga. Al zou ik het al willen, ik heb geen idee waar ik dat moet laten. dit geef ik duidelijk aan. Blijkbaar had ze meer medewerking verwacht. Terwijl ik mijn administratie doe, pakt ze haar telefoon. Dan zegt ze: weet u het zeker? Het hele gesprek is opgenomen, want mijn telefoon staat op recorder. Tja, ik lig daar niet zo wakker van en ja, ik weet het zeker. Van intimideren ga ik niet overstag. Dan belt ze ineens zelf een taxi en besluit zelf naar een ziekenhuis aan het andere einde van de stad te gaan. (met een potje...). Ik vind het prima. Ik laat het zo en wens haar succes. 

Je denkt soms alles wel meegemaakt te hebben, maar nog steeds kom je in situaties waarvan je denkt, ooh deze had ik nog niet gehad.

Een andere keer moet ik naar een patiënt die zich niet lekker voelt. Er is een taalbarrière krijg ik te horen. De meldkamer komt er niet goed uit. Dus of ik maar even wil kijken. Een melding waar je vooraf alle kanten mee kan. Dus maar gewoon ter plaatse gaan en kijken wat ik aantref. Ik word naar een bovenwoning geloodst. De aanwezigen zijn inderdaad de Nederlandse taal niet heel goed machtig. Ik word naar een kamer gebracht waar een dame op bed ligt. Mijn eerste indruk is dat deze dame heel ziek is. Ze reageert bijna niet op alle aandacht. Ligt al enkele dagen in bed. Ze heeft bloed verloren en haar huidskleur is bijzonder opvallend geel. Bijna lichtgevend. Dit wijst op ernstige verstoring van bloedwaarden als gevolg van aandoeningen van de lever. Ik maak me zorgen. Via de meldkamer laat ik een hoogwerker van de brandweer komen, want deze vrouw gaat niet zelf 3 trappen aflopen. Ook een ambulance om haar te vervoeren heb ik nodig. Dit wordt netjes geregeld. Ondertussen bel ik een ziekenhuis die haar kan ontvangen. Deze vrouw is ziek. Heel erg ziek. Samen met de andere ambulance brengen we mevrouw zo snel mogelijk naar het gealarmeerde ziekenhuis. Ik stap bij de ambulance in, omdat we de situatie niet vertrouwen. Alle metingen zijn slecht. Ik bel het ziekenhuis onderweg nog eens met de vraag of er mensen klaar kunnen staan voor de opvang, want deze vrouw is heel hard ziek. De opvang en overdracht verliepen netjes en vlot. Helaas is alle hulp te laat gekomen want enkele uren erna is mevrouw overleden. Deze melding was precies andersom t.o.v. de andere. Hier ben ik snel maar zonder toeters en bellen heen gegaan, want aanvankelijk was er geen reden tot hoge spoed. Ter plaatse blijkt de situatie ernstig te zijn en moet je snel schakelen om de hulp op te schalen. 

Je blijft je verbazen over situaties, keuzes en mensen. Dit vraagt om enige uitleg. Ik ben (nog steeds als rapid) onderweg naar een man die zich niet lekker voelt. Hij woont alleen met zijn hond. Als ik ter plaatse kom, word ik opgevangen door de melder. Die geeft aan dat de man zichzelf niet is. Het is buiten al koud, maar bij de man staat de buitendeur open als ik aankom. Hij zit met ontbloot bovenlijf op bed. Hij geeft aan het warm te hebben. (het is heel koud in de kamer). De kamer zelf ziet er niet schoon uit. Het schort een beetje aan de zelfzorg vermoed ik, maar dat terzijde. De hond overigens, ziet er goed doorvoed en gezond uit. (zover ik dat kan beoordelen). Dhr heeft niet goed te specificeren klachten. Maar iets in mij zegt dat er toch iets mis is. Ik vraag een ambulance ter plaatse voor vervoer. Ondertussen vraag ik een en ander uit. Ik probeer een beeld te krijgen van de situatie door het stellen van vragen. Hoe vaak en wanneer heeft u gegeten. Dan krijg ik antwoord dat hij dat vandaag nog niet heeft gedaan. (het is avond...). Ooh, waarom niet dan? Ja ik heb geen geld voor brood. Tja, dat is hard... maar ik zie wel overal sigaretten liggen. Ja, ik rook voor 20 euro per dag. Dat vind ik belangrijker dan eten. Maar heb je geen honger dan? Jawel, maar dan eet ik wat hondenbrokken om mijn maag te vullen. Ik sta even met een mond vol tanden. Je eet hondenvoer om geen honger te hebben? Ja, de hond gaat er ook niet dood van, dus zal ik ook wel blijven leven. Een nuchtere redenering, maar of dit een goede manier van overleven is betwijfel ik. Een van de aanwezigen geeft aan dat mijnheer op zichzelf is en totaal geen hulp van andere wil. Dat beaamt hij. `Ik ga nog liever dood dan dat ik iets van een ander aanneem`. Hier zit een bepaalde keuzevrijheid in. Ook het roken van zoveel sigaretten is een keuze. Ik geef aan dat ik de situatie schrijnend vind, maar dat de man zelf een bepaalde keuze heeft gemaakt. Zelf vind hij het prima gaan zo. Nogmaals, hartstikke triest, maar als dit mijnheer zijn eigen keuze is, kan ik er van alles van vinden, maar niets aan veranderen. Hij is er tevreden mee. 

Tja, nog enigszins verbaasd en verwonderd verlaat ik de woning nadat mijn collega`s de man hebben meegenomen. Het zorg er wel voor dat ik mijn eigen situatie (die ik al waardeer) nog meer ga waarderen. Ik heb het hartstikke goed...  



dinsdag 18 oktober 2022

Waar wachten we op...


We zijn onderweg naar een voetbalveld. Een plek waar we met enige regelmaat ter plaatse worden gevraagd. Dit keer gaat het om een jongeman die op een nare manier gevallen is en zijn enkel zou heel raar staan Een breuk of luxatie (uit de kom) ligt redelijk voor de hand bij een sport als deze. We worden keurig opgevangen en naar het slachtoffer begeleid. Hij is aanspreekbaar en ik begin een gesprek door te vragen wat er is gebeurd. In mijn ooghoek zie ik dat de enkel inderdaad een hele andere stand heeft dan bij het begin van de wedstrijd. Maar ik wil eerst weten wat er is gebeurd om het letsel in kaart te kunnen brengen. Dit gaat snel want de meeste vragen zijn redelijk standaard. Gebruik je medicatie, ben je ergens allergisch voor, hoe is het gebeurd? Etc. 

Als ik voldoende weet leg ik hem uit dat hij van mij via een infuus medicatie krijgt tegen de pijn zodat hij (bijna) niets meer voelt en weer een beetje onder de mensen komt in het ziekenhuis. Ik plaats een infuus en vraag aan mijn collega een en ander klaar te maken om te geven. Het liefst een combinatie van diverse medicatie. Ik begin met een lage dosering, voeg er nog een ander medicijn aan toe en wacht even af. De potige jongeman lijkt er niet op te reageren. Dan maar een beetje ophogen. Ook zonder resultaat. Dan nog maar een beetje, en nog een beetje, en nog een beetje. Inmiddels heb ik al aardig wat medicatie in het infuus gespoten, maar hij lijkt er geen krimp op te doen. De hoeveelheid die ik heb gegeven is doorgaans voldoende om een heel gezin mee te sederen. Maar deze jongeman lijkt het niets te doen. Inmiddels zit ik echt aan de max van verantwoord is. Volgens mijn protocol ben ik er zelfs al overheen. Als hij niet pijnvrij is, kan ik ook helemaal niets doen met zijn enkel. Ik zit gehurkt naast hem, misschien ben ik te ongeduldig. Opeens vraagt hij aan mij, waar wachten we op? Tja, de meeste mensen zouden al lang in dromenland zijn van dit spul maar hij niet. Dus ik antwoord hem: tot jij je ogen dicht doet. Vervolgens knijpt hij direct zijn ogen dicht. Tja, inderdaad niet handig uitgedrukt van me. Dus ik verduidelijk mezelf. Ik wacht tot je in slaap valt van de medicatie. Dan ben je ook pijnvrij. Hij lijkt dat niet echt van plan. Langer wachten heeft geen zin want als hij nu niet slaapt gaat hij dat zo meteen ook niet doen. Dat moeten ze in het ziekenhuis maar oplossen. Ik doe een spalk om zijn enkel en zo gaan we naar het ziekenhuis. Ik vraag hem nog: gebruik je wel eens drugs? En toen kwam het verklarende antwoord. Ja, ik gebruik wekelijks …x... en nog regelmatig dit en dat. Ok ok dat verklaart meteen waarom je nu niet goed reageert op mijn middeltjes. Tja, middelengebruik geeft gewenning. Hou daar rekening mee als je besluit drugs te gaan gebruiken... In het ziekenhuis hebben ze wat heftiger medicatie gegeven waarmee ze hem wel pijnloos hebben kunnen behandelen.  



Ik heb het al eerder gezegd, maar ik schrik soms van de mentaliteit van de samenleving. Iedereen heeft NU hulp nodig terwijl het vaak best even kan wachten. Ik ben als solo eenheid onderweg als ik naar een supermarkt word gestuurd. Daar zou iemand niet lekker zijn geworden. Tja, niet lekker worden kan van alles betekenen. Ik ga ter plaatse en word opgevangen door de beveiliging. Die loodst met naar de mevrouw toe. Ik zie een dame die er op het oog stabiel uit ziet. Ik vraag wat er aan de hand is. Ze zegt: ik heb buikpijn. Ja, dat zegt me nog niet zoveel dus vraag ik verder. Uiteindelijk komt het hierop neer dat ze de hele dag buikpijn heeft. Ze is bij de huisarts geweest. Die heeft haar nagekeken en een kuurtje voorgeschreven. Dit moet nog worden opgehaald. Onderweg vanaf de huisarts naar huis, besluit ze nog even een paar boodschappen te gaan doen. Ze komt er toch langs. Ja dat lijkt praktisch. Alleen is de buikpijn niet weg. Ze belt 112 en zodoende kom ik ter plaatse. Ik vraag of de pijn anders is dan een half uur geleden. Nee dat is niet zo. Het is niet weggeweest en is nog altijd hetzelfde. Tja, en wat verwacht u nu van mij u komt 5 minuten geleden bij de huisarts vandaan? Mijn advies is om naar de huisarts terug te gaan. Daar zat je 10 minuten geleden nog... 


Bloedverlies is een veelomvattende term. Als ik `s nachts een melding krijg van iemand die is gevallen en veel bloed verliest, haasten we ons ter plaatse. Een maal binnen zie ik een man zitten met een doek op zijn hoofd. Op de grond ligt wat bloed, maar geen levensbedreigende hoeveelheid. Dit val wel mee, behalve dat het vooral vervelend is. De man is gestruikeld en met zijn hoofd tegen een kast gevallen. Hij gaat mee naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Uiteindelijk blijkt het allemaal mee te vallen.  


Diezelfde nacht krijgen we nog eenzelfde melding. Man gevallen en verliest veel bloed. Tja, dat ken ik inmiddels. Eenmaal ter plaatse worden we door een zenuwachtige dame opgevangen. Die lijdt ons naar binnen. Als we in de badkamer komen, ligt daar een man liggen. Tenminste ik zie bloed, heel erg veel bloed. Over de man ligt een deken die er door mevrouw overheen gelegd is. Werkelijk alles zit onder het bloed en ik vraag me serieus af of de man nog wel leeft. Ik doe snel enkele controles en de man blijkt gelukkig nog te leven. De man is ook gevallen en heeft een forse wond. De wond verbind ik en snel leggen we hem op de brancard. Ik probeer een infuus aan te leggen, maar de man is behoorlijk afgekoeld en doordat hij zoveel bloed is verloren, valt dat prikken nog niet eens mee. Ik wil hier ook niet al te veel tijd mee verliezen. Dus probeer ik het onderweg nog een keer met succes. Dus 2 verschillende meldingen, maar totaal andere situaties. Kon het bij de eerste man nog op het gemak. De tweede melding was duidelijk levensbedreigend en daar was spoed bij.  


Ik verbaas me nog steeds over zorg in Nederland. Ik moet een vrouw ophalen die door de huisarts is ingestuurd. Dat gebeurd met enige regelmaat en vaak normaal als de huisarts aanvullend onderzoek wil en de patiënt niet in staat is zelf naar het ziekenhuis te gaan. Het is gewoon mijn werk en prima ritjes. Ik kom ter plaatse en word opgevangen door de partner van de vrouw. Ik word de woonkamer in begeleid. Ik vraag wat er is gebeurd en wat de bedoeling is. Ik vraag of ze een brief van de huisarts heeft gekregen. een brief gekregen? Nee de huisarts is hier niet geweest. Niet?? Wacht even, u bent door de huisarts ingestuurd, maar die is niet ter plaatse geweest? Wat blijkt: De vrouw is chronisch ziek en heeft binnenkort een afspraak met een specialist. Deze specialist heeft telefonisch contact opgenomen met deze mensen en gevraagd hoe het nu gaat. De vrouw vertelt dat het redelijk gaat, en dat ze af en toe een keer hoest. Dit heeft volgens haar geen enkele betekenis. Echter denkt de specialist hier anders over. Stel je voor dat ze corona heeft, dan is ze nu niet welkom in het ziekenhuis. Die overweging kan ik nog volgen. De afspraak kan best een week uitgesteld worden. Maar de specialist neemt contact op met de huisarts om deze mensen eens te bezoeken omdat ze mogelijk corona heeft. Of de betreffende huisarts geen zin heeft of een andere reden heeft ik weet het niet. Mevrouw vertelt dat de assistent van de huisarts is geweest. Die heeft een saturatie (zuurstof) meter afgegeven aan de deur met de mededeling dat ze een paar keer moeten meten en dan de huisarts bellen. (Daar vind ik wel wat van, hoe kun je medische apparatuur aan mensen geven zonder enige instructie of ervaring??). De mensen bellen de huisarts met waarden die volgens het boekje net te laag zijn (maar gezien de situatie voldoende) Daarbij is de vraag hoe betrouwbaar de metingen gedaan zijn. De huisarts echter ziet deze meting en op basis daarvan word mevrouw met de hoogste spoed naar het ziekenhuis gestuurd omdat ze Corona heeft. Van Corona klachten is echter geen enkele sprake. De mensen begrijpen ook totaal niet waarom ze naar het ziekenhuis moeten. Ik wil het liefst de huisarts bellen, maar het is tegen 17.30 uur en ja dan zijn de huisartsen niet meer bereikbaar.

Ik leg uit dat mevrouw maar even mee moet, en dat de specialist dan maar een onderzoek moet doen en de mensen eens uit moet leggen wat er zo dringend is aan deze opname. Hij kan wellicht even contact leggen met zijn collega huisarts. Ik laat mevrouw instappen. Ik hoef toch niet te liggen zeker? Nee hoor, ga maar op de stoel zitten. Vandaag ben ik uw taxi.

Soms is tot tien tellen te kort.... Even wachten nog maar....

vrijdag 12 augustus 2022

Slapen en sluimeren

 Ambulancezorg is een mooi vak en dat blijft een mooi vak. Helaas is de druk op de ambulancezorg groot. Niet zelden worden aanrijtijden overschreden. Voor sommige meldingen is dit helemaal geen bezwaar, maar er zijn ook meldingen waarbij dit heel frustrerend is. Voor de meldkamer als voor ons op de ambulance is het tenenkrommend wanneer je bij een melding (waarbij elke seconde telt) een aanrijtijd heb van een half uur. Hier zijn heel veel oorzaken voor. Een groot probleem is het personeelstekort. Dit is een voortdurend probleem waarbij er naar allerlei oplossingen wordt gezocht om dit probleem het hoofd te bieden. 

Wat echter ook een groot probleem aan het worden is, is het feit dat de zelfredzaamheid van mensen dramatisch is. Het lijkt wel of je voor elke snee in de vinger 112 moet bellen. Helaas wordt er binnen de acute zorg gewerkt met een systeem waarbij we altijd uitgaan van het ergste. Zo komt het dat je bij iemand die zijn hoofd stoot en een korte duizeling heeft met toeters en bellen naar de plaats des onheils kunt gaan, om vervolgens daar niet anders dan de verontschuldigingen aanhoren van de beller omdat het toch wel meevalt. Maar waarom bel je dan 112?


Mensen die al dagen last hebben van bepaalde klachten en dan ineens midden in de nacht tot de conclusie komen dat het eigenlijk niet zo lekker gaat en er maar een ambulance moet komen. Ik vind mijn werk hartstikke leuk, maar soms is dit werkelijk tenenkrommend. 


Ik kom bij een mevrouw die s morgens bij de pedicure is geweest. Daar wilde ze op een stoel gaan zitten maar door een inschattingsfout is ze naast de stoel terecht gekomen. Ze is op de billen terecht gekomen. Dit was pijnlijk en vervelend. Echter ging het verder wel een heeft de pedicure haar werk af kunnen maken. Vervolgens is mevrouw naar de auto gelopen en naar huis gereden. Thuis is ze in een stoel gaan zitten en daar is ze de hele middag op blijven zitten. Echter, wanneer het 17.15 is, is de pijn ineens onhoudbaar en belt ze 112. Als ik ter plaatse kom zit ze op de stoel en ziet er niet pijnlijk uit. (maar die inschatting mag ik niet maken natuurlijk, want ik voel niet wat zij voelt). Ik vraag wat haar klachten zijn. Dan geeft ze als eerste aan dat ze een hele hoge pijngrens heeft en nooit klaagt. (merkwaardig genoeg heeft het gros van de patiënten altijd een hele hoge pijngrens). 

Maar nu heeft mevrouw pijn en MOET ze naar het ziekenhuis. En IK moet ze daar brengen. Dat laatste valt nog te bezien. Ik onderzoek haar en kom tot de conclusie dat het niet haar ruggenwervel is die de pijn geeft. Ook kan ze staan en lopen. Ik vraag of ze al iets tegen de pijn heeft ingenomen. Nee, dat heeft ze niet. En paracetamol werkt bij haar niet geeft ze aan. Ooh, nou ik verzeker je dat paracetamol wel helpt, als je ze maar consequent inneemt en niet af en toe. Heeft u al contact gehad met uw huisarts. Nee, het is 5 uur geweest en de huisarts werkt maar tot 5 uur. (ok Henk, even tot 10 tellen….). Maar u had eerder kunnen bellen toch? U heeft de hele middag al pijn. Ja maar nu is het ineens heel erg en nogmaals, ik heb een hoge pijngrens. En de huisartsenpost was geen optie? Huisartsenpost?? Waar is dat? Mevrouw, luister goed. We werken in Nederland al 20 jaar met huisartsenposten. Deze zijn bedoeld voor spoedzorg wanneer de eigen huisarts niet meer bereikbaar is. Dus na 17 uur inderdaad. 

Maar u brengt me toch wel in het ziekenhuis? Eeh, nee, ik zie niet de noodzaak om u nu naar het ziekenhuis te brengen. Ik maak een afspraak op de HAP voor u en dan kunt u zich daar melden. Hier lijkt ze het niet helemaal mee eens te zijn en mij wordt verzekerd dat er veel betere ambulanceverpleegkundigen zijn dan ik. Ik geef aan dat dit ongetwijfeld zo is. Ik heb nooit gezegd dat ik de beste was en zal dat ook nooit zeggen. Maar ze zal het nu met mij moeten doen…

Ik weet dat dit misschien bot klinkt, maar mensen lijken soms helemaal niks meer zelf te kunnen. Een andere keer besluit je om iemand wel mee te nemen en dan krijg je een verbaasde reactie: Ooh moet ik echt mee naar het ziekenhuis, dat wil ik niet. Maar u belt 112, verwacht een ambulance. Wat verwacht u van mij dan? Ik doe niet aan handoplegging of iets dergelijks. 


Een andere keer moet ik op zaterdagmiddag naar een mijnheer die ernstig benauwd blijkt te zijn. Aangekomen op het adres zie ik inderdaad een mijnheer aan tafel zitten die duidelijk tekenen van benauwdheid vertoont. Zijn vrouw en dochter zitten bij hem aan tafel. Ik vraag wat ik kan doen en dan krijg ik een triest verhaal. Mijnheer is terminaal. Heeft longkanker en is uitbehandeld. Hij is naar huis gekomen om daar te overlijden. De prognose was enkele weken, maar ik vrees dat hij de nieuwe week niet eens zal halen. Dochter is aanwezig en die heeft een saturatiemeter (zuurstofmeter) in de hand en die geeft een waarde van 84% aan. Normaal gesproken alle reden om snel alles uit de kast te halen. Echter is deze situatie anders. Dhr is stervende. Het afgesproken beleid vanuit het ziekenhuis is gericht op comfort. Wanneer nodig mag hij wat zuurstof om het comfort te verhogen. Echter is dit beleid 1,5 week geleden afgesproken maar zijn er geen spullen in huis om zuurstof toe te dienen. Dhr geeft aan dat hij er klaar mee is. Alleen is zijn zoon onderweg vanuit Spanje en die wil hij nog graag zien. Deze word vandaag nog niet thuis verwacht. Ik denk even na en overweeg alle opties. Ik bel de thuiszorg die daar dagelijks komt of zij spullen voor thuis zuurstof hebben. Maar ik vang bot, het is zaterdag en dat kan pas na het weekend. Ik geef aan dat er ook een andere optie is en dat is de medicatie flink ophogen zodat de benauwdheidsklachten afnemen. Echter is dhr nu al slaperig en uitgeput dus verwacht ik dat hij door medicatie in een soort sub comateuze toestand zal raken en niet meer wakker zal worden. Ik leg deze optie voor aan de familie en besluit met de HAP te bellen om te kijken welke opties er nog meer zijn. Gelukkig krijg ik een meedenkende huisarts aan telefoon die al gelijk aangeeft dat ze de volgende dag ook werkt en we er voor moeten zorgen dat mijnheer zijn zoon nog te zien krijgt. (als dat lukt natuurlijk). Ik spreek een beleid af en leg dit allemaal uit aan de familie. Medicatie langzaam ophogen en kijken welke effecten dit heeft. Ik geef aan dat ze de saturatie niet meer moeten meten maar moeten varen op comfort van mijnheer. Bij enige twijfel of onduidelijkheid kunnen ze contact opnemen met de HAP.

De mensen lijken allen opgelucht dat er iets van een beleid is gemaakt. Al met al ben ik een lange tijd bij deze mensen geweest. Het voelt goed om iets te kunnen doen in deze situatie. Ik laat de mensen achter in de hoop dat de komende dagen voor mijnheer comfortabel kunnen zijn en dat hij met zijn vrouw en kinderen naar een rustig (en onvermijdelijk) einde toe kan leven. Ik hoop voor mijnheer dat hij zijn zoon nog heeft kunnen spreken. Ik weet niet hoe dit is afgelopen. Ik laat dit verder achter me. Maar situaties als deze geven net dat ene stukje meerwaarde aan je werk. Wel vind ik het een misser dat er een beleid is gemaakt en dat dit niet zodanig is georganiseerd dat dit niet kan worden uitgevoerd. 


Ik heb al vaker aangegeven dat ik graag met de politie samenwerk. We hebben elkaar hard nodig in dit vak. Ik vind het schokkend om te zien hoeveel ellende en disrespect de politie over zich heen krijgt. En ja, er zullen dienders zijn die gedrag uitlokken. Maar ik ben er van overtuigd dat het overgrote deel van de dienders er is om te hulp te bieden in een (nogal roerige) samenleving. 

Het is absoluut af te keuren dat er online overal filmpjes staan die het wangedrag van agenten weergeven. Er is altijd een verhaal voorafgaand aan een situatie en dat staat nooit op film. Gelukkig zijn er in Nederland 17 miljoen mensen met verstand van zaken. 2 jaar geleden waren ze allemaal viroloog, nu zijn het gedragsdeskundigen en hebben ze verstand van klimaat en andere zaken. Maar blijkbaar heeft ook een groot deel zich verdiept in orde, wetgeving en handhaving. Maar dat terzijde. Ik word naar een situatie gestuurd waarbij iemand psychotisch is en alle bij elkaar scheld en schreeuwt. Hij uit zich bijzonder agressief naar buurtbewoners en andere mensen. De politie is met meerdere eenheden meerijdend. Deze zijn allemaal ter plaatse als ik me daar meld. Ik overleg met de agenten en samen maken we een plan van aanpak. Deze man moet mee naar een psychiatrische instelling omdat hij een gevaar is voor zichzelf en voor anderen. Alleen gaat deze man niet vrijwillig met me mee denk ik. Ik ga me samen met een agent melden om te kijken hoe hij op mij reageert. Stel dat het rustig kan, dan doen we het rustig. Echter zijn we er na 1,5 seconde achter dat het niet rustig gaat gebeuren. 

Ik had al overleg gehad met de acute dienst psychiatrie en die geeft aan dat mijnheer welkom is voor een beoordeling, maar of we hem liefst niet willen sederen ivm de beoordeling. 

Ik trek echter vooraf wat medicatie op voor het geval dat. Deze man is in alle staten, staat met flessen en stenen te zwaaien. Ook het rode lampje van een taser doet hem niets. Ik ben absoluut tegen onnodig geweld, maar als het nodig is, is het nodig. (en kom op, van taseren ga je niet dood. Je bent alleen enkele seconden niet in staat om te bewegen. Precies voldoende om hem te overmeesteren).Voor mensen die taseren dramatisch vinden. Het zal niet comfortabel zijn, maar besprongen worden door 6 agenten zonder dat je getaserd ben ziet er ook niet heel prettig uit. 

Terug naar deze mijnheer. Uiteindelijk lijkt zijn aandacht even te verslappen en hij is even de controle kwijt en zodoende kan hij zonder taseren overmeesterd worden. Op verzoek van mij krijgt hij handboeien om. Alle taal en agressie die ik over me heen krijgt is nogal bedreigend. Ik heb ook geen enkele band op het gebied van vechtsport en bovendien is een ambulance niet de meest geschikte plaats om met een patiënt in gevecht te gaan. Ik ben zeker niet bang uitgevallen, maar iemand in een psychose is onberekenbaar en deze mijnheer is bijzonder agressief.

Om sowieso het gevecht te mijden, besluit ik hem wat kalmerends te geven. De beoordeling ten spijt. Ik moet een half uur met deze man op stap. Dat gaat hij slapend doen heb ik besloten. Voor mijnheer beter, voor mij beter en voor iedereen beter. Die beoordeling komt wel als het is uitgewerkt. Zo brengen we mijnheer slapend en rustig naar de psychiatrische instelling. Ik dank de blauwe collega`s voor de samenwerking en deze afloop. 

Zonder onnodig geweld gaat mijnheer beoordeeld worden en ik hoop dat hij een juiste behandeling krijgt. 


maandag 9 mei 2022

Over de kook

 Je blijft je verbazen wanneer je bij patiënten kom. Naar mijn idee bel je normaal gesproken de ambulance wanneer er een noodsituatie is. Een mogelijk logisch gevolg is dat je dan meegenomen word naar het ziekenhuis. Maar toch gebeurd het soms dat je bij mensen komt. Op basis van klachten en onderzoek een besluit neemt om de mensen mee te nemen naar het ziekenhuis, dat je een reactie krijg als: Ik hoef toch niet echt mee zeker? Moet dat echt? Tja, u belt met een probleem. Ik kan dit probleem niet oplossen en dan moet je mee naar het ziekenhuis. De (oprechte) verbazing van patiënten wanneer ze mee moeten (weigeren staat uiteraard ook gewoon vrij, maar dan op eigen verantwoording) zorgt bij mij soms weer voor verbazing.

Ik ben verpleegkundige die door aanvullende opleidingen en ervaringen een aardig tasje kennis bij me heb. (althans, dat denk ik..) Maar ik ben geen dokter en dat is prima zo. Ik probeer mijn werk zo goed en zorgvuldig mogelijk uit te voeren. Maar hier lijkt soms niet iedereen van overtuigd. Doorgaans heb ik er niet zo`n moeite mee wanneer mensen me niet geloven, maar dan vind ik ook dat je me niet om hulp moet vragen. Af en toe zijn er mensen die enorm veel energie vragen en die je bloed doen koken. Dan sta ik met mijn peen-en-uien-gezicht oprecht moeite te doen om rustig te blijven.

Ik krijg een melding naar een camping ergens langs de Hollandse kust. Er zou een dame zijn met buikproblemen. Uiteraard heel vervelend. Maar de term `buikproblemen` is nogal breed en zegt aanrijdend nog niet zoveel. Op de meldkamer word dit door een protocol bestempeld als ernstig en zo gebeurt het dat wij met toeters en bellen richting de betreffende camping rijden.

Bij de camping worden we netjes opgevangen door de beheerder en naar de betreffende stacaravan begeleid. Wanneer ik uitstap hoor ik een vrouw gillen. Het geluid komt uit een stacaravan en in de deuropening staat een man. Ik pak mijn spullen en loop naar binnen. Wat me opvalt als ik in de slaapkamer komt waar mevrouw ligt, dat ze heel snel aan het ademhalen is, een normale kleur heeft en vooral heel erg in paniek is. Door de onrust en de paniek kan ik niet zoveel beginnen, dus ik probeer haar eerst rustig te krijgen. Dit lijkt enig resultaat te hebben. Ik vraag wat er aan de hand is en waar ik ze mee kan helpen. Dan krijg ik een heel lang verhaal, maar goed, ik heb de tijd. Ik onderbreek haar eerst door te vragen of ze nu nog pijn heeft, maar die is gelukkig weg.

Het verhaal komt er op neer dat ze een medicijn heeft gehad 2 dagen geleden. Daarop niet lekker werd en de vorige dag de gehele dag in een ziekenhuis heeft gelegen aan de andere kant van Nederland. (waar ze woont). Daar zijn onderzoeken geweest waar niets uitgekomen is. Vanmiddag is ze met de auto naar deze camping gekomen met haar man. En kort 2 uur later voelt ze zich niet lekker en heeft ze buikpijn. (dit is de uiterst korte versie…).

Ik vraag of ze in de voorgeschiedenis ergens mee bekend is. Hierop krijg ik een lijst in mijn handen gedrukt met zoveel aandoeningen, dat je er een volledig kwartet van kan maken. Niet overdreven zijn het er meer dan 50. Ze vult aan dat de klachten die ze nu heeft een voorbode zijn van een uitbraak van een aantal van deze aandoeningen. Ik hoor het relaas aan en geef tussendoor aan dat we haar zullen onderzoeken en een aantal metingen gaan uitvoeren.

Maar alle metingen die we doen zijn goed, of passend bij het stressvolle moment. Maar daar is mevrouw het duidelijk niet mee eens. Een temp van 36.8 is voor haar hoog en een voorbode van een en ander. Voor de bloeddruk van 148/78 geld hetzelfde. Ik geef aan dat ik geen afwijkingen zie. Ook het hartfilmpje en de bloedsuiker spiegel is goed. Maar mevrouw is niet te overreden.

Dan zegt ze ineens: je gelooft me niet he? Ik zie dat je me niet gelooft. Ik geef als antwoord dat ik haar zeker wel geloof, maar dat alle metingen mij niet verontrusten. Ik zie op basis hiervan ook geen reden om haar mee te nemen naar het ziekenhuis. Maar mevrouw begint een relaas dat ik haar niet geloof etc. Mijn bloeddruk is inmiddels hoger dan die van haar.

Ik geef aan dat ze eventueel naar de huisartsenpost kan. Ik kan die bellen zodat ze snel terecht kan. Maar een huisartsenpost is niet goed. Ze moet naar een ziekenhuis. Het liefst haar eigen ziekenhuis (aan de andere kant van Nederland). Maar ik geef aan dat het geen optie is dat ik daar heen ga. Haar pijnklachten zijn weg. Alle metingen zijn goed. Ik geef als optie dat ze daar best zelf heen mag als ze dat wil. Maar dat is olie op het vuur. Ze kan niet in de auto zegt ze. Als ik zeg dat ze 2 uur daarvoor 1.5 uur in de auto heeft gezeten naar de camping krijg ik een dodelijke blik. Ok, rustig blijven Henk.

Dan gooit ze het op een andere boeg. Ze is uitgedroogd. Maar ook dat kan ik er niet van af zien. Ze heeft een aandoening waarbij ze heel veel moet drinken en de dame van 112 heeft een uur geleden gezegd dat ze niet mag drinken totdat de ambulance er is. Ik geef aan dat ze nu best mag drinken. Maar ze is uitgedroogd, want ze heeft een uur niet gedronken. Ik geef aan dat de kans op uitdroging in normale omstandigheden kleiner is dan -0- wanneer je een uur niet drinkt. Ooh, dus je gelooft me weer niet? Ik kook van binnen. Ik bied nogmaals aan dat ze naar de HAP kan en dat ik daar een versnelde afspraak kan maken. Maar dan komen de volgende bezwaren. Hoe kan ik in een auto met die drukte en al die hobbels in de weg. Ik vraag wat het verschil is tussen zitten in een ambulance en zitten in een auto. Dezelfde drukte en dezelfde hobbels. Sterker nog, voor wie de illusie heeft dat de brancard bij Auping vandaan komt, heeft het heel erg mis. Dan krijg ik weer een verhaal dat ik haar niet geloof en dat ik geen begrip heb. Maar nu is de maat vol.

Ik kijk haar aan en zeg dan: Mevrouw laat ik even heel duidelijk zijn. Ik werk bij een spoed dienst. Wanneer mensen een ambulance bellen ga ik daar naar toe en doe mijn werk zo goed als mogelijk. Dan maak ik een inschatting op basis van wat ik zie en wat ik meet. Als er dan geen spoed indicatie uitkomt, bied ik een ander oplossing. Als u geen vertrouwen in mijn werk heb, moet u ook geen ambulance bellen. U heb zelf het besluit genomen om een dag na ziekenhuisopname op vakantie te gaan. U belt voor klachten die inmiddels weg zijn. U ziet voortekenen van andere aandoeningen. Mijn advies: ga naar huis en bel je eigen huisarts. Dat lijkt even te helpen. Maar dan krijg ik een tirade dat ik geen idee heb wat ze allemaal mankeert en dat ik haar toch niet serieus neemt.

Dan vraagt haar man iets aan mij. Maar dan mevrouw valt hem in de rede. Jan (fictieve naam) vraag maar niks aan hem, hij is toch geen dokter… Dan ben ik er helemaal klaar mee. U zeg tegen mevrouw dat ze verwacht word bij  de HAP. Daar werkt wel een dokter. Mogelijk kan die haar helpen.

Later op de avond word ik door die dokter gebeld, die kon er niets mee en heeft mevrouw naar haar eigen arts aan de andere kant van Nederland gestuurd.

Geloof me, ik heb een jobsgeduld. Maar ook dat raakt wel eens op.

Gelukkig zijn de meeste patiënten anders. En met sommige mensen heb ik echt wel te doen. Het is Koningsdag. We krijgen en melding van een vrouw die gevallen is in de tuin. Ze kan niet overeind, of wij even willen kijken. We komen ter plaatse. En waar het hele dorp in feeststemming is, ligt hier een dame op de grond.

Ze heeft geen pijn. Ze is medisch helemaal stabiel. Maar wanneer ik vraag wat er is, zegt ze dat ze een paar patatjes wilde bakken. Daar had ze zin in. Het is tenslotte feest. Dit bakken doet ze in een pannetje met vet. Maar toen ze die op de schuur wilde halen, struikelde ze over de dorpel en lag mevrouw op de grond en het vet op de tegels. We brengen haar in huis en ik vraag wat ik kan doen. Ja, ik eet maar niet, das ook niet erg. Nou, het is Koningsdag, dus voor iedereen moet het een feestje zijn toch. Tegen mijn collega zeg ik: geef de sleutels van de ambulance eens en blijf jij bij mevrouw. Dan race ik A1 (zonder toeters en bellen) naar de snackbar en bestel een frietje mayo met een kroket. 5 Minute later race ik weer A1 terug nar mevrouw. Alstublieft en eet smakelijk. Het blik is onbetaalbaar. En wij rijden met een grote lach terug naar onze post…

vrijdag 1 april 2022

Mijn huisarts...


In Nederland heeft iedereen een huisarts. Sommige mensen komen er nooit terwijl anderen vaker bij de huisarts zitten dan bij de supermarkt. De band met een huisarts is ook heel divers. De ene patient neemt klakkeloos aan wat de huisarts zegt, de ander vind zelf onderzoek ook nog nodig naast een medisch consult. Kortom de een volgt adviezen van de huisarts letterlijk op en de ander heeft er zo de bedenkingen bij. Er lijkt zich op dit gebied ook wel een verschil te bestaan tussen mensen/huisartsen in de stad en die op het platteland. In deze blog komen diverse situaties die te maken hebben met huisartsen naar voren.

We krijgen `s avonds laat een melding van een dame met pijn op de borst. Als ik naar het adres kijk, heb ik het idee daar vaker geweest te zijn. Met mijn collega bespreek ik onderweg de casus. POB bij een oudere dame kan een scala aan diagnoses betekenen.

Bij aankomst word de deur geopend door de echtgenoot van deze dame. Ik herken hem direct en bevestigd mijn vermoeden dat ik hier niet voor het eerst sta. In de woonkamer zit een dame, of beter gezegd, hangt een dame in de bank. Ze maakt een enorm gespannen indruk.

Het gaat niet goed met me, mijn hart klopt zo snel en ik heb het idee dat hij er uit komt. Ik pak de pols, maar dat verontrust mij niet. Ik ga in gesprek met mevrouw en probeer haar rustig te krijgen. We zijn er bij en hebben de situatie onder controle. Aangesloten aan de monitor zie ik een hartslag van 120. Dit is nu niet direct zorgwekkend. Ik begin me te herinneren dat dit voorgaande keer ook zo was. Mevrouw is gespannen en angstig. Ik probeer te achterhalen waar dit vandaan komt. Haar man roept al een aantal keer tussen door dat ze zich veel te druk maakt om alles. Ik vraag of ze wel eens bij de huisarts komt. Ja, daar komt ze wekelijks. En die beste man meet dan haar bloeddruk en haar pols. Omdat mevrouw in het verleden wel eens een ritme stoornis heeft gehad waarbij ze een hartslag had boven de 200 per minuut,
heeft de huisarts haar op het hart gedrukt dat ze de huisarts moet bellen als haar hartslag boven de 100 komt. Maar ja, in de avond werkt haar huisarts niet, dus bel je 112. Ze voelt dat haar hartslag 120 is en ze moest bellen van de huisarts. Tja, daar sta ik dan. Een hartslag die door alle spanning heel goed te verklaren is en waar ik me geen zorgen om maak. Maar hoe ga ik dat vertellen en uitleggen. Een normale hartslag is lager dan 100 weet mevrouw. Ik ga er even bij zitten en leg mevrouw duidelijk en rustig uit dat deze hartslag geen reden is tot paniek en er geen actie nodig is. Aanvankelijk is het vertrouwen in de huisarts groter dan in mijn verhaal (wat ik overigens ook wel een beetje begrijp) maar op den duur lijkt ze rustiger te worden en dipt haar hartslag voorzichtig onder de 100. Uiteindelijk laat ik mevrouw thuis met een goed gevoel. Maar dat ze de instructie heeft gehad dat ze moet bellen bij een hartslag boven de 100 maakt dat ik deze dame inmiddels al 3x heb bezocht. Tja, sommige dingen zijn niet zo abstract als dat ze gezegd worden, maar leg dat maar eens uit.

Andere mensen geloven nog in wonderdokters denk ik. Ik moet naar een kindje wat enorm slaperig is. Niet wakker te krijgen. Het kind is 3 jaar. Net genezen van de waterpokken. De littekens zijn nog zichtbaar. Als ik binnenkom zie ik een kind die heel vast ligt te slapen maar wel goed wekbaar is. Naar het verhaal luisterend vermoed ik dat ze een koude rilling heeft gehad die morgen. Moeder begrijpt niet waarom ze zo moe is. Ze is tenslotte bij de huisarts geweest en die vond dat het goed ging. Ze was naar de huisarts omdat het kindje koorts had. Ze vertelt het hele verhaal. Na het bezoek bij de dokter is ze nog naar de bibliotheek geweest en daarna naar de speeltuin. Daar heeft het kindje nog even gespeeld. Nu is ze thuis en is het kind in slaap gevallen. Ik vraag aan haar waarom ze na de dokter niet naar huis is gegaan. Tja, de dokter vond het goed gaan. Ik ben even verbaasd. Ik vermoed dat de huisarts heeft bedoeld dat het naar omstandigheden goed gaat, maar het kind is ziek en heeft koorts. Wat doe je in een speeltuin? Al met al heeft zoveel energie gekost dat ze nu als een blok in slaap valt. Is dit voor mij werkelijk te logisch? Vanuit mijn positie als ouder, zou ik met een kind met koorts niet naar de speeltuin gaan. Maar ja, blijkbaar is dat niet zo logisch als dat ik denk.

Met mijn collega krijg ik een melding dat ik een mijnheer moet op halen in het centrum van Rotterdam. Deze melding komt via de huisartsenpost. De man heeft die morgen bloed geprikt via de huisarts en nu in de avond is de uitslag bekend. De eigen huisarts heeft die klaarblijkelijk nog bekeken en heeft via zijn collegas op de huisartsenpost geregeld dat mijnheer opgenomen moet worden. De man heeft zelf een belletje van de huisarts gekregen dat er zo meteen een dokter komt. Als ik bij de man aankomst doet de man zelf open. Een enorm verbaasde blik als hij ons met brancard en al ziet staan. Er zou een dokter komen en nu staat er een ambulance. Tja, wij komen u ophalen. De mond van de man valt open. Mij ophalen?? Ik ben niet ziek en heb geen klachten. Ik loop naar binnen en wil het verhaal wel eens horen. Via een routine onderzoek is er bloed afgenomen die morgen. De uitslag was afwijkend. (dat had de man nog niet gehoord). Maar mijnheer heeft geen klachten. Totaal niet. Rare situatie. Ik ga de huisartsen post een bellen. Ik geef aan dat ik met alle liefde patienten naar het ziekenhuis breng. Maar mensen die geen klachten hebben (en daarom ook niet zon zin) laat ik liever thuis. De huisarts die ik spreek begrijpt dat en gaat mee in mijn redenering. De eigen huisarts moet dit morgen maar oppakken. Mijnheer blijft thuis en nadat wij nog even hebben staan genieten van het uitzicht over de stad vertrekken wij ook weer.

Dat een pijn op de borst melding vaak voorkomt heb ik al eens laten doorschemeren. Maar oorzaken van POB zijn er te over. Ik krijg weer een melding als deze. In onze melding staat al bij dat de huisarts ook met ons meerijd. Bij aankomst zit er een mijnheer in een stoel die stabiel lijkt. Ik start mijn anamnese (ofwel, vragenrondje) en mijn collega sluit de man aan de monitor. Als we bezig zijn komt er een dame binnen stormen. De huisarts. Sjonge, zegt ze, rij ik zo hart en zijn jullie nog eerder. Ik moet er om lachen. Kan deze humor wel waarderen. De huisarts kent mijnheer goed. De man is cardiaal belast (in het verleden hartklachten gehad) maar heeft ook enorm veel stress in zijn leven wat op dit moment ook aardig opspeelt. De man Is volledig stabiel en ook de getallen laten geen verontrustende dingen zien. Het hartfilmpje ziet er normaal uit. Gezien de achtergrond van mijnheer is het misschien wel verstandig om hartenzymen te bepalen. Dan hebben we dat probleem uitgesloten. Normaal gesproken gaat de huisarts overleggen met de cardioloog en die zegt dan dat hij de patient in het ziekenhuis wil zien en dat ze daar bloed afnemen. Voor een medicus de weg van de minste weerstand, voor de patient de meeste belastende weg. Deze huisarts pakt het anders aan. Het hartfilm is goed. En bloedprikken kan ook via de STARR. Ze zegt tegen de man, ik maak een afspraak bij de STARR en dan kun je zo bloed gaan prikken. Ooh nee roept ze, ik heb een beter idee, trek je schoenen aan, dan stap je bij mij in de auto en zet ik je even af bij de priklocatie. Dan is het maar gebeurd. ZO gezegd, zo gedaan. Voor ik mijn spullen opgeruimd heb en de rit heb afgerond zit deze man al bij de STARR met een naald in zijn arm. Doortastende actie van de huisarts. Ik hou hier van.