maandag 27 februari 2017

Sleutelfiguur

Iedereen kan het overkomen. Ook zelf heb ik het meegemaakt. Je sleutels vergeten als je weggaat. Geen probleem, totdat je thuis komt en er achter komt. Dan sta je toch voor een dichte deur. Je kunt dan het probleem op verschillende manieren oplossen. De man die onze hulp heeft ingeroepen had zijn eigen manier. Kwam midden in de nacht met een aardig slokje op thuis. Geen probleem moet hij gedacht hebben. Ik tik wel een raampje in. Tot en met die gedachte ging het goed. De uitvoering was het keerpunt. Het raampje lag er uit. De straat onder het glas. Maar tussen het glas ook erg veel bloed. Als ik de doek van mijnheer zijn arm af haal, zeg ik: WOW. Mijnheer zijn arm vertoonde een snee van ongeveer 20cm. Een docent anatomie zou watertanden bij dit aanblik. Rechtstreeks zicht op botten, spieren en vaatjes. Gelukkig was het bloeden al gestopt alleen was klinische hulp wel gewenst. Op de spoedeisende hulp kan een assistent chirurgie zijn hechttechnieken weer goed oefenen. Gelukkig nog goed afgelopen. Gewoon stomme pech eigenlijk. Merkwaardig genoeg heb ik deze man alleen maar zien en horen lachen. Mogelijk was zijn consumptie toch iets meer dan 2 biertjes. Terecht gebeld met 112. Een ander belt 112 i.v.m. kiespijn. Er wordt duidelijk bij gezegd dat betreffende heer geen geld voor de tandarts heeft. Heel vervelend, maar wat gaat een ambulance doen bij kiespijn? Mijn tandheelkundige expertise is niet zo heel groot. Die vakken heb ik geloof ik gemist. Uiteindelijk werd de rit geannuleerd.
Een dame met pijn op de borst. Een klacht die vaak voorkomt. Dame in kwestie is rond de 85 en heeft het gevoel niet te kunnen ademhalen. We doen volledig onderzoek maar ik kan niets verontrustend vinden. Mevrouw is wel enorm snel aan het ademhalen. Ze lijkt te hyperventileren. Ik neem de tijd en weet mevrouw rustig te krijgen. Mevrouw ziet erg tegen haar doktersbezoek komende week op. Ze verteld veel over haar leven.
Haar dochter is bij haar en mevrouw kan thuis blijven. Ook een leuk deel van het werk. Iemand geeft je een kijkje in haar leven. Zelfs foto's aan de muur worden uitgelegd.
Ook een deel van ons werk is het rijden van patiënten die bestraald moeten worden. Meestal wacht je bij deze patiënten zodat je ze ook weer gelijk terug kunt brengen. Ook nu krijgen we een 'bestralingsrit'. Als ik het haaladres zie denk ik: shit. Een kinderafdeling... We halen een ventje op dat eigenlijk op de kleuterschool hoort te zitten. De zoveelste bestraling.. een aantal achter de rug en nog een aantal te gaan. We halen het ventje op en onderweg praat ik met zijn moeder. Ze is realistisch, bezorgd en hoopvol tegelijk. Maar tegelijkertijd beseft ze ook dat hoop geen garantie biedt. Ze laat een foto zien van haar 2 zoontjes. Gezonde jochies kijken je aan. Geen van de 2 lijkt op het ventje wat op de brancard ligt. Toch blijkt een van de twee het te zijn. Zijn gezicht is veranderd. In plaats van lange blonde lokken zie ik een muts. Want, zegt zijn moeder, hij wil niet zonder haren lopen... Moeder gaat verder: Je weet dat kinderen zo ziek kunnen worden. Maar dat het mijn eigen kind zou zijn geloof je niet. Tja, denk ik, daar ga je zeker niet van uit. Ze zegt dat ze zich vroeger druk maakte om een verkoudheid en nu niet begrijpt dat ze zich daar zo druk om kon maken. Haar zoon waar ze nog zoveel plannen mee heeft. Die zo ambitieus is. Alles is relatief geworden. Natuurlijk wordt het ventje behandeld en zo lang er behandeling is, is er hoop. Maar hij heeft een lange weg te gaan. En weg waarvan het einde onbekend is. Zelfs het begin is niet duidelijk. Tja, hij had hoofdpijn. Maar pas na heel veel onderzoek kwam men er achter dat er in zijn hersenen plekjes zaten die er niet horen. Pittig, denk ik. Het zal je kind zijn. Je neemt niet alles mee naar huis. Maar als je zo aan het praten ben met deze moeder, komen mijn eigen kinderen wel even langs op mijn netvlies. Nog 17 bestralingen te gaan. En daarna nog een heel lang traject.... Ik wens de moeder sterkte. Het jochie reageert nauwelijks door de medicijnen. Dan roept de meldkamer voor een volgende rit. Het werk gaat verder. Weer bij 0 beginnen. Iemand anders belt 112 en heeft een hulpvraag. Echter na een casus als deze kun je soms wel eens (onterecht) wat kort reageren op een volgende patiënt. Onterecht zeg ik. De volgende patiënt heeft ook een hulpvraag waar hij zelf niet uitkomt. Daar zijn we ook voor. Dan moet ik wel eens uitkijken om een volgende patiënt niet te bagatelliseren....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten